Dhr. P.A. van Sterkenburg
Gemeente Culemborg > Burgerslachtoffers
Achternaam: Sterkenburg
Tussenvoegsel: van
Voornamen: Petrus Aleid
Voorletters: P.A. Rang Brig. Art.
Mil. onderdeel: KNIL.
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum:; 31-01-1916
Overlijdensplaats: Chungkai
Overlijdensdatum: 09-05-1943
Overlijdensdatum: 09-05-1943
Begraafplaats: Chungkai War Cemetery
Gemeente: Chungkai
Gemeente: Chungkai
Land: Thailand
Vak: 10
Rij: E
Rij: E
Nummer: 5
Bron foto graf: OGS
Piet op 5-jarige leeftijd
De Culemborgse grootvader van Piet, Johannes van Sterkenburg, was militair wachter op Fort Everdingen. Zijn zoon Petrus (1876) werkte daar ook als fort-en sluiswachter. Peter trouwde in januari 1900 met de Culemborgse Cornelia Pastoors. Ze woonden bij zijn ouders in en kregen samen 10 kinderen:
- Johannes (1900)
- Arnoldus (1902)
- Elizabeth (1905)
- Maria (1906)
- Aleid (1908-1909)
- Cornelia (1911-1911)
- Cornelis (1912)
- Petrus (1914-1914)
- Petrus Aleid (1916)
- Jacoba (1917)
Peter woonde met zijn gezin in Culemborg tot september 1930, waarna hij verhuisde naar De Werken en Sleeuwijk, het tegenwoordige Werkendam. Ook hier was hij werkzaam als militair wachter op een van de forten van de Hollandse Waterlinie.
Toen zijn zoon Peter Aleid ("Piet") 18 jaar werd, meldde hij zich aan voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). In april 1937 vertrok hij naar Nederlands Oost Indië.
Toen zijn zoon Peter Aleid ("Piet") 18 jaar werd, meldde hij zich aan voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). In april 1937 vertrok hij naar Nederlands Oost Indië.
Hierboven een van zijn eerste briefkaarten naar zijn familie
Een brief van oudejaarsdag in 1939
Toen in december 1941 ook in dit overzeese gebiedsdeel de Tweede Wereldoorlog uitbrak werd Piet begin 1942 door de Japanners geïnterneerd en enkele maanden later overgebracht naar Birma, waar hij met veel landgenoten aan de beruchte Birmaspoorweg moest werken. Hier is hij op 27-jarige leeftijd, vermoedelijk door uitputting of ziekte, om het leven is gekomen.
Onderstaande brief van een priester aan een broer van Piet, drie jaar na zijn dood:
De Birma-spoorweg is de spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de 'Dodenspoorweg'.
De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren. In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven: In Thailand en Myanmar (het vroegere Birma) liggen de slachtoffers van de Birmaspoorweg begraven op een drietal erevelden, te weten in Thailand het ereveld Kanchanaburi (1896 Nederlandse oorlogsgraven) en het ereveld Chunkai (313 Nederlandse oorlogsgraven) en in Myanmar het ereveld Thanbyuzayat (621 Nederlandse oorlogsgraven).
Klik hier voor een aflevering van De Oorlog over de oorlog in Indië