Dhr. T. Kruissen
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Geldermalsen
Achternaam: Kruissen
Voornamen: Teunis
Voorletters: T.
Beroep: Ovenbouwer
Geboorteplaats: Geldermalsen
Geboortedatum: 15-07-1900
Overlijdensplaats: Utrecht
Overlijdensdatum: 26-10-1944
Begraafplaats: Algemene begraafplaats Geldermalsen
Gemeente: Geldermalsen
Provincie: Gelderland
Vak:
Nummer:
De ouders van Teunis waren Willem Kruissen (1867-1955) en Teuntje van Soelen (1868-1952) uit Erichem. Ze trouwden in 1893 in Geldermalsen en kregen daar acht kinderen: Aartje (*1894), Jacoba Hendrika (*1896), Pietje (*1898), Teunis (1900-1944), Janna Wilhelmina (*1902), Jacobus Cornelis (1905-1983), Anthonia (*1907), Willem (*1910).
De Chamotte-Unie (Bron: Rar-Tiel)
De Chamotte-Unie (Bron: Rar-Tiel)
Alle kinderen tezamen
Teunis was ovenbouwer bij de Chamotte-Unie in Geldermalsen. Hij trouwde op 15 juni 1938 in Geldermalsen met Anna Maria van Gelderen (1900- 1951) en woonde op de Burgemeester Verweijlaan in Geldermalsen. Anna Maria had al twee kinderen en samen kregen ze nog drie kinderen:
- T. A. (*03-03-1929), zoon van Anna Maria van Gelderen
- Johannes "Joop" van Gelderen (1937-2007), zoon van Anna Maria van Gelderen
- Willem (1939-1940)
- Willem (1942-2001)
- J. (*1944)
Moeder Anna Maria van Gelderen was een zuster van Anthonia en Wilhelmina "Mien" van Gelderen, de moeders van resp. Kees de Bruin en Arend de Gram. Des te tragischer is dat ook de vierde zus, Johanna van Gelderen, getrouwd met de uit Buurmalsen afkomstige Mattheus van der Pol, haar man verloor tijdens de Arbeitseinsatz in 1943 in Witten te Duitsland.
Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 vluchtten veel Duitse soldaten en NSB'ers uit Geldermalsen. Volgens diverse familieleden van het omgekomen trio en familie van een bekend verzetsman uit Geldermalsen zou het volgende gebeurd zijn:
Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 vluchtten veel Duitse soldaten en NSB'ers uit Geldermalsen. Volgens diverse familieleden van het omgekomen trio en familie van een bekend verzetsman uit Geldermalsen zou het volgende gebeurd zijn:
"Anna, de vrouw van de NSB-burgemeester J.F. Remmert, zou tegen haar huishoudster C. van Zandwijk gezegd hebben, dat ze de spullen die zij niet met zich mee konden nemen, mocht hebben. Arend de Gram had verkering met deze huishoudster. Hij vroeg of zijn neef Kees De Bruin en oom Teunis Kruissen, die ook hulp kreeg van zijn oudste zoon T., hem met behulp van een handkar wilden helpen om de spullen uit het huis te halen. Ook levende have was niet veilig, want het geitje van de dochters van de burgemeester werd ook meegenomen.
Na enkele dagen keerden de burgemeester en de Duitse soldaten echter weer terug. De burgemeester bemerkte dat zijn huis helemáál was leeggehaald en eiste alle huisraad weer van de huishoudster terug. Ook de Feldgendarmerie bemoeide zich ermee, bedreigde o.a Anna Maria van Gelderen en sloeg haar tot bloedens toe met een revolver in haar gezicht, dit onder toeziend oog van haar oudste zoon.
Burgemeester Remmert en de Feldgendarmerie spraken van plundering en al snel was duidelijk wie hierbij betrokken waren. Kees de Bruin en Arend de Gram gaven zich al spoedig aan. Teunis Kruissen dook echter onder bij familie in Erichem.
Burgemeester Remmert en de Feldgendarmerie spraken van plundering en al snel was duidelijk wie hierbij betrokken waren. Kees de Bruin en Arend de Gram gaven zich al spoedig aan. Teunis Kruissen dook echter onder bij familie in Erichem.
Bijna alle meubelstukken werden teruggevonden, maar ondergoed, linnen en textiel waren in de tussentijd al van hand tot hand gegaan en niet meer te traceren. Omdat Teunis zich nog niet bij de politie had gemeld, werd de vrouw van Kees de Bruin gegijzeld, waarop Teunis zich tenslotte op 25 oktober 1944 ook bij de Feldgendarmerie meldde. Het trio werd de volgende dag onder begeleiding van de plaatselijke politieman Wildschut per auto naar Utrecht overgebracht. Deze agent heeft ze bij een sanitaire stop bij de pont in Beusichem nog de raad gegeven dat ze moesten vluchten. De mannen vertelden hem dat ze niets verkeerd hadden gedaan en dat ze dat in Utrecht ook zouden verklaren."
Aan het begin van die middag werden de drie mannen afgeleverd bij de Deutsche Untersuchungs- und Strafgefängnis Wolvenplein in Utrecht (zie foto).
Monument in Fort de Bilt Plaquette met bovenaan de namen van de slachtoffers uit Geldermalsen
Enkele uren later werd het drietal overgebracht naar Fort De Bilt, waar ze rond 17.00 uur standrechterlijk werden geëxecuteerd. Hun overlijden is aangegeven door rechercheur P.A. Loenen.
De uitleg van burgemeester Remmert een week na de executie
Zie hier de overlijdensakte van Teunis.
Bron: Teisterbander
De slachtoffers werden in Utrecht begraven. In juli/augustus 1945 schakelde de familie van de slachtoffers dhr. Koenen en zijn twee zonen Gradus en Dirk uit de volkswijk 't Rot in om de stoffelijke overschotten met de platte wagen, bespannen met twee paarden naar Geldermalsen te transporteren. Om uitsluitsel te geven dat het de juiste personen betrof, moesten zij de stoffelijke overschotten na tien maanden nog identificeren. De herbegrafenis vond plaats op de Algemene begraafplaats te Geldermalsen.
De vrouw van Teunis kreeg tot overmaat van ramp in 1945 TBC en werd ruim zes jaar verpleegd in een soort tent achter de Barbaraziekenhuis in Culemborg en overleed tenslotte aan de gevolgen daarvan in januari 1952. De nog jonge kinderen van Teunis verbleven eerst enkele jaren in een weeshuis in Apeldoorn en werden rond 1948 liefderijk opgenomen in het gezin van "Mien" van Gelderen, wiens enige zoon Arend ook was geëxecuteerd. De grafzerk van deze pleegouders maakt hiervan nog melding.
Bron: RAR, Tiel
Bron: "Echo's uit de oorlog" van J. Schelvis
In januari 1947 werd tegen oud-burgemeester Remmert van Geldermalsen een strafproces gevoerd. Klik hier voor een uitgebreid verslag daarvan.
Met dank aan dhr. J. Kruissen voor de familiefoto's en leden van het Stamboomvragenforum, met name Ludmilla van Santen