Bombardement Alphen a/d Rijn
Gemeente West Betuwe > Oorlogsjaren Geldermalsen
Het stellen van inundaties, alsmede het vrijmaken van schootsvelden brachten de militaire autoriteiten ertoe om in de Nederlandse verdedigingslinies de burgers het bevel te geven have en goed te verlaten. Ook het krijgsgeweld leidde tot vluchtelingenstromen. Zo werden op 11 mei in de Betuwe al voorbereidingen getroffen om tot evacuatie van de burgerbevolking te kunnen overgaan. Een dag later werd de bevolking van Tiel, Echteld, IJzendoorn, Ochten en Kesteren geïnformeerd. Op 13 mei vond de exodus uit de Betuwe plaats. De oorspronkelijke bestemming van de geëvacueerden, die zich per fiets, eigen auto of militair vervoer verplaatsten, was Gouda. Hier was de ontvangst verre van prettig. Door de bombardementen ter plaatse was de stemming uiterst geprikkeld, zodat de evacuatieleiding besloot de ontheemden de volgende morgen door te zenden naar Alphen aan den Rijn. Bij al deze problemen kwamen ook nog de geruchten dat de NSB zich infiltreerde en de bevolking opruide!
Evacués in Haastrecht (bron: RAR, Tiel)
Het strijdverloop op de vitale as Moerdijk-Dordrecht-Rotterdam noodzaakte om ook voor Rotterdamse burgers een uitwijkplaats aan te wijzen. Dit werd Gouda, hetgeen betekende dat de vluchtelingen uit de Betuwe elders ondergebracht moesten worden. Alphen aan den Rijn en omstreken werd hun nieuwe bestemming. Met allerlei voertuigen verzamelden op 14 mei 9500 Betuwenaren zich daar voornamelijk bij het raadhuis en op het Sint-Jorisplein, waar zij werden opgevangen in de Christelijke H.B.S. aan het Burgemeester Visserpark. Alles krioelde dooreen. Vaders en moeders zochten hun kinderen en omgekeerd. Het was enkele uren een onbeschrijfelijke verwarring. Na registratie werden mannen, vrouwen en kinderen in rijen opgesteld en trokken zij, vergezeld door leden van de Evacuatiecommissie, door de Alphense straten. Huis aan huis werd aangebeld met de vraag of de bewoners geëvacueerde landgenoten een onderdak wilden bieden. Het waren spannende momenten: bij wie zou men in huis komen? Zou het gezin bij elkaar kunnen blijven? Zou het klikken? In het algemeen reageerde de Alphense bevolking gastvrij; sommige gezinnen namen zelfs tientallen vluchtelingen op! In het algemeen kan gezegd worden dat Alphen aan den Rijn zich met grote gastvrijheid over de geëvacueerden heeft ontfermd.
De enige verbindingsweg van Alphen a/d Rijn met Utrecht of Gouda liep over de Steekterweg. Op 14 mei 1940
was het langs deze weg een complete chaos. Een Nederlandse militaire colonne ging naar het oosten en op hetzelfde moment kwamen veel evacués uit de Betuwe, naar het westen. Tegelijkertijd kwamen er ook vluchtelingen uit de omgeving van het gebombardeerde Rotterdam langs, die naar andere delen van het land wilden, zoals bijvoorbeeld de drie leden van het gezin Bernoski, die met de auto op weg waren van Hillegersberg naar Nieuwkoop. Ter hoogte van zandhandel Versloot (Rijnzijde) en veehouder Vergunst aan de Steekterweg 17, ontstond een enorme file. (zie kaart hiernaast) Op dat moment kwamen er juist Duitse vliegtuigen over. Nederlands geschut schoot hierop en zij kwamen onmiddellijk terug en midden in de verkeersopstopping lieten ze hun bommen vallen.
Naast twaalf evacués en mensen uit de verdere omgeving, kwamen bij dit bombardement ook vier mensen van de Steekterweg om het leven. Dat waren de 48-jarige Saartje Elizabeth Hoosbeek echtgenote van Herman Wortman, de 5-jarige Alberta Graafland, de 46-jarige Adriana Blom en de 73-jarige tuinder Pieter Zwaan, echtgenoot van Willemptje van der Lee. Ook werd het huisje van Henk Langelaar, daggelder op boerderij Eben Haëzer, getroffen en behoorlijk beschadigd. Maar gelukkig was er op dat moment niemand thuis. De boerderij Eben Haëzer in de polder Steekt lag aan drie belangrijke vervoersaders: de Rijn, de spoorweg van Utrecht naar Leiden en de Hoge Rijndijk.
De meeste slachtoffers hadden geen kans gezien een veilig heenkomen te vinden en vielen op de openbare weg. Ook enkele boerderijen werden getroffen.
Er werd gewaarschuwd om bij eventueel gevaar de polder ingaan. Leden van familie Kastelein, Steekterweg nr. 11, waren weggekropen in en bij een sloot achter de boerderij.
Jo Graafland, verloofde van Jan van Groeningen, (zie slachtofferslijst onderaan) raakte zwaar gewond, doordat een scherf haar long doorboorde. Zij schuilde voor de boerderij.
Jo Graafland, verloofde van Jan van Groeningen, (zie slachtofferslijst onderaan) raakte zwaar gewond, doordat een scherf haar long doorboorde. Zij schuilde voor de boerderij.
Er was veel schade aan diverse panden, maar geen huis, noch boerderij was totaal verwoest. Volgens getuigenverklaringen en onderzoek van de plaatselijke Historische Vereniging, blijkt dat de dodelijke slachtoffers de heren Ganzeman en Zondag uit Geldermalsen, niet bij een kapper zijn omgekomen. In Alphen aan den Rijn is dat erg onwaarschijnlijk, want daar was geen schade door het bombardement. Het gedeelte van de Steekterweg waar het bombardement plaatsvond, ligt tegen Zwammerdam aan. De daar aanwezige kapperszaak lag ook buiten het gezichtsveld.
Bij de veehouder Van Zwieten, tegenover de plaats van het bombardement, werd het zomerhuis geraakt. Gelukkig hadden de bewoners, alsmede de ingekwartierde evacués, tijdig kunnen vluchten. De politie trof rond de boerderijen van de families G. Domburg en N. Doelman (aan de overzijde van de rivier Oude Rijn) nog een aantal onontplofte vliegtuigbommen aan. Drie dagen later, op 17 mei, werd hetzelfde geconstateerd op het land van de veehouder H. Sloothaak, de kantonnier Van de Werf ( Steekterweg nr. 126) en de familie H.Wortman. Met rode vlaggen werden de plaatsen gemarkeerd. Het zou tot in de wintermaanden duren alvorens de bezettingsautoriteiten tot opruiming van hun eigen wapentuig overgingen.
Politie en militairen hadden de handen vol met het identificeren van de slachtoffers, het informeren van de familieleden en het opruimen van de kadavers van het eveneens getroffen vee.
Politie en militairen hadden de handen vol met het identificeren van de slachtoffers, het informeren van de familieleden en het opruimen van de kadavers van het eveneens getroffen vee.
De capitulatie leidde ertoe dat het verblijf van de evacués slechts kort duurde. Op 15 mei keerden, met behulp van de in Alphen gelegerde militairen, de meeste Betuwenaren alweer huiswaarts. De dankbaarheid voor de genoten gastvrijheid was groot. Dit bleek niet alleen uit de officiële dankbrieven die burgemeester Colijn van zijn ambtgenoten uit de Betuwe ontving, maar ook uit de mandjes met kersen die eind juni vanuit Tiel en omstreken aan de gastvrije Alphense gezinnen werden aangeboden.
Weldra kwam de hulpverlening voor de oorlogsgetroffenen op gang. Zo meldde De Rijnbode op 22 mei 1940 de oprichting van een Comité voor hulpverlening aan de oorlogsslachtoffers in de Rijnstreek. Dit comité wilde steun verlenen aan getroffenen in Alphen aan den Rijn, Koudekerk, Hazerswoude, Zwammerdam, Leiderdorp en Zoeterwoude.
Omgeving Steekterweg 38 (Bron: Google maps)
Burgerslachtoffers van de Duitse luchtaanval op 14 mei 1940 in Alphen a/d/ Rijn:
1. Saartje Elizabeth Hoosbeek, geboren 1 november 1891, wonende Steekterweg 13, landzijde,
gehuwd met Herman Wortman,
2. Adrianus in 't Veld, geboren 1 juni 1866, wonende Lindenhovestraat 71, Rijzijde,
tegenover de plaats van het bombardement
3. Jan Ganzeman, geboren 20 april 1886, wonende te Geldermalsen
4. Jan van Groeningen, geboren 16 maart 1916, wonende te Bodegraven.
Hij was de verloofde van Jo Graafland, nam Alberta mee op de vlucht in het schuurtje achter Steekterweg nr. 36 (woning Rijnzijde) waar ze later zijn gevonden door vader Graafland.
5. Pieter Zwaan, geboren 20 oktober 1866, wonende Steekterweg 74, een boerenwoning.
6. Alberta Graafland, geboren 8 oktober 1934, wonende Steekterweg 36, zie onder nr.4
7. Joannes Cornelis Bernoski, geboren 23 mei 1887, wonende te Hillegersberg, vermoedelijk evacués Rotterdam
8. Catharina Johanne Dubois, geboren 29 oktober 1884, wonende te Hillegersberg, vermoedelijk evacués Rotterdam
9. John Cornelis Bernoski, geboren 7 november 1915, wonende te Hillegersberg, vermoedelijk evacués Rotterdam
10. Ludovicus Gerardus Constantinus de Frankrijker, geboren 24 augustus 1913, wonende te Hazerswoude, vermoedelijk een passant
11. Adriana Blom, geboren 19 juli 1893, wonende Steekterweg 26, weduwe (woning/rijtjeshuis tussen de weg en Rijn)
12. Petrus Johannes Bunnik, geboren 21 maart 1920, wonende te Bodegraven, vermoedelijk een passant
13. Leonardus Georgius Hendricus Scholtes, geboren 27 oktober 1908, wonende te Zoeterwoude, vermoedelijk een passant
14. Arie van Rijsdam, geboren 8 augustus 1921, wonende Van Boetzelaerstraat 7b, vermoedelijk een passant
15. Jan Hendrik Zondag, geboren 13 mei 1891, wonende te Geldermalsen
16. Cornelis van Roon, geboren 17 november 1921, wonende Julianastraat 47, vermoedelijk een passant
Dank aan Nico Nieumeijer en andere leden van de Historische Vereniging uit Alphen a/d Rijn