Hr. K. van Ommeren
Gemeente Buren > Burgerslachtoffers > Ravenswaaij
Achternaam: Ommeren
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Koenraad
Voorletters: K.
Beroep: Ingenieur elektrotechnicus
Geboorteplaats: Ravenswaaij
Geboortedatum: 07-04-1918
Overlijdensplaats: Berlijn
Overlijdensdatum: 23-11-1943
Begraafplaats: Stoffelijk overschot verbrand en nooit gevonden
De ouders van Koenraad waren: landbouwer Koenraad van Ommeren (*1874) en de uit Langbroek afkomstige Gerdina Kool (*1878). Ze trouwden op 5 mei 1904 te Maurik. Ze woonden in huize Hazenberg aan de Donkerstraat 12 in Ravenswaaij.
Samen kregen Koenraad en Gerdina de volgende kinderen:
Samen kregen Koenraad en Gerdina de volgende kinderen:
- Willemina "Willemien" Anna, geboren 29 januari 1905 te Ravenswaaij
- Jan "Jo" Gerhard, geboren 9 november 1906 Ravenswaaij (Buren) overleden Ravenswaaij 15 april 1991 was getrouwd met Metje Angenita Cornelia van Buuren
- Cornelia, geboren 28 maart 1908 Ravenswaaij (Buren)
- Hendrika Jannigje Willemina, geboren 13 december 1909 Ravenswaaij
- Gerarda, geboren 16 februari 1912
- Gerdina Cornelia, (1914-1915)
- Koenraad, (1918-1943)
- Anna Catharina, (1921-1942) Overleden a.g.v. TBC in ziekenhuis te Culemborg.
Deze foto is vermoedelijk genomen tijdens de mobilisatie in het westen van het land. Koen is niet duidelijk te herkennen.
v.l.n.r. :Willemien, ? , Gerdien, Leen Nout en tweede van rechts Jo van Ommeren, vermoedelijk met vrienden en familie in een café in of nabij Zoelmond
Na de lagere school in Ravenswaaij gevolgd te hebben ging Koen, samen met zijn lagere schoolvriend Beusichemmer Huib Dirksen, tot 1938 naar de HBS in Tiel. Vervolgens studeerde Koen naar zeggen elektrotechniek aan de Technische Universiteit in Delft. Hij woonde daar op de Prins Mauritsstraat 18. Wanneer hij daar is afgestudeerd is (nog) niet bekend.
In juni 1942 is Koen als vrijwillige arbeidskracht bij Siemens in Berlijn terecht gekomen. Hij woonde in de wijk Berlin-Charlottenburg aan de Eosanderstrasse 8.
Op 20 juni 1943 stuurde Koen nog een brief naar zijn ouders, waarin hij hen bedankte voor het zenden van een mandje met kersen. Helaas was een gedeelte al rot, maar de van de rest had hij pap gekookt.
Berlijn, de hoofdstad van Nazi Duitsland, was het doel van 363 luchtaanvallen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Berlijn werd gebombardeerd door RAF Bomber Command tussen 1940 en 1945 en door de USAAF 8ste Air Force tussen 1942 en 1945, als onderdeel van de geallieerde campagne van strategische bombardementen op Duitsland.
De eerste luchtaanval was in de nacht van 18 op 19 november 1943. Berlijn werd aangevallen door 440 Avro Lancasters en vier de Havilland Mosquito's. De stad lag onder de wolken en de ravage was niet groot. De tweede grote luchtaanval was in de nacht van 22 op 23 november 1943. Dit was de meest doeltreffende luchtaanval van de RAF op Berlijn. De aanval veroorzaakte veel schade in het regeringscentrum, ten westen van het centrum, Tiergarten en Charlottenburg, Schöneberg en Spandau. Vanwege het droge weer, ontstonden verschillende vuurstormen. De Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche werd verwoest. Verschillende andere gebouwen werden of beschadigd of verwoest, inclusief de ambassades van Groot Brittannië, Frankrijk, Italië en Japan, verder het plein Charlottenburg en de Berlijnse dierentuin, alsmede diverse ministeries. Deze aanvallen veroorzaakten een enorme verwoesting en verlies aan mensenlevens in Berlijn. De luchtaanval van 22 november 1943 doodde 2000 inwoners en raakten 175.000 mensen dakloos. De volgende nacht werden 1000 mensen gedood en raakten 100.000 inwoners dakloos.
Koen verbleef samen met zijn Rotterdamse vriend elektrotechnicus Johannes Adrianus "Jan" van Toorn (*1914) in een huis in het genoemde district in Berlijn. Op de avond van 23 november 1943 werd hun huis door een zware brisantbom getroffen, raakte in brand en stortte in. De reddingsploeg kon de morgen erna geen overlevenden meer in de schuilkelder van het huis vinden en aangenomen werd dat iedereen was omgekomen. Enkele dagen later was daarover zekerheid toen er papieren en een portefeuille van Koen in die kelder werden gevonden.
Zijn ouders kregen op 31 december 1943 bericht van zijn overlijden, terwijl zij bezig waren met oliebollen bakken. Dat hebben zij daarna ook nooit meer gedaan, evenals de vlag buiten hangen bij feestelijkheden. De moeder van Koen heeft altijd hoop gehad dat hij nog zou terugkeren. Koen's spullen die thuis achter een gordijn waren opgeslagen, mochten om die reden nooit aangeroerd worden.
H. Kuipers, C.P. Tas en A. v.d. Gaag, drie vrienden van Koen en Jan, stuurden de beide ouders van de omgekomenen op 12 december 1943 een brief met de toedracht van het ongeluk. De eerste twee mannen woonden op Uhlandstrasse 116/117 in Berlijn-Wilmersdorf en de laatste op Busschallee 18II in Berlin-Weissensee. Wat er met hen uiteindelijk is gebeurd, is onbekend.
Met dank aan Fanny van Ommeren en Ludmilla van Santen