Dhr. C.J. de Kock
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Neerijnen
Achternaam: Kock
Tussenvoegsels: de
Voornamen: Cornelis Jan
Voorletters: C.J.
Beroep: Inspecteur der B.B.N.,secretaris vervoersorganisatie, lid verzet
Geboorteplaats: Waardenburg
Geboortedatum: 17-05-1911
Overlijdensplaats: Siegburg, Siegkreis
Overlijdensdatum: 14-03-1945
Categorie: Burger
Begraafplaats: Nederlands ereveld Loenen
Gemeente: Apeldoorn
Provincie: Gelderland
Vak: C
Nummer:151
Bron foto graf: OGS
De ouders van Kees waren Reijer de Kock (*1882) en Dirkje van Zijderveld (*1886). Ze trouwen in Est en Opijnen op 26-08-1909.
Ze kregen samen tien kinderen:
- Antje (*1909)
- Cornelis Jan (*1911)
- Sanderijntje Gerdina (*1914)
- Janna (*1915)
- Sander (1916-1986)
- Gerrit Jan (*1918)
- Reijertje (1920-1981)
- Dirk (*1922)
- Wilhelmina (1923-1999)
- Jan Gijsbert (1925)
Het gezin woont in bij de ouders van Reijer, alsmede de moeder van Dirkje.
Kees was geboren in Waardenburg.
Hij trouwde rond 1930 met de Arnhemse Clasina Hendrika Dekker (1911-1995) en ging in Meteren wonen. Ze kregen daar samen vijf kinderen:
- Reijer (1931-1946)
- Dirkje (1931-1931)
- Marie (*1933)
- Dick (*1935)
- Clara (*1937)
- Dirkje "Dits" (*1939)
In het najaar van 1939 werd Kees gemobiliseerd.
Rond 1941 scheidde Kees en Clasina en hij vertrok vervolgens naar de Mauritsweg 10 (Zo heete de straat in de oorlog, voor en na de oorlog Wilhelminaweg) in Doorn en hertrouwde daar op 9 juni 1942 met Gré "Grietje" Friesema, die al vier kinderen had. Later verhuisde dit gezin naar Est. Hij kreeg samen met zijn tweede vrouw één zoon.
Kees was actief bij het verzet in Amsterdam en werd om die reden daar op 7 oktober 1943 gearresteerd wegens het overbregen van Joden uit Amsterdam naar Utrecht. Bovendien voor wapenbezit, sabotage en spionage. Op 16 december 1943 werd hij ter dood veroordeeld en overgebracht naar cel 604 van Oranjehotel te Scheveningen. Hij kreeg vervolgensop 27 mei 1944 gratie en de Duitse Hoge Raad in Nijmegen veroordeelde hem tot tien jaar dwangarbeid wegens verboden wapenbezit.
Vervolgens werd hij op 12 juli 1944 via Kamp Vught en Utrecht overgebracht naar tuchthuis Rheinbach in Kleef.
Op 8 augustus 1944 werd hij naar het nabijgelegen tuchthuis Siegburg aan de Luisenstrasse 90 overgebracht. Hier heerste in februari-maart 1945 een vlektyfusepidemie. Op 2 maart 1945 werd Kees hierdoor besmet en op 14 maart 1945 is hij aan deze ziekte overleden.
Hij werd op het Nordfriedhof in Siegburg, Grab E 24 Nr. 89 begraven. Zijn stoffelijk overschot is in november 1951 vanuit Duitsland overgebracht naar de oude begraafplaats in Meteren. In 1953 is hij herbegraven op het Ereveld te Loenen.
Bron: Parool 12 juli 1945
Klik hier voor de officiële overlijdensakte (Bron: CBG)
Met dank aan mevr. Van Ooijen-de Kock, P. Hovestad en de ITS in Bad-Arolsen