Dhr. J. van Druten uit Deil
Gemeente West Betuwe > Gesn. Indiëgangers
Achternaam: Druten
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Johannes
Voorletters: J.
Rang: Elt. 4-4-G RJ
Mil. onderdeel: KL.
Geboorteplaats: Diemen
Geboortedatum: 23-07-1924
Overlijdensplaats: Patjet (Potjeh)
Overlijdensdatum: 03-01-1949
Begraafplaats: Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya
Gemeente: Surabaya
Land: Indonesië
Vak: B
Nummer: 395
Bron graf: OGS
Zoon van de uit Valburg geboren onderwijzer Johannes van Druten en de Arnhemse Jannigje van de Sandt. Zij trouwden in 1918 te Arnhem. Ze kregen samen vijf kinderen:
- Jeannette Hendrika Johanna ( Zeist 1919- ) Trouwde in 1944 met B.A. Wessel en kreeg bij hem een dochter.
- Hendrik Jan (Diemen 1921- ) Ongehuwde hulppredikant in o.a. Buren, Deil en Culemborg, Medan
- Jan (Diemen 1923- Singapur 1932)
- Johannes (Diemen 1924-1949)
- Jannie (1934- ) Trouwde met G.A. Mathies en kreeg bij hem drie kinderen. Verwijzing naar Zuid-Afrika.
Zijn ouders vestigden zich in Deil op D 35. Johan was daar fruitteler van beroep.
Johan woonde van september 1939 tot januari 1946 in Zeist en keerde toen weer terug naar Deil. Vermoedelijk heeft hij daar zijn HBS-diploma gehaald.
Als dienstplichtig militair was Johan reserve luitenant van de 4-4 bataljon Garderegiment Jagers. Deze was opgericht op 01-03-1947 en onderdeel van de D-Divisie "Palmboom".
Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting 1946. Na aankomst in Soerajabaja van het troepentransportschip Johan de Wit (zie foto), werd het bataljon belast met bewakingstaken in en om de stad. Tijdens de 1e politionele actie, die startte op 21 juli 1947, kwam slechts een klein deel van het bataljon in actie. Op 3 augustus trok de 1e cie samen met 4-GRGr op naar Grissee. Diezelfde dag landde een Peloton van de 3e cie samen met mariniers bij Kamal op Madoera. Gehinderd door zeer veel mijnen en vliegtuigbommen, welke in de wegen en in de bomen hingen, rukte de colonne op naar Bangkalan. In het verloop van de actie werden er meer Jagers overgebracht naar Madoera.
Medio september was het bataljon geheel op Madoera en waren de plaatsen Pamekasan, Arosbaia, Ketapang vast in handen. In september vertrokken de mariniers weer naar Java. Ook de 3e cie vertrok naar Java en werd gelegerd bij Perning in het vak van 4-GRPIr. Eind 1947 keerde het weer terug op Madoera. Door intensief te patrouilleren werd West-Madoera gezuiverd en keerde de rust op het eiland weer terug. Bij de bezetting van oost Madoera, op 10 november, had het bataljon slechts een ondersteunende taak. Op 28 januari 1948 werd de 2e cie verplaatst naar Soerabaja en ingezet voor wachtdiensten. Later werd het gelegerd bij 4-GRGr te Gempol Kerep. Een peloton werd in februari ter ondersteuning gelegerd in Djember om de evacuatie van de TNI uit de 'pockets' te begeleiden.
Voor de aanvang van de 2e politionele actie werd het bataljon (minus de 3e cie) geleidelijk teruggeplaatst op Java. Bij aanvang van de 2e actie, op 19 december 1948, had het bataljon als taak, het veiligstellen van het reeds bezette gebied. Dit hield in dat de compagnieën langs het oude front 'zwierven' en daar invielen waar de bezetting te zwak geacht werd. Maar in de loop van de actie concentreerde het bataljon zich rond Modjokerto en bezette het o.a. Modjoagoeng en Djombang.
In het Herinneringsboek van de 4e Brigade, waarvan de 4e Garderegiment Grenadiers, 4e Garderegiment Jagers en 4e Garderegiment Prinses Irene Brigade deel uit maakten, is het volgende fragment te lezen:
"Op 30 december 1948 rukten de Genie en de Jagers uit om in het bergachtige Patjet (nabij Soerabaja, Oost-Java, Redac.) een kapotte telefoonlijn te repareren. Ze verbleven daar op een post die bewaakt werd door 2-10 Reg. Infanterie. Op oudejaarsnacht volgde een aanval van de T.N.I. op deze post, waarbij één dode viel: korporaal Vinke van de 2-10 Reg. Infanterie."
In diezelfde nacht vielen op de post nog enkele (zwaar)gewonden. Het is niet duidelijk of Johan daar ook bijhoorde en aan de gevolgen van zijn geweerschot in zijn lies later is overleden.
In diezelfde nacht vielen op de post nog enkele (zwaar)gewonden. Het is niet duidelijk of Johan daar ook bijhoorde en aan de gevolgen van zijn geweerschot in zijn lies later is overleden.
Begin januari 1949 kreeg het ook de bezetting van Kertosono en Ngandjoek toegewezen. Op 6 januari 1949 nam het Madioen over van de mariniers. Nadat op 8 januari ook de 3e cie teruggeplaatst was op Java was het bataljon gelegerd in het gebied op de lijn van Madioen tot Kertosono, waar het een zware tijd tegemoet ging. Bij een vierdaagse actie "Panter" werd het gebied nog uitgebreid met de plaats Magetan. In juni werd Madioen overgedragen aan de G-Brigade. Begin juli en augustus werden Trenggalek, Toeloengagoeng en Blitar overgenomen van 4-GRPIr. Na 8 december werd dit gebied weer overgedragen aan de TNI, waarna het bataljon werd gelegerd rond Djember en Loemadjang.
Op 17 februari 1950 vertrok het bataljon naar Soerabaja in afwachting van de repatriëring.
Op 24 maart 1950 kwam de Waterman (zie foto) aan in Rotterdam. Het Bataljon liet 44 strijdmakkers, w.o. Johan, in Indië achter.
Met dank aan: www.indie-1945-1950.nl
Johan was in Indië verloofd met huishoudkundige Mieke Schwalbach uit Probolinggo (Oost-Java). In Indië was ze als Rode Kruisverpleegster actief. Zij schreef in december 2016 het volgende bericht in het gastenboek van deze website: "Met veel plezier lees ik de pagina over Hans van Druten, destijds mijn verloofde in Indie. Ik ben nu 96 en mijn zoon schrijft deze woorden voor me op. Het is al zo lang geleden en gezien mijn leeftijd is het nauwelijks nog voor te stellen dat het eens allemaal gebeurd is. Vreemd dat Hans op zijn 24ste overleed en ik nu vier keer zo oud ben. Hans was in militaire dienst en moest de kampongs in de gaten houden en zorgen dat het allemaal veilig was. Hij heeft een man uit zijn hut gehaald en met de achterkant van zijn geweer een klap gegeven. Het wapen was niet vergrendeld en Hans schoot zichzelf daarbij dood. Ik was toen in Surabaja en we hadden elke keer contact met de legeronderdelen, Zijn vader was daar onderwijzer op een school in Surabaja en is later weer naar Indonesie gegaan om daar verder les te geven. Ik was bij zijn vader, toen we het bericht hoorden. Zijn vader was helemaal kapot. We hebben hem nog gezien. Zo was het toen......"
In het telefoongesprek dat daarna in december 2018 volgde, vertelde ze dat ze deel uitmaakte van een mobiel team dat achter het front werkte voor de lokale bevolking. Je moet daarbij denken aan behandeling van tropische zweren en andere wonden. Ze had Johan leren kennen op een feestje. Na ongeveer anderhalf jaar zijn ze daar verloofd. Johan was een een rustige, aardige jongenman. Hij was van plan bij thuiskomst in Nederland weer te gaan studeren.
Plaquette op Nationaal Indië-monument 1945-1962 te Roermond
Bron: www.nim-roermond.nl/fotoplaquettes
Overlijdensadvertentie UN jan. 1949
Klik hier voor een document van één van zijn collega's over deze periode