Aangespoeld in Ophemert jan. 1945 - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Aangespoeld in Ophemert jan. 1945

Gemeente West Betuwe > Gesn. Geallieerde militairen > Gesn. Britten en Nieuw-Zeelanders
Achternaam: Felmingham
Voornamen: Edward George
Voorletters:  E G
Rang: Chauffeur
Onderdeel: Royal Engineers 91 Field Coy
Geboorteplaats: Great Yarmouth
Geboortedatum: 1911
Overlijdensplaats: Deest
Overlijdensdatum: 01-01-1945
Begraafplaats: Algemene begraafplaats
Gemeente: Ophemert
Nummer: 350
De ouders van Edward waren Alfred James Felmingham (*1877) en Annie Elizabeth Smith. Ze kregen samen drie kinderen:
  • Edward George (1911-1945)
  • Fred
  • Frank
  • Jack
Phyliss en Edward ((Bron: Janice Felmingham)

Edward was getrouwd met Phyllis Ethel May Runiff (1912-1982) uit Great Yarmouth in Norfolk. Ze kregen samen twee kinderen: Edward (*1933) en Audrey (*1935).

Op maandag l januari 1945 deed zich op de Waal tegenover Deest een ongeval voor dat meer in relatie stond tot het oorlogsgebeuren. Het was die morgen helder weer en het had flink gevroren. Op die morgen ging een van de laatste grote Duitse luchtaanvallen van start. De 'Operation Bodenplatte' zoals deze aanval genoemd werd, was gericht tegen de geallieerde luchtmacht die gestationeerd was op verschillende vliegvelden in zuid Nederland en België.
Honderden Duitse vliegtuigen stegen die morgen rond 08.00 uur op van vliegvelden in het nog bezette Nederland en vlogen op een hoogte van ± 200 meter naar het zuiden om zo de geallieerden op die eerste januari te verrassen.

De laatst bekende foto van Edward van 14 december 1945 bij Nijmegen (Bron: Janice Felmingham)

Op de Waal bij Deest vond op dat moment een inspectie plaats van de drijvende versperring die daar bij de scheepswerf dwars door de Waal lag voor de beveiliging van de waalbruggen bij Nijmegen. Dit om te voorkomen dat de Duitsers boten e.d. de bruggen vanuit het Westen aan te vallen.
Deze versperring bestond uit een reeks bolvormige drijvers met daaraan vast een netwerk van staaldraden. De inspectie werd uitgevoerd door een zestal Engelse militairen van de 91rst Field Compagnie, Royal Engineers. Ze waren met een boot de Waal opgevaren toen onverwacht enkele van de eerder genoemde Duitse vliegtuigen zéér laag overvlogen. De Engelsen schrokken hier hevig van en doken weg in de boot, omdat ze dachten dat zij aangevallen werden. Door de onbeheerste beweging sloeg de boot om en de gehele bemanning kwam in het ijskoude water terecht! Daar hadden ze mede door hun zware kleding geen enkele kans! Een van de mannen heeft zich nog vastgegrepen aan de versperring en om hulp geroepen. Maar voordat men bij hem was, was ook hij door de kou bevangen en onder water verdwenen! Een triest begin van een nieuw jaar. De omgekomen militairen waren:

  • Sapper S.C. Barham, begraven in Haaften
  • Driver Edward George Felmingham, begraven in Ophemert
  • Sapper D. Gilchrist, nog steeds vermist
  • Sapper J. C. Loughlin, begraven in Bergen op Zoom (field tomb in Wamel)
  • Sapper N. Parker, begraven in Nijmegen op Jonkerbosch (field grave in Nijmegen)
  • Sapper J. Webster, begraven in Druten


Na de oorlog kreeg Phyliss enkele medailles, die Edward postuum waren toegekend, per post toegestuurd (Bron: S. Bates)

Uit Nieuwsblad Geldermalsen 1 mei 2009:

Zoektocht van Janice in oorlogsverleden opa

OPHEMERT - Eind 2008 bekeek de Britse Janice Felmingham met een vriend een film over het vertrek van iemand naar Europa waar diens grootvader was omgekomen. "I need to do that,” waren haar woorden. Haar grootvader, Edward George Felmingham, was namelijk officieel ‘missed in action 1-1-1945, presumed drowned’ (waarschijnlijk verdronken, red.).
 
Over de oorzaak van zijn dood deden in de familie twee verhalen de ronde. Volgens haar broer zou Edward in zijn vrachtwagen opgeblazen zijn bij een poging een brug in handen te krijgen die echter door de Duitsers ondermijnd was. De andere mythe gaat over de droom van haar grootmoeder op oudejaarsavond 1944.  Hij zou zwaargewond in een schuur liggen en zeggen dat hij van haar hield en dat hij spoedig op verlof zou thuiskomen. Dan komt een prachtige vrouw in wit gekleed binnen die hem meeneemt. De volgende ochtend wist ze dat hij dood was.

Janice startte haar zoektocht op de internetsite van de Engelse Oorlogsgravenstichting (CWGC) en vond daar de eerste aanwijzingen. E.G. Felmingham had deel uitgemaakt van de Royal Engineers en was begraven op het kerkhof in Ophemert. Ze besloot het graf te gaan bezoeken en ontdekte dat niemand van haar familie dat ooit gedaan had. Het was dan wel 64 jaar na dato, maar beter laat dan nooit. Aangezien ze niemand kende in Ophemert, besloot ze op goed geluk maar een brief naar de dominee van Ophemert te sturen. De brief heeft wat heen en weer gecirculeerd, maar belandde uiteindelijk bij Coos Gelens, oud-docent en kenner van de geschiedenis van Ophemert. Een uitnodiging tot het bezoeken van het graf volgde. Bovendien ontdekte hij dat er een kloof van meer dan een jaar zat tussen de officiële datum van vermissing, 1 januari 1945, en de begrafenis in de zomer van 1946. Had het lichaam al die tijd onzichtbaar onder de modder van de Waal gelegen? Janice vermoedt dat haar grootvader bij Nijmegen is verdronken en door de sterke stroming van de Waal toevallig aangespoeld is bij Ophemert.
Afgelopen week was Janice in Ophemert. Het bezoek aan het graf was een emotioneel  gebeuren. Toch is haar speurtocht niet ten einde. Ze hoopt in de ‘Royal engineers military records’ nog nieuwe gegevens te vinden. Mocht iemand wat weten mail naar janfelmingham@gmail.com
Janice legde tulpen op het graf van haar grootvader en plantte een lelie.

Op het oorlogsmonument in Great Yarmouth wordt zijn naam ook gememoreerd:

Terug naar de inhoud