Dhr. T.M. Roest van Limburg
Gemeente West Betuwe > Waalcrossings > Slachtoffers Waalcrossings > Crossers bij Heesselt verdronken 7-1-1945
Achternaam: Roest van Limburg
Voornamen: Theodorus Marinus
Voorletters: T M
Beroep: leerlingmachinist bij NS, afd. Rietlanden in A'dam
Geboorteplaats: Ginneken en Bavel (Bij Breda)
Geboortedatum: 05-07-1922
Overlijdensplaats: Heesselt/ Hurwenen
Overlijdensdatum: 07-01-1945
Beroep: leerlingmachinist bij NS, afd. Rietlanden in A'dam
Geboorteplaats: Ginneken en Bavel (Bij Breda)
Geboortedatum: 05-07-1922
Overlijdensplaats: Heesselt/ Hurwenen
Overlijdensdatum: 07-01-1945
Begraafplaats: Lichaam nooit gevonden
De ouders van Theo waren Willem Christoph Roest van Limburg (1891-1954) en Jkvr. Caroline Johanna Henriette van Styrum (1894-1981). Zij trouwden in Haarlem op 14 juni 1918.
Zijn vader Willem Christoph was luitenant-kolonel bij de infanterie en enige tijd docent op de KMA in Breda. Ze woonden toen in Ginneken en Bavel, waar Theo werd geboren. Na zijn militaire carrière werd hij onder meer controleur-generaal bij de Nederlandse Bank. Op 14 mei 1940 trad W.C. Roest van Limburg op als de chauffeur van gepantserde auto van de Nederlandse Bank, waarmee koningin Wilhelmina van Paleis Noordeinde naar Hoek van Holland werd gebracht om vervolgens met een daar gereedliggende torpedobootjager naar Engeland te varen.
In de daaropvolgende bezettingsjaren was Roest van Limburg ondercommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten te Amsterdam. Daarnaast speelde hij een belangrijke rol in de Nederlandse Padvinderij.
Op 24 september 1954 kwam Willem onder verdachte omstandigheden om het leven.
Theo was vernoemd naar zijn opa (1865-1935), die hoofdcommissaris van politie was in zowel Rotterdam (1908-1914) als in Amsterdam (1914-1919). Theo was woonachtig op de Van Eijkenstraat 159 h in Amsterdam en net als zijn vader Willem actief voor het plaatselijk verzet. (Schuilnaam van Theo was Van Limburg Stirum, een combinatie van zijn eigen en zijn moeders achternaam) Hij was koerier voor het verzet en voerde regelmatig opdrachten uit voor zijn vader.
Theo was leerling-machinist bij de NS (afd. Rietlanden in A'dam), vandaar dat zijn naam ook wordt genoemd op de plaquette in het Amsterdamse NS-station. Die is aangebracht ter nagedachtenis aan 49 personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen.
Zijn vader: "Mijn enige zoon Theo is in de nacht van 3 op 4 januari 1945 te omstreeks vier uur vertrokken naar de Bommelerwaard. Ik wist dat hij naar Zuilichem ging, met de persoonlijke opdracht van mij, zich in verbinding te stellen met Prins Bernhard en Generaal Kruls, die ik van nabij ken. De opdracht ging over het door de Nederlandsche Bank te betalen salarissen en lonen van het stakende spoorwegpersoneel. Hij kende, net als ik, Frits Maandag (-Vermeer). Het was niet de bedoeling dat zij samengingen. Dit was vermoedelijk toeval.
De koeriersweg was mij bekend en na de bevrijding ben ik bij de familie Van Veen in Zuilichem geweest, waar Theo was ondergedoken."
Theo (Bron: Stadsarchief A'dam. Met dank aan Ludmilla van Santen)
Volgens het politierapport luidde het signalement van Theo Roest van Limburg:
Lang 1.74 mt, ovaal gelaat, bruine ogen, bruin haar, stevig gebouwd, gekleed met donkerblauwe zeiljopper, vermoedelijk grijze militaire broek, rubber laarzen, licht grijsblauw overhemd, had regelmatig gebit met enkele gevulde kiezen, bruine vlek op de huid onder de armen en zegelring met familiewapen aan zijn vinger.