Dhr. C.A. Callaars
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Ophemert
Achternaam: Callaars
Voornamen: Cornelis Antonius
Voornamen: Cornelis Antonius
Voorletters: A A
Beroep: Fabrieksarbeider
Geboorteplaats: Tiel
Geboortedatum: 30-07-1898
Overlijdensplaats: Echteld
Overlijdensdatum: 29-01-1945
Beroep: Fabrieksarbeider
Geboorteplaats: Tiel
Geboortedatum: 30-07-1898
Overlijdensplaats: Echteld
Overlijdensdatum: 29-01-1945
Begraafplaats:
Gemeente:
Vak:
Rij:
Vak:
Rij:
Nummer:
De ouders van Kees waren schoenmaker in Tiel Gijsbert Jan Callaars (1860-1941) en de Liendense Dina Willemina Honders (1865-1939). Zij kregen op de Hoveniersstaat 105 in Tiel de volgende kinderen:
Op een zwoele zomeravond op 4 juli 1959 om 20.15 uur is de toen 29-jarige Marinus tijdens het zwemmen verdronken in de Ophemertse Kil, een oude rivierarm van de Waal. Deze twee meter lange knul was in het dorp een bekende figuur.
- Martinus Franciscus (1888-1888)
- Hendrik Franciscus (*1889)
- Martinus "Martin" Franciscus (*1891)
- Gijsbert Jan (*1893)
- Willem Hendrik (*1897)
- Cornelis "Kees" Antonius (1898-1945)
- Wilhelmus Marinus Hendrikus (1902-1905)
- Marinus Hendrikus Franciscus (1905-1960), trouwde in 1929 in Rotterdam met de Varikse Hendrika Cornelia van Tussenbroek (1906-2002)
- Willem "Wim" Hendrikus (*1907), broodbakker, trouwde in in 1934 in Tiel met Dirkje van Dee (*1910) uit Geldermalsen
- Dina Willemina (*1908), trouwde in 1934 met Utrechtenaar Hendrik Blankenstein (*1909)
Metaalbewerker Kees Callaars trouwde 21 mei 1942 in Ophemert met de Ophemertse Maria van Zijderveld (1908-1977), maar Maria had al sinds sinds 1930 een doomstomme zoon Marinus "Ube" (1930-1959). Het kleine gezinnetje woonde in Ophemert in een primitief arbeidershuisje achterin de Weverstraat op O114, samen met Maria's moeder Neeltje Catharina Theodora van Zijderveld-van Toor (1872-1959) en haar broer Aart Cornelis (*1904).
Maria is op latere leeftijd na de oorlog hertrouwd met Johan Christoffel Koehen (1906- 1988), die gescheiden was van Hendrika Reuser (1905-1960).
Januari 1945 bracht dooi en zakkende waterstanden in de Waal. Aan het einde van die maand zorgde sneeuwval ervoor dat het water weer steeg. Eind januari, begin februari 1945 was de situatie van de Waaldijk bij Ochten kritiek. Er moesten drie enorme gaten in allerijl worden gedicht. Zo moesten alle mannelijke inwoners uit Zoelen tussen de 16 en 50 jaar werden opgeroepen om zich de volgende dag bij de Elzenpas in Drumpt te melden. Vandaar zouden de ongeveer 750 man voor veertien dagen naar Ochten worden overgebracht. Loon en onkosten waren voor rekening van de Wehrmacht.....Ondanks dat laatste, was er weinig animo voor. Het was voor velen erg gevaarlijk, daar Ochten in de vuurlinie lag van de geallieerden in het Land van Maas en Waal. Beschietingen waren aan de orde van de dag en er waren daarbij al eerder veel burgerslachtoffers gevallen.
Vanwege de onophoufelijke beschietingen vanuit het Land van Maas en Waal, moest de hele bevolking van Ophemert op last van de Duitse Weermacht op 21 januari 1945 evacueren. Kees werd, net als andere mannen uit Ophemert, eind januari 1945 ook door de Duitsers opgeroepen om gedwongen te werken aan de dijk bij Ochten en kwam daar op 29 januari om 16.30 uur door geallieerd granaatvuur om het leven. Waar hij uiteindelijk begraven is, is nog onbekend. Vermoedelijk op de NH en Alg. Begraafplaats Papesteeg in Tiel, waar nog meer familieleden van hem zijn begraven.
Het scheen dat Maria en Marinus na het overlijden van Kees in zeer behoeftige omstandigheden in hun primitief huisje in Ophemert achterbleven, want de burgemeester van Ophemert heeft in januari 1946 een verzoek tot ondersteuning van hen beiden ingediend bij het Sub-Districts-Bureau voor verzorging van Oorlogsslachtoffers in Geldermalsen.
De Ophemertse Kil (Foto R. van de Velde)
Op een zwoele zomeravond op 4 juli 1959 om 20.15 uur is de toen 29-jarige Marinus tijdens het zwemmen verdronken in de Ophemertse Kil, een oude rivierarm van de Waal. Deze twee meter lange knul was in het dorp een bekende figuur.
Hij werkte bij de Walco, het plaatselijke veevoederbedrijf. Daar sjouwde hij met zakken. Hij kreeg daar op een gegeven moment een bedrijfsongeval: hij kwam met zijn hand in een machine.