Duitse bezetting in Culemborg
Gemeente Culemborg
Duitse bezetting van Culemborg 1940-1945
Culemborg was al sinds het begin van de Duitse bezetting een Duitse garnizoensplaats waar gedurende de gehele oorlog Duitse infanterie-eenheden werden opgeleid, meestal op regimentsgrootte. Bij hun oefeningen gebruikten de in Culemborg gelegerde Duitse troepen namaaktanks, gemaakt van gevoegde houten planken en gemonteerd op fietswielen. Deze oefeningen vonden o.a. plaats op het voormalige sportterrein van Vriendenschaar' op de Westersingel.
Advertentie in de CC. van dec. 1942
Indien de luchtbeschermingsdienst van Culemborg zich aan haar taak zou onttrekken, dan zouden militaire strafmaatregelen volgen, aldus een Duits dreigement. In en bij Culemborg waren enkele plaatsen zeer luchtaanvalgevoelig zoals: de spoorbrug, het veer, het station, de Rijksstraatweg.
Vanaf het woonerf 'Dina' aan de Goilberdingerdijk tot aan het Fort Spoel te Culemborg, stond vanaf 1942 tot aan de bevrijding zwaar luchtafweergeschut opgesteld ter verdediging van de spoorbrug nabij Culemborg. Vervolgens stonden aan de Lekdijk te Schalkwijk ter hoogte van de spoorbrug ook een aantal zware kanonnen opgesteld.
De spoorbrug was vanaf het begin van de Duitse bezetting voorzien van een springlading en lagen in het terrein onder de brug landmijnen. De brug werd dag en nacht bewaakt door Duitse militairen. Het kwam regelmatig voor dat geallieerde vliegtuigen een aanval op Duitse treinen deden, waarbij de spoorbielzen in brand geraakten. De bevolking van de stad werd dan aangeraden de ramen van hun huizen te openen voor het geval de spoorbrug in de lucht zou vliegen.
De spoorbrug was vanaf het begin van de Duitse bezetting voorzien van een springlading en lagen in het terrein onder de brug landmijnen. De brug werd dag en nacht bewaakt door Duitse militairen. Het kwam regelmatig voor dat geallieerde vliegtuigen een aanval op Duitse treinen deden, waarbij de spoorbielzen in brand geraakten. De bevolking van de stad werd dan aangeraden de ramen van hun huizen te openen voor het geval de spoorbrug in de lucht zou vliegen.
Bunker bij het Klein-Seminarie (Foto: Ypma)
Als onderdak voor alle activiteiten van het Duitse leger diende het Groot Seminarie alsmede diverse gevorderde scholen.
Later kwam er in deze stad de staf van de Duitse Organisation Todt, een Duitse bouworganisatie, die o.m. de West-Wall veelal met behulp van gevorderde arbeidskrachten bouwde. Zij werd in de St.-Jozefschool aan de Ridderstraat te Culemborg gehuisvest.
Later kwam er in deze stad de staf van de Duitse Organisation Todt, een Duitse bouworganisatie, die o.m. de West-Wall veelal met behulp van gevorderde arbeidskrachten bouwde. Zij werd in de St.-Jozefschool aan de Ridderstraat te Culemborg gehuisvest.
Parade op de Markt in
augustus 1940 in aan
wezigheid van de 59-jarige
Generalleutnant van de
Waffen-SS, Obergruppen
führer Paul ‘Papa’ Hausser
en met helm en bril
het hoofd van de verken
ners, de 40-jarige Ober
sturmbannführer Dr. Ing.
Wim Brandt. Op de achtergrond is
o.a. Bloemenhuis ‘Corona’
rechts op de achtergrond zichtbaar.
Duitse parade op de Markt, met aansluitend het decoreren van SS-militairen (fragment uit Duitse propagandafilm)
Er werd door de Duitsers een zgn. flak-linie (luchtafweergeschut)opgebouwd die vanaf Utrecht liep over Culemborg-Geldermalsen-Zaltbommel-Hedel naar Den Bosch, die zowel de weg als de spoorlijn tegen luchtaanvallen moest beschermen. De Duitsers hadden Flak opstellingen vanaf de Meubelfabriek 'de Palumbus' tot de boerderij van de familie Salarie, ter hoogte van het 'Pikse boogaardje', aan de Beusichemsedijk te Culemborg opgesteld. Ook aan de Goilberdingerdijk stond luchtafweergeschut.
Langs de Beusichemsedijk, in de uiterwaarden, hadden de Duitsers een groot aantal barakken opgesteld welke meest dienden voor de verzorging en voor ammunitie, voedsel en andere bevoorrading.
Langs de Beusichemsedijk, in de uiterwaarden, hadden de Duitsers een groot aantal barakken opgesteld welke meest dienden voor de verzorging en voor ammunitie, voedsel en andere bevoorrading.
"Wachtpost 17", nabij de Beusichemse dijk, weggevoerd (foto vd Stroom)
Midden september 1944 kwam er een Duits Lazaret (hospitaal) in de het Augustijnenklooster in de Ridderstraat en in toenemende mate werden Duitse verzorgings-en onderhoudseenheden in de stad gevestigd.
Vanaf september 1944 werden de Culemborgse spoorbrug en het veer bij Culemborg en Beusichem afgegrendeld. Op diverse torens en andere hoge objecten maakten, dan wel versterkten, de Duitsers hun uitkijkposten o.a. de N-H Barbarakerk en de flak-commandopost op Casa Blanca.
Luchtaanval van geallieerden op 5 januari 1945 op de Culemborgse spoorbrug en spoorlijn (Top. Hist. Atl.)
Ook de Culemborgse bevolking werd verplicht ingeschakeld voor bewakingsdiensten
(Handschriften Collectie Wiggelinkhuizen)
(Handschriften Collectie Wiggelinkhuizen)
Eind oktober 1944 waren de Duitsers zo bang voor sabotage aan de spoorbaan, dat volwassen, mannelijke inwoners van Culemborg van tijd tot tijd moesten wachtlopen langs de rails. Ieder duo kreeg een traject tussen vier elektriciteitspalen aangewezen. Ondanks die bewaking werd er regelmatig spoorrails vernield, zodat mensen die wachtdienst hadden dan werden vastgezet door de Feldgendarmerie. Als represaille van zo'n sabotagedaad werden op 11 november door de Duitsers drie boerderijen/huizen bij de spoorbaan, ter hoogte waar de sabotage was gepleegd, in brand gestoken. Aan de Parallelweg Oost waren dit de boerderijen van de families Denekamp en van Bemmel en aan de Parallelweg-West de boerderij van de familie Middelkoop.
Zgn. Duitse vierling, 2cm afweergeschut
Tot 29 december 1944 brachten de Duitsers nog steeds troepen naar het Land van Altena en de Bommelerwaard. Daarna trokken ze de troepen weer terug uit de Bommelerwaard. Dit ging hoofdzakelijk over de spoorbrug te Culemborg, die door het inleggen van een houten noodvloer, voor rijdend verkeer bruikbaar was gemaakt. Zowel de brug als het veer werden door veel Duits luchtafweergeschut (80 stuks van allerlei kaliber)beschermd. Desondanks werden beiden herhaaldelijk door geallieerde jachtbommenwerpers aangevallen.
Het verplaatsen van de Duitse troepen gebeurde hoofdzakelijk 's nachts, omdat overdag, bij redelijk vliegweer tenminste, geallieerde vliegtuigen doorlopend de wegen en rivieroversteekplaatsen onder controle hielden.
Het verplaatsen van de Duitse troepen gebeurde hoofdzakelijk 's nachts, omdat overdag, bij redelijk vliegweer tenminste, geallieerde vliegtuigen doorlopend de wegen en rivieroversteekplaatsen onder controle hielden.
Culemborgers, o.l.v. Organisation Todt, groeven loopgraven in de buurt van Beusichem (Foto's:Ypma)
In de uitvalswegen rond Culemborg werden onder dwang van Nederlands‑Duitse officieren verdedigingsstellingen (bekijk hier de Culemborgse tekst van de zgn. Stellingbouw-meezinger) aangebracht door arbeiders uit Culemborg en de omliggende dorpen. Bij deze tewerkstelling ging het bepaald niet altijd zachtzinnig toe en ook de voedselvoorziening voor de arbeiders liet te wensen over. De laatste stelling voor de algehele afsluiting van Culemborg was in aanbouw op de Weidsteeg. Toen de oorlog was afgelopen was ook dit werk nagenoeg klaar.
In de uitvalswegen rond Culemborg werden onder dwang van Nederlands‑Duitse officieren verdedigingsstellingen (bekijk hier de Culemborgse tekst van de zgn. Stellingbouw-meezinger) aangebracht door arbeiders uit Culemborg en de omliggende dorpen. Bij deze tewerkstelling ging het bepaald niet altijd zachtzinnig toe en ook de voedselvoorziening voor de arbeiders liet te wensen over. De laatste stelling voor de algehele afsluiting van Culemborg was in aanbouw op de Weidsteeg. Toen de oorlog was afgelopen was ook dit werk nagenoeg klaar.
Duitse vordering van fietsen (Arch. Cul) en Duitse maatregelen voor hun naderende aftocht (Arch. Cul)