Dhr. E.J. Wilbrink
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Tricht
Achternaam: Wilbrink
Voornamen: Eduard Jacobus
Voorletters: E.J.
Beroep: Tekenaar Kadaster, lid verzet
Geboorteplaats: Tricht
Geboortedatum 03-02-1914
Overlijdensplaats: Utrecht
Overlijdensdatum: 08-03-1945
Categorie: Burger
Begraafplaats: Nederlands ereveld Loenen
Gemeente: Apeldoorn (ereveld)
Provincie: Gelderland
Vak: A
Nummer: 1016
Bron foto graf: OGS
De familie Wilbrink bij hun 25-huwelijksfeest in 1930. Achter v.l.n.r. Johannes, Eduard en Peter
De ouders van Eduard waren de Haarlemse kapper Eduard Jacobus Wilbrink (1877-1969) en de uit Tricht afkomstige Jansje Smits (1877-1932). Zij trouwden op 28 september 1905 in Buurmalsen. Ze kregen samen drie zonen:
- Peter (*1906-1972), woonde in Den Bosch. Vanaf 1954 woonde zijn vader bij hem in.
- Johannes (*1909), woonde in Amsterdam
- Eduard Jacobus (1914-1945).
Eduard verhuisde op 19 januari 1941 naar 's-Hertogenbosch. Onderzocht moet worden wat hij daar precies deed.
Hij is verloofd geweest met Jo Knobbout uit Beusichem. Zij onderhield na de oorlog nog steeds contact met zijn familie.
Hij is verloofd geweest met Jo Knobbout uit Beusichem. Zij onderhield na de oorlog nog steeds contact met zijn familie.
Bron foto's: fam. Zandvliet
Eduard was tekenaar bij het Kadaster en lid van het verzet. Naar het schijnt was hij betrokken bij de vluchtroute voor geallieerde piloten en die liep deels door het Trichtse Veld. Vermoedelijk werd hij door deze activiteiten eind 1944 door de SD gearresteerd. Hij zei daarbij tegen zijn vader: "Ik heb het niet gedaan, waarvan ze mij beschuldigen." Er werd gefluisterd dat hij iemand in bescherming wilde nemen. Zijn vader vertelde later: "Hij was opgesloten voor een geval in Tiel waar hij buiten stond." Vervolgens werd Eduard overgebracht naar de gevangenis in Utrecht waar hij werd gemarteld om hem tot bekentenissen te dwingen.
In de nacht van 6 op 7 maart 1945 raakte de SS-officier Hanns Albin Rauter, de nazi-Duitse leider van de politie in Nederland, bij de Woeste Hoeve op de oostelijke Veluwe zwaargewond bij een toevallige aanslag. Op 8 maart 1945 executeerden de Duitse bezetters als represaille 117 gevangenen bij de plaats van de aanslag. Uit de gevangenis op het Wolvenplein in Utrecht werden zes personen uitgekozen, die op 8 maart 1945 in het fort De Bilt werden gefusilleerd. Hierbij hoorden ook Adriaan van Zee en andere gearresteerde verzetslieden uit het land van Heusden en Altena. De andere waren: Arie Gerrit Boom, Frans Nicolaas van Dijk, Cornelis Mari Hazeleger, Johan François Kievits, Anton Kröner, Huibert van der Maaden, Marius Daniël Nieuwenhuijzen, Jacobus Vastmaar, Aart Cornelis Vermeulen uit Culemborg, Adriaan Theodoor Visser en Eduard Jacobus Wilbrink.
In de nacht van 6 op 7 maart 1945 raakte de SS-officier Hanns Albin Rauter, de nazi-Duitse leider van de politie in Nederland, bij de Woeste Hoeve op de oostelijke Veluwe zwaargewond bij een toevallige aanslag. Op 8 maart 1945 executeerden de Duitse bezetters als represaille 117 gevangenen bij de plaats van de aanslag. Uit de gevangenis op het Wolvenplein in Utrecht werden zes personen uitgekozen, die op 8 maart 1945 in het fort De Bilt werden gefusilleerd. Hierbij hoorden ook Adriaan van Zee en andere gearresteerde verzetslieden uit het land van Heusden en Altena. De andere waren: Arie Gerrit Boom, Frans Nicolaas van Dijk, Cornelis Mari Hazeleger, Johan François Kievits, Anton Kröner, Huibert van der Maaden, Marius Daniël Nieuwenhuijzen, Jacobus Vastmaar, Aart Cornelis Vermeulen uit Culemborg, Adriaan Theodoor Visser en Eduard Jacobus Wilbrink.
Zijn schoonzus moest naar Utrecht komen om Eduard te identificeren. De volgende dag werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het huis van zijn ouders in Buurmalsen, waar het werd opgebaard. Zijn nichtje Jansje herinnert zich dat nog goed: "Ik werd door mijn vader (Peter, red) opgetild om in de kist te kunnen kijken. Ik weet nog heel goed dat ik een zwart rondje op zijn voorhoofd zag en veel gaten in zijn overhemd."
Voor de vader van Eduard was dit alles zo traumatisch, dat hij zijn kapperszaak verkocht en bij zijn zoon Peter en zijn gezin in Den Bosch ging wonen.
Uit: De Teisterbander
Jaarlijks werden in het kader van de Dodenherdenking namens het gemeentebestuur ook bloemen gelegd op het graf van de heer E.J. Wilbrink op de begraafplaats te Buurmalsen, waar Eduard sinds 29 juni 1945 lag begraven op grafnummer 26. Zijn graf werd jarenlang onderhouden door de familie. Die had meerdere graven in onderhoud en moest op een gegeven moment de afweging maken hoelang daar nog mee door te gaan. Of het onderhoud van bepaalde graven kon worden beëindigd en/of het onderhoud van bepaalde graven moest worden voortgezet. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de familie, de gemeente en de Oorlogsgravenstichting. Op het moment dat het graf van een oorlogsslachtoffer moet worden geruimd, neemt de Oorlogsgravenstichting de verantwoordelijkheid hiervoor over. Dit leek de familie een aanvaardbare oplossing het graf van Eduard naar het Nederlands Ereveld in Loenen over te laten brengen. Dit heeft op 20 juli 2006 plaatsgevonden. Mogelijk dat trouwe bezoekers van de Dodenherdenking in Buurmalsen zich hebben afgevraagd of en waarom er een graf werd overgeslagen. Dit is dus de achterliggende reden.
Uit: Echo's van de oorlog, blz. 77
Met dank aan de familie Zandvliet-Wilbrink