Dhr. A.P.G.F. Versteegh
Gemeente Culemborg > Burgerslachtoffers
Achternaam:Versteegh
Voornamen: Arnoldus Patricius Guilúlmus Flourens
Voorletters: A.P.G.F.
Beroep: Verkoper
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum: 05-09-1891
Overlijdensplaats: Ambarawa, Banjoebiroe, kamp 10
Overlijdensdatum: 22-08-1945
Begraafplaats: Nederlands ereveld Kalibanteng te Semarang
Gemeente: Semarang
Land: Indonesië
Vak: M-III
Nummer: 264
Voorletters: A.P.G.F.
Beroep: Verkoper
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum: 05-09-1891
Overlijdensplaats: Ambarawa, Banjoebiroe, kamp 10
Overlijdensdatum: 22-08-1945
Begraafplaats: Nederlands ereveld Kalibanteng te Semarang
Gemeente: Semarang
Land: Indonesië
Vak: M-III
Nummer: 264
Bron foto graf: OGS
Pieter Versteegh trouwde in Amerongen in 1881 met Antoinette de Ridder. Hier kregen ze samen de volgende kinderen: Arnold (1891-1945), Margaretha (1881), Antoinetta (1883) en Gijsberta (1886). Pieter vertrok daarna door familieomstandigheden naar Indië, waar hij als arts tekende bij het KNIL. Hij specialiseerde zich daar als chirurg. Rond 1890 verhuisde hij naar Culemborg, waar hij een van de grondleggers werd van het Barbaraziekenhuis.
Dit is het studentikoze elftal van Tonido, de voorloper van Vriendenschaar, uit 1908 op het veld bij de Westersingel. Hier staan drie broers Versteegh op: Pieter de vierde van links, dan Arnold de zesde van links en Floris, de op een na laatste. Twee daarvan werden arts en een werd later procureur-generaal. Op de foto staan bovendien de broers W.B. en A.M.J. Dresselhuys. Ook Cees Hocke, de latere arts.
Arnold werd op 5 mei 1891 op het Voorburg in Culemborg geboren (zie foto van zijn zusjes. Bron I. Rink-Geurts). Hij verbleef hier tot rond 1915, waarna hij tekende bij het KNIL. Van januari tot oktober 1921 woonde hij met zijn in Menado (Ned.-Indie) geboren vrouw Agathe Baker weer in Culemborg op Triosingel 35. Arnold was toen vertegenwoordiger in sigaretten. Na deze periode vertrok het echtpaar naar Den Haag. Blijkbaar zijn ze in de jaren daarna gescheiden, want in 1929 trouwde hij met de 31-jarige Maria van Oosterwijk, die al een 8-jarig zoon Godfridus had uit een eerder huwelijk met dhr. Schreurs. Het is tot nu toe onbekend, wanneer dit echtpaar weer naar Nederlands-Indie is getogen. Wel is bekend dat op 10 juni 1942, kort na de Nederlandse capitulatie, het gezin daar werd geïnterneerd.
Het eerste kamp waar ze terecht kwamen was de landbouwkolonie Kesilir, op de meest oostelijke kant van Java. Ze verbleven hier tot 15 augustus 1943. Volgens officiële papieren werd het gezin na deze datum gescheiden en kwamen de gezinsleden in verschillende kampen terecht. Arnold verbleef in Ambrawa op Midden-Java in kamp Banjoebiroe 10. Hier kwam hij op 22 augustus 1945 om het leven. Zijn vrouw kwam eerst in de Hoogendorplaan in Surabaya terecht en vervolgens februari 1945 in Semarang in kamp Halmaheira, waar zij overleed op 11 augustus 1945. Ze ligt op dezelfde begraafplaats als Arnold begraven (Bron foto van haar grafkruis: OGS.) Zijn stiefzoon Godfried overleefde deze kampen. Hij beweert dat Arnold op 22 augustus 1945 overleed in Ambarawa op Midden-Java in kamp 7.