Verzetsman Leo Lamers
Gemeente Buren > Verzet in regio Buren
Leonard (Leo) Lamers (1922-2016) kwam uit Leiden. Hij was de zoon van de Zeeuw Harmannus Jan Lamers (1880-1972) en Johanna Maria Buijse (1887-1971). Ze kregen op de Hooge Rijndijk 30 in Leiden samen 9 kinderen.
Aan het begin van de oorlog was Leo 2e Luitenant. Zijn vader was actief in de Ordedienst (OD) en heeft kort gevangen gezeten in het Oranjehotel in Scheveningen.
Leo was student en moest onderduiken. Via zijn zwager Henk Leusink kreeg hij in 1943 van hem een persoonsbewijs van de gemeente Echteld, waarop hij vijf jaar ouder was. Het was de bedoeling dat Leo in de Bommelerwaard de LO zou organiseren, fincieren en coördineren. Al snel werd hij betrokken bij de verspreiding van illegale kranten. Hij werkte vanuit het huis van de in Geldermalsen wonende familie Lievense, die een grote rol speelden in het plaatselijk verzet. Vervolgens streek hij neer in Neerijnen en bouwde al snel een heel netwerk op. Dit was nodig om onderduikers van adressen te kunnen voorzien. Daarna kwam hij in Culemborg terecht bij familie Van der Linden in de Tollenstraat. Bij deze familie raakte hij betrokken bij de Landelijke organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO).
Leo volgde LO-districtsleider Henk Vermeulen op, nadat die door de Duitsers was gearresteerd. Hij kreeg al snel hulp van student Jouke de Boer, die het netwerk voor de LO in de Betuwe ging uitbreiden.
Tussen augustus en oktober 1944 was boerderij De Wildt van Fekko Ebbens in het buitengebied bij Zoelen, het commandocentrum van LO-Betuwe. Er werden hier onder andere onderduikers, wapens en distributiebonnen verborgen. Het woonhuis was ook een onderdeel van de ontsnappingsroute voor achtergebleven geallieerde militairen. Veel van hen konden via de Veluwe de Rijn bij Wijk bij Duurstede oversteken. Ze werden dan opgevangen bij de familie Kok en gingen van daaruit vervolgens naar boerderij De Wildt. Daar bleven ze tot het veilig was om onder leiding van Piet Oosterlee de Waal bij Tiel over te steken.
De Wildt werd in die periode ook de thuisbasis van Leo en zijn taak bestond hoofdzakelijk uit het organiseren, coördineren en financieren van de verzetsactiviteiten. Omdat Leo redelijk Engels sprak, was hij tevens verbindingsman tussen Captain King en Heaps en Baker/Bachenheimer. Daarvoor en voor berichten uit Utrecht had hij regelmatig contact met Piet de Springer, een gedropte marconist, die in Amerongen zat. In Ebbens' huis was volgens hem een telefoonverbinding, direct of indirect naar de P.G.E.M. in Nijmegen.
De Wildt werd in die periode ook de thuisbasis van Leo en zijn taak bestond hoofdzakelijk uit het organiseren, coördineren en financieren van de verzetsactiviteiten. Omdat Leo redelijk Engels sprak, was hij tevens verbindingsman tussen Captain King en Heaps en Baker/Bachenheimer. Daarvoor en voor berichten uit Utrecht had hij regelmatig contact met Piet de Springer, een gedropte marconist, die in Amerongen zat. In Ebbens' huis was volgens hem een telefoonverbinding, direct of indirect naar de P.G.E.M. in Nijmegen.
Leo zorgde ook voor blanco persoonsbewijzen voor district 9 (=Betuwe en Bommelerwaard) van het verzet, waar Ebbens en Lamers bij hoorden. Hoofd van dit district was Jo van Zanten uit Kesteren.
Leo begeleidde op de 18e oktober 1944 een wapentransport vanuit Noord-Brabant naar de boerderij De Wildt en toen hij daar aankwam, ontstond een vuurgevecht met enkele Duitse militairen, die net een inval bij Ebbens hadden gedaan en alle aanwezigen hadden ingerekend. Het lukt Leo en zijn vriend Anton van 't Hart om met een deel van de wapens via de droge bedding van het in aanbouw zijnde Amsterdam Rijnkanaal te ontsnappen. Bij het vuurgevecht raakte een Duitse soldaat zwaargewond. Als wraak werd de boerderij van Ebbens ddor de Duitsers in brand gestoken. Een deel van de wapenvoorraad van de LO, dat daar lag opgeslagen, ontplofte hierbij.
Leo assisteerde diverse geallieerde para's naar Tiel, aan de Waal, waar zij na een crossing het bevrijde zuiden konden bereiken. Op 17 september waren er 17 paratroopers bij Opheusden gestrand en heeft hij meegeholpen om ze op 25 september bij de Waal naar Wamel over te zetten. Individuelen waren o.a. Dick Baker, Russel Smith, Leo Heaps en glider piloot Allan Ketley. Door bemideling van Captain King ook Ronny Adams en geheimagenten Capt. Baker en Bachenheimer. Verder nog drie para's en een piloot, die in het Culemborgse Veld was neergestort. Ook was hij bij het transport van Black Watch majoor Cunningham betrokken.
Hij trouwde met Hendrika (Riet) Wilhelmina Leusink (1926) en ze kregen samen één kind. .