Dhr. H.G. Verhoeven uit Empel
Gemeente West Betuwe > Buiten de slachtofferslijst > Overleden evacuees uit Bommelerwaard
Achternaam: Verhoeven
Voornamen: Henricus Godefridus
Voornamen: Henricus Godefridus
Voorletters: H.G.
Beroep: pastoor
Geboorteplaats: Bladel
Geboortedatum: 26-10-1881
Overlijdensplaats: Beesd
Overlijdensdatum: 04-02-1945
Beroep: pastoor
Geboorteplaats: Bladel
Geboortedatum: 26-10-1881
Overlijdensplaats: Beesd
Overlijdensdatum: 04-02-1945
Begraafplaats: RK-kerkhof Empel
Gemeente: 's-Hertogenbosch
Graf ID-Nummer:103797
Graf ID-Nummer:103797
De tweede voornaam ontbreekt op zijn grafsteen.
Henricus was een zoon van bakker Henricus Verhoeven (Hilvarenbeek 1840-1889 Bladel) en Goverdina Verstappen (Bladel 1844-1918 Bladel). Zij trouwden op 19 november 1880 in de gemeente Bladel en Netersel.
Henricus jr. studeerde vanaf 1896 aan de seminariën van het bisdom Den Bosch in Haaren. Dat waren twee soorten seminaries: het Klein-Seminarie, eigenlijk een klassieke gymnasiumopleiding voor jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, als vooropleiding voor het Groot-Seminarie, de eigenlijke priesteropleiding. Hier werd hij op 5 juni 1909 tot priester gewijd en werd vervolgens vanaf 10 juli 1910 kapelaan te Maarheeze en vanaf 30 juli 1916 kapelaan in het Eindhovense Tongelre.
Henricus jr. studeerde vanaf 1896 aan de seminariën van het bisdom Den Bosch in Haaren. Dat waren twee soorten seminaries: het Klein-Seminarie, eigenlijk een klassieke gymnasiumopleiding voor jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, als vooropleiding voor het Groot-Seminarie, de eigenlijke priesteropleiding. Hier werd hij op 5 juni 1909 tot priester gewijd en werd vervolgens vanaf 10 juli 1910 kapelaan te Maarheeze en vanaf 30 juli 1916 kapelaan in het Eindhovense Tongelre.
Op 10 maart 1922 werd hij als kapelaan overgeplaatst naar de Sint-Willibrordusparochie in Deurne, als opvolger van Rudolphus Martinus Barten (1888-1940).
Bidprentje van H.G. Verhoeven (Bron: G.J. de Kruijff)
De Landelinuskerk, pastorie en parochiehuis in 1903 (Bron: Bob van Boekel)
Installatie van pastoor Verhoeven (midden) in 1929 met prominente inwoners uit Empel (Bron Ergoed 's -Hertogenbosch)
Op 30 mei 1929 volgde zijn benoeming als pastoor van de St. Landelinusparochie te Empel. Hij werd daarbij geassisteerd door kapelaan Frans van Dijk. Als dienstbode kregen ze de in Deurne geboren Helena Maria (Lena) Althuizen (1899-1991). Als zij tijd overhad, vulde ze die met jeugdwerk. Ook schijnt er nog een andere dienstbode te zijn geweest: Anna.
Inzegening door pastoor Verhoeven van het Kruis in Gewande in 1932 (Bron Ergoed 's -Hertogenbosch)
Totaal verwoeste Landelinuskerk in Oud-Empel (Bron: Bob van Boekel)
Op 17 september 1944 werden in het kader van de operatie Market-Garden de Maasbruggen en Duitse luchtdoelgeschut bij het nabijgelegen 's-Hertogenbosch door geallieerde troepen beschoten en gebombardeerd. Een week later was er in (Oud-)Empel een invasie van de Duitse 712e Infanterie Divisie, die er een verdedigingsstelling wilden maken. Op 8 oktober moesten de eerste inwoners in het buitengebied Gewande en 't Wild al evacueren.
Op 23 oktober waren de eerste beschietingen in Rosmalen en ’s-Hertogenbosch en vielen de eerste geallieerde granaten op (Oud)Empel, waarbij de kerk en directe omgeving voltreffers kreeg. Die dag staakt pastoor Verhoeven de kerkdiensten.
Twee dagen later werden de eerste Engelsen militairen bij 't Slot waargenomen, maar dit was van korte duur. Op 26 oktober waren de Duitsers weer terug en alle ca. 250 inwoners werden verplicht om te evacueren. Pastoor Verhoeven stond al vroeg op straat bij de pastorie om de Heilige Communie uit te delen aan allen die nog even tijd hadden. Hij had echter zoveel hosties over dat hij aan iedereen vroeg om meerdere malen de H. Communie te nuttigen. Toen de kelk leeg was kon hij ook zijn spullen gaan pakken.
Beladen met tassen, koffers en rugzakken liep men naar drie gammele roeibootjes, die bij oversteekplaats/loswal D'n Bol lagen. Hier moesten ca. 240 mensen de Maas worden overgezet. Roeispanen waren er onvoldoende en moesten snel gekapt worden van het griendhout in de buurt. Per keer gingen er 1-12 mensen mee. Er werd geroeid van 10.30 uur tot ’s middags 15.00 uur.
Bij Casterens Hoeve (=A op het kaartje), aan de overkant van de Maas, kwamen ze door het gebied De Hoef en zag je Empel van een heel andere kant. Door de weilanden liepen ze naar de Drielsche dijk, een stuk linksaf over de dijk en daarna rechts de dijk af richting Velddriel (= B op het kaartje). Veel inwoners stonden aan het hek om naar de stoet te kijken.
In Velddriel kwamen ze eerst bij de plaatselijke evacuatiecoördinator Verhoeven (bijnaam “De Kuil”) terecht, die de evacuées indeelde. Sommige Empelnaren kregen onderdak bij familie, maar de meesten kwamen bij onbekenden in huis. Waar pastoor Verhoeven, zijn kapelaan en dienstbodes verbleven, is (nog) niet bekend. Volgens een getuige heeft pastoor Verhoeven hier nog gezien dat zijn kerk en pastorie in Empel om 14.20 uur op 13 november door de Duitsers werd opgeblazen. Mentaal was hij hierdoor gebroken.
Het kleine dorpje van 600 inwoners werd bevolkt door 4000 personen.
Om de dagen door te komen werd er veel gekaart en/of monopolie gespeeld. Appels waren er in het begin in overvloed. Ze werden gepoft in de as van de kachel en smaakte ook lekker op brood. Als er koeien of paarden in de wei door granaatvuur omkwamen, was het vlees verkrijgbaar bij Van den Biggelaar en Spijkers.
Om de dagen door te komen werd er veel gekaart en/of monopolie gespeeld. Appels waren er in het begin in overvloed. Ze werden gepoft in de as van de kachel en smaakte ook lekker op brood. Als er koeien of paarden in de wei door granaatvuur omkwamen, was het vlees verkrijgbaar bij Van den Biggelaar en Spijkers.
Dagelijks waren er begrafenissen met soms een eucharistieviering als er minder beschietingen waren. De geëvacueerde Empelse timmerman Willem Carpay, kon door gebrek aan hout geen lijkkisten meer maken. De overledenen werden toen in een deken begraven.
Door onophoudelijk geallieerde artilleriebeschietingen op de Duitse stellingen en de barre winterse omstandigheden, was er in begin januari 1945 gebrek aan alles. Het voedsel raakte op en bijna alle bomen in het dorp en de polder waren gerooid voor brandstof.
De dag werd gevuld met kaartspel of monopolie. Dagelijks waren er begrafenissen met soms een eucharistieviering als er minder beschietingen waren. De geëvacueerde Empelse timmerman Willem Carpay, had op het laatst geen hout meer om lijkkisten te maken. De overledenen werden dan in een deken begraven.
De situatie liep uit de hand en de Duitse commandant gelastte op 17 januari 1945 een algehele evacuatie. De volgende dag trok een lange stoet evacuées vanuit Velddriel richting Zaltbommel. Het was een vreselijke tocht, want de polderwegen waren spekglad en het sneeuwde onafgebroken. Onderweg was er ook nog een beschieting, maar daarbij vielen geen slachtoffers. Een Empelse getuige had pastoor Verhoeven nog gezien: "Hij had dekens om zijn hals en over zijn toga en sukkelde voort."
In Zaltbommel werd even rust gehouden. Daar werden de ouderen en de allerkleinsten met van boeren uit Brakel gevorderde karren en een platte wagen naar de provisorisch herstelde brug over de Waal bij Waardenburg vervoerd. Er moesten halsbrekende toeren worden verricht om de brug over te steken.
In Zaltbommel werd even rust gehouden. Daar werden de ouderen en de allerkleinsten met van boeren uit Brakel gevorderde karren en een platte wagen naar de provisorisch herstelde brug over de Waal bij Waardenburg vervoerd. Er moesten halsbrekende toeren worden verricht om de brug over te steken.
Tegen de middag kwamen de meesten aan bij de NH-kerk van Geldermalsen. Hier werd brood uitgedeeld en de evacueés werden door het plaatselijke evacuatiecomité verspreid over het Rivierengebied naar plaatsen zoals Beesd, Geldermalsen, Culemborg of nog noordelijker, naar Friesland. Door ziekte en ontberingen tijdens deze reis, zijn in deze winter vijftien (Oud)Empelnaren overleden.
De manufacturenwinkel van Schlatmann en na de oorlog de woninginrichtingszaak van familie De Hoog (Bron: G. de Kruijff)
Uiteindelijk werd Pastoor Verhoeven met zijn kapelaan, twee dienstbodes en andere dorpsgenoten naar Beesd gestuurd. Hier kwamen ze terecht bij de familie Schlatmann. Deze familie had een bekende en florerende manufacturenzaak op de Voorstraat B83. De pastoor heeft hier maar een kleine week vertoefd, want op 5 februari 1945 deed de jongste dochter uit dit gezin, de 33-jarige Elisabeth Schlatmann, bij de gemeente Beesd aangifte van zijn overlijden. Hij was op 3 februari om 18.30 uur overleden en werd drie dagen later tijdelijk in Beesd begraven.
Lena bekommerde zich vervolgens over de Empelse evacuées in Beesd en omgeving. Toen Marie van Eijk in Enspijk op 31 januari 1945 aan tyfus overleed, kregen enkele van haar acht kinderen erge diarree. Lena zorgde ervoor dat de twee jongsten kinderen, Hanneke en Teun, opgenomen werden in het noodziekenhuis op Mariënwaerdt in Beesd. Twee weken lang zag het er erg slecht voor ze uit, maar ze knapten uiteindelijk toch weer op.
Lena en Annie keerden in mei 1945 weer terug naar hun totaal verwoeste dorp (Oud)Empel. De meeste woningen, de kerk, het parochiehuis waren totaal vernield of afgebrand. Ook was het nog heel gevaarlijk door de talrijke landmijnen die her en der lagen.
Rechts de grafsteen van pastoor Verhoeven (foto R. van de Velde)
De pastoor werd in augustus 1945 op de plaatselijke begraafplaats, nabij de Landelinuskerk, in Empel herbegraven. Zijn graf is er nog steeds te vinden. Op zijn onderkomen grafsteen ontbreekt zijn tweede voornaam.
De pastoor werd in augustus 1945 op de plaatselijke begraafplaats, nabij de Landelinuskerk, in Empel herbegraven. Zijn graf is er nog steeds te vinden. Op zijn onderkomen grafsteen ontbreekt zijn tweede voornaam.
Lena (Bron: MyHeritage)
Het jaar daarop trok Lena naar Heeze, waar haar een grote parochie met pastoor en kapelaans wachtte, en in 1950 naar Helmond. Lena kon in 1968 van haar welverdiende pensioen gaan genieten, maar zij bleef onvermoeid dienstbaar voor familie en kennissen. Voor haar vele werk en inzet werd zij beloond met de onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice en de eremedaille in zilver verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
Hier staat Henricus Verhoeven op de rerelijst vermeld als oorlogsslachtoffer, met de aantekening dat hij "buiten zijn schuld is overleden als gevolg van een oorlogssituatie". Hier wordt naar alle waarschijnlijkheid bedoeld, dat hij vanwege de gevolgen van de ontberingen tijdens de evacuatie van Velddriel naar Beesd is omgekomen.
Kaartje (Bron Google maps)
Wat tegenwoordig Oud-Empel heet, was het oorspronkelijke dijkdorp Empel. Dit dorp werd dus in november 1944 grotendeels verwoest door geallieerde bombardementen op Duitsers die zich in het dorp hadden verschanst. Doordat de Maasdijk door de bombardementen instabiel was geworden, werd de bevolking geëvacueerd naar een plek ten zuidoosten van het toenmalige Empel, waar een nieuw dorp Empel is gebouwd, inclusief kerk en gemeentehuis. Dat is dus het huidige dorp Empel. Na reparatie van de dijk is een deel van de bewoners naar het oude Empel teruggekeerd; de huidige buurtschap Oud-Empel. Dit buurtschap ligt ten noordwesten van Empel aan de Empelsedijk, aan de Maas. Ze worden sinds 1968 van elkaar gescheiden door de A2, die toen werd aangelegd.
In 1948 is in Empel een straatnaam naar Pastoor Verhoeven vernoemd.
Klik hier voor een video van amateur-historicus Bob van Boekel (1948-2019) uit Lith, die een mooi beeld geeft van Oud-Empel.
(foto: R. van de Velde)
Aan de Empelsedijk staat ook het ‘Oorlogsgedachtenis Monument Oud-Empel’, dat herinnert aan de evacuatie van alle inwoners uit Oud-Empel tussen 25 en 28 oktober 1944. Het is onthuld op 4 mei 1994 door burgemeester Mr. D. Burgers.
De tekst op de gedenkplaat luidt:
De tekst op het bord ernaast luidt:
(Bron beide foto's: R. van de Velde)
Bronnen:
www.deurnewiki.nl
Gemeentearchief 's-Hertogenbosch
De evacuatie van Empel en Meerwijk (Werkgroep Empel)
www.4en5mei.nl
plaatsengids.nl
G.J. de Kruijff
Bob van Boekel