Dhr. H. van Ooijen
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Geldermalsen
Achternaam: Ooijen
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Hendrikus
Voorletters: H.
Rang: Marn. II Mil. onderdeel KM.
Geboorteplaats: Geldermalsen
Geboortedatum: 02-03-1920
Overlijdensplaats: Takanon
Overlijdensdatum: 20-06-1943
Categori: Militair, Krijgsgevangene Japan, Birmaspoorweg
Begraafplaats: Kanchanaburi War Cemetery
Gemeente: Kanchanaburi
Land: Thailand
Vak: 7
Rij: J
Nummer: 7
Bron graf: OGS
Een familiefoto uit 1934. v.l.n.r. linksboven Jo, Arie en Henk, tweede rij: Alie, moeder, Willie, vader met Piet op schoot, onderste rij: Wintje en Corrie.
De ouders van Henk waren arbeider Hendrikus van Ooijen (*1889 -1957) en Teuntje Jacoba Blom(*1895-1967), beide uit Geldermalsen. Zij trouwden op 16 oktober 1914 in Geldermalsen. Het gezin woonde daar op de Willem de Zwijgerlaan A 307. Ze hadden daar samen een kruidenierszaak. Ze kregen samen acht kinderen:
- Arie (*1915-1987)
- Johannes "Jo" (*1916-1992)
- Hendrikus (*1920-1943)
- Alida (*1924)
- Willemijntje "Willie" (*1925)
- Wijntje (*1927-2006)
- Cornelia "Corrie" (*1929)
- Pieter (*1931)
De 2 meter lange Henk thuis in de boomgaard
Henk (2e rechts) bij zijn vertrek, met links naast zich een tante en zijn moeder
Henk was erg avontuurlijk ingesteld en wilde graag bij de Mariniers. Op 18 juli 1938, toen hij net 18 jaar was geworden, werd hij uitgeschreven bij de gemeente Geldermalsen. Hij verhuisde toen naar de Marinierskazerne aan het Oostplein 14 te Rotterdam. Hij vertrok op 7 juli 1939 met de ms M.H. Tromp naar Nederlands-Indië. Zijn moeder zwaaide hem nog uit aan de kade.
Schilderij voor zijn familie ter herinnering aan zijn vertrek naar Ned. Oost-Indië
Marinier Henk Henk tijdens patrouille
Klik hier voor de brief die Henk schreef bij zijn aankomst in Soerabaja sept. 1939
Op 7 december 1941 bombardeerden de Japanners Pearl Harbor. 's Morgens om half zeven hield de gouverneur-generaal een toespraak op de radio waarin het dit vertelde. Dit had tot gevolg dat behalve de U.S.A. en Engeland ook Nederland en dus ook Nederlands-Indië in oorlog waren met Japan. In Azië waren het de Japanners, die vanaf januari 1942 hun aanval richtten op Nederlands- Indië. De verdediging van Indië steunde vooral op de Koninklijke Marine en het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Het KNIL beschikte over 68.000 grotendeels inheemse militairen; de hulpformaties bestonden uit 53.000 man.
Na de verloren zeeslag op de Javazee op 27-28 februari 1942 moesten de strijdkrachten op 8 maart capituleren en moesten alle militairen in de kazerne afwachten wat de Japanners zouden beslissen. Twee dagen later moesten zij hun geweren inleveren en mochten ze de kazerne niet meer uit. Zij waren krijgsgevangenen. De Japanners hadden hiervoor geen begrip. Zij vonden het heel vreemd, soldaten werden geacht zich dood te vechten, overgeven hoorde niet. De Nederlandse soldaten werden dus met de grootste minachting door ze behandeld. Er was een Conventie van Genève over de behandeling van krijgsgevangenen, maar die had Japan nooit ondertekend. Op de dag van de capitulatie verschenen de Javanen in feeststemming in hun beste kleren op straat. De Japanners hadden als leus: "Azië voor de Aziaten".
De eerste drie maanden gevangenschap verbleven de militairen in hun eigen kazerne. Het regime was in het begin niet erg streng. 's Middags mochten vrouwen en kinderen van de gevangenen hen bezoeken. Je mocht ook brieven meegeven. Al snel werdende bezoekuren korter en minder frequent en na ongeveer een maand werden ze helemaal afgeschaft. Brieven versturen werd toen veel lastiger. Het kon alleen nog maar via het corvee dat dagelijks de stad in moest om voorraad voor de keuken te halen. Brieven versturen was verboden en als er iemand betrapt werd, volgde er een afranseling.
Zie ook documentaire De Bezetting, vanaf ong. 19 minuten informatie over de Birmaspoorweg.
Klik hier voor kort filmpje uit de serie De Bezetting over deze beruchte spoorweg
Een zeer bijzondere kaart die Henk vanuit het krijgsgevangenenkamp naar zijn ouders stuurde
Henk werd eind maart 1942 krijgsgevangen gemaakt. Vermoedelijk werd hij in september 1942 naar Thailand overgebracht om daar als dwangarbeider te werken aan de Birmaspoorweg. Dit was de spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de 'Dodenspoorweg'. Als de Japanse kampkaart van Henk is vertaald, wordt pas duidelijk wat de doodsoorzaak is geweest. Hij stierf aan de gevolgen van dysenterie nabij Takanon, een kamp op 218 km. van het beginpunt. Zijn laatste wens was dat een barak- en streekgenoot zijn ouders en meisje van hem wilde groeten.
Lees hier de brieven van deze barakgenoot aan Henk's ouders
De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren.
In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven: In Thailand en Myanmar (het vroegere Birma) liggen de slachtoffers van de Birmaspoorweg begraven op een drietal erevelden, te weten in Thailand het ereveld Kanchanaburi (1896 Nederlandse oorlogsgraven) en het ereveld Chunkai (313 Nederlandse oorlogsgraven) en in het Birmese Myanmar het ereveld Thanbyuzayat (621 Nederlandse oorlogsgraven). Op dit eerste Ereveld ligt Henk ook begraven.
In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven: In Thailand en Myanmar (het vroegere Birma) liggen de slachtoffers van de Birmaspoorweg begraven op een drietal erevelden, te weten in Thailand het ereveld Kanchanaburi (1896 Nederlandse oorlogsgraven) en het ereveld Chunkai (313 Nederlandse oorlogsgraven) en in het Birmese Myanmar het ereveld Thanbyuzayat (621 Nederlandse oorlogsgraven). Op dit eerste Ereveld ligt Henk ook begraven.
Klik hier voor Rode Kruisbrief en officiële overlijdensakte van Henk
Klik hier voor de Japanse interneringskaart van Henk.
Een onbekend krantenknipsel
Met dank aan Hans Drost