Mevr. M.H. Geerts uit Empel - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Mevr. M.H. Geerts uit Empel

Gemeente West Betuwe > Buiten de slachtofferslijst > Overleden evacuees uit Bommelerwaard
Achternaam: Geerts
Voornamen: Maria Hendrika
Voorletters: M.H.
Geboorteplaats: Empel en Meerwijk
Geboortedatum: 30-10-1910
Overlijdensplaats: Deil
Overlijdensdatum: 31-01-1945
Begraafplaats: RK-Begraafplaats Empel
Gemeente: 's-Hertogenbosch
Nummer: 244
De ouders van 'Marie' waren Franciscus Geerts (1868-1936) en Adriana van Boekel (1873-1949), beide geboren in gemeente Empel en Meerwijk. Ze trouwden op 30 augustus 1904 in Empel en Meerwijk en kregen de volgende kinderen:
  • Antoon (*1905), trouwde in 1934 in Empel en Meerwijk met Johanna Helena van Boekel (*1907)
  • Maria (1906-1906)
  • Wilhelmus( *1907), trouwde in 1933 in Empel en Meerwijk met Jacoba Huberdina van Muilelkom (*1910)
  • Maria Hendrika (1910-1945)
  • Hendrika Godefrida (*1913), trouwde in 1941 in Empel en Meerwijk met Henricus Cornelis de Groot (*1913)
  • Godefrida Maria (*1915)

Marie trouwde op 9 oktober 1935 in (Oud)Empel met karnmeester in een margarinefabriek Petrus Adrianus van Eijk (1906-1992). Ze kregen samen acht kinderen. Het adres van dit gezin in (Oud) Empel was C104b.
Petrus was in de meidagen van 1940 dienstplichtig militair. Hij werd na de capitulatie krijgsgevangen genomen en werd in Duitsland en Polen geïnterneerd. In deze periode had hij geen contact met zijn gezin. Rond 1943 keerde hij weer terug.


Kaartje met daarop v.l.n.r. de buurtschappen Dieskant, Dorpstraat, De Wal, 't Slot, Doornkamp en Gewande

Op 17 september 1944 werden in het kader van de operatie Market-Garden de Maasbruggen en Duitse luchtdoelgeschut bij het nabijgelegen 's-Hertogenbosch door geallieerde troepen beschoten en gebombardeerd. Een week later was er in (Oud-)Empel een invasie van de Duitse 712e Infanterie Divisie, die er een verdedigingsstelling wilden maken. Op 8 oktober moesten de eerste inwoners in het buitengebied Gewande en 't Wild al evacueren. Op 8 oktober moesten de eerste inwoners in het buitengebied Gewande en 't Wild al evacueren. Op 23 oktober vielen de eerste geallieerde granaten op (Oud)Empel, waarbij de kerk en directe omgeving ook voltreffers kreeg. Twee dagen later werden de eerste Engelsen militairen bij 't Slot waargenomen, maar dit was van korte duur. Op 26 oktober waren de Duitsers weer terug en alle ca. 250 inwoners werden verplicht om te evacueren. Beladen met tassen, koffers en rugzakken liep men naar drie gammele roeibootjes, die bij oversteekplaats/loswal D'n Bol lagen. Hier moesten ca. 240 mensen de Maas worden overgezet. Roeispanen waren er onvoldoende en moesten snel gekapt worden van het griendhout in de buurt. Per keer gingen er 1-12 mensen mee. Er werd geroeid van 10.30 uur tot ’s middags 15.00 uur.

Bij Casterens Hoeve (= A op het kaartje), aan de overkant van de Maas, kwamen ze door het gebied De Hoef en zag je Empel van een heel andere kant. Door de weilanden liepen ze naar de Drielsche dijk, een stuk linksaf over de dijk en daarna rechts de dijk af richting Velddriel (= B op het kaartje). Veel inwoners stonden aan het hek om naar de stoet te kijken.
In Velddriel kwamen ze eerst bij de plaatselijke evacuatiecoördinator Verhoeven (bijnaam “De Kuil”) terecht, die met een Empelse getrouwd was. Hij deelde de evacuées in. Sommige Empelnaren kregen onderdak bij familie, maar de meesten kwamen bij onbekenden in huis. Het gezin van Piet en Marie van Eijk met acht kinderen, hebben de eerste nachten op verschillende plaatsen in Velddriel doorgebracht. Daarna zijn zij door een mevrouw in een klein boerderijtje opgenomen.
Het kleine dorpje van 600 inwoners werd bevolkt door 4000 personen.
Om de
dagen door te komen werd er veel gekaart en/of monopolie gespeeld. Appels waren er in het begin in overvloed. Ze werden gepoft in de as van de kachel en smaakte ook lekker op brood. Als er koeien of paarden in de wei door granaatvuur omkwamen, was het vlees verkrijgbaar bij Van den Biggelaar en Spijkers.
Dagelijks waren er begrafenissen met soms een eucharistieviering als er minder beschietingen waren. De geëvacueerde Empelse timmerman Willem Carpay, kon door gebrek aan hout geen lijkkisten meer maken. De overledenen werden toen in een deken begraven.
Door onophoudelijk geallieerde artilleriebeschietingen op de Duitse stellingen en de barre winterse omstandigheden, was er in begin januari 1945 gebrek aan alles. Het voedsel raakte op en bijna alle bomen in het dorp en de polder waren gerooid voor brandstof. De situatie liep uit de hand en de Duitse commandant gelastte op 17 januari 1945 een algehele evacuatie. De volgende dag trok een lange stoet evacuées vanuit Velddriel richting Zaltbommel. Het was een vreselijke tocht, want de polderwegen waren spekglad en het sneeuwde onafgebroken. Onderweg was er ook nog een beschieting, maar daarbij vielen geen slachtoffers.
In Zaltbommel werd even rust gehouden. Daar werden de ouderen en de allerkleinsten met van
boeren uit Brakel gevorderde karren en een platte wagen naar de provisorisch herstelde brug over de Waal bij Waardenburg vervoerd. Er moesten halsbrekende toeren worden uitgevoerd om de brug over te steken. Vervolgens trok de hele familie Van Eijk via de net aangelegde autoweg Utrecht-'s-Hertogenbosch naar Enspijk. Daar werden ze heel vriendelijk opgevangen door de families Zalm en Vermeulen. De groep werd verdeeld en ondergebracht in de plaatselijke school en bovenin de NH-kerk.
Na een dag of vijf kreeg Marie last van een flinke verkoudheid.
De evacuées hadden vrijwel niets te eten. Ze beschikten ook niet over voedselbonnen. Na enige tijd kregen ze zemelen om pap van te koken en wortels, koolraap en brandnetels om stamppot te maken. Ook kregen ze via de families Zalm en Vermeulen Duitse "kuch' (bruin brood).
Op het ten noorden van Beesd gelegen landgoed Mariënwaerdt kon ook voedsel voor de kinderen verkregen worden.
De nonnen uit Beesd haalden overal kleren op, die door Daantje van Eijk in de schuur van Vermeulen werden vermaakt.
Met Marie ging het ondertussen steeds slechter. Zij werd door dokter Verlinden uit de appelschuur naar mevrouw Spronk aan de Lingedijk gebracht. Daar is zij een paar dagen later op 31 januari 1945 om 09.30 uur overleden. Haar man Adrianus van Eijk deed daarvan zelf aangifte op het stadhuis van Deil.
Marie werd tijdelijk op de RK-begraafplaats in Beesd begraven, maar op 22 augustus 1945 herbegraven op de RK-begraafplaats in (Oud)Empel. Op de begraafplaats in Empel ligt sinds 1992 haar man Petrus van Eijk begraven en op zijn grafsteen wordt ook zijn vrouw Marie gememoreerd.  
Veel kinderen uit haar gezin kregen kort na het overlijden van Marie diarree. Lena, de huishoudster van pastoor Verhoeven uit Empel, zorgde ervoor dat Hanneke en Teun, de twee jongsten kinderen van Marie, opgenomen konden worden in het noodziekenhuis op Marienwaerdt. Twee weken lang zag het er erg slecht voor ze uit, maar ze knapten uiteindelijk toch weer op.
Een ander lid van de Van Eijk-familie, Riek de Ruijter-van Eijk, beviel op 31 maart 1945 in Enspijk van zoon Thijs. Ze lag daarna in een opkamertje in Beesd. Na acht dagen zou ze uit bed mogen, maar ze kreeg ineens koorts. Dokter Verlinden en wijkzuster Alkooy vreesden dat het tyfus was en lieten haar opnemen in het ziekenhuis in Geldermalsen. Daar heeft ze nog de bevrijding meegemaakt. Ze mocht geen bezoek ontvangen, maar kon via de ramen wel contact hebben. De koorts kwam echter weer terug en Riek overleed op 28 mei 1945.

Petrus keerde in mei 1945 met zijn kinderen weer terug naar Empel. Tante Han van Eijk nam de zorg voor het hele gezin op zich.
Petrus heeft 40 jaar voor margarinefabriek Nederveen in 's-Hertogenbosch gewerkt. Toen zijn kinderen jong waren moest hij In de avonduren ook voor zijn melkkoe Roos zorgen. Er moest immers genoeg melk voor de kinderen zijn. Het eten voor het vee moest 's avonds ook met de hand gemaaid worden. Ook verleende hij vaak burenhulp. Tot op hoge leeftijd onderhield Petrus ook het oude kerkhof in Oud- Empel, waar zijn vrouw begraven ligt.




Kaartje (Bron Google maps)

Wat tegenwoordig Oud-Empel heet, was het oorspronkelijke dijkdorp Empel. Dit dorp werd dus in november 1944 grotendeels verwoest door geallieerde bombardementen op Duitsers die zich in het dorp hadden verschanst. Doordat de Maasdijk door de bombardementen instabiel was geworden, werd de bevolking geëvacueerd naar een plek ten zuidoosten van het toenmalige Empel, waar een nieuw dorp Empel is gebouwd, inclusief kerk en gemeentehuis. Dat is dus het huidige dorp Empel. Na reparatie van de dijk is een deel van de bewoners naar het oude Empel teruggekeerd; de huidige buurtschap Oud-Empel. Dit buurtschap ligt ten noordwesten van Empel aan de Empelsedijk, aan de Maas. Ze worden sinds 1968 van elkaar gescheiden door de A2, die toen werd aangelegd.

Klik hier voor een video van amateur-historicus Bob van Boekel (1948-2019) uit Lith, die een mooi beeld geeft van Oud-Empel.


(foto: R. van de Velde)

Aan de Empelsedijk staat ook het ‘Oorlogsgedachtenis Monument Oud-Empel’, dat herinnert aan de evacuatie van alle inwoners uit Oud-Empel tussen 25 en 28 oktober 1944. Het is onthuld op 4 mei 1994 door burgemeester Mr. D. Burgers.
De tekst op de gedenkplaat luidt:

De tekst op het bord ernaast luidt:


(Bron beide foto's: R. van de Velde)




Bronnen:
www.deurnewiki.nl
Gemeentearchief 's-Hertogenbosch
De evacuatie van Empel en Meerwijk (Historische werkgroep Empel)
www.4en5mei.nl
plaatsengids.nl
G.J. de Kruijff
Bob van Boekel

Terug naar de inhoud