Dhr. M.A. Visser uit Asperen - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. M.A. Visser uit Asperen

Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Heukelum
Achternaam: Visser
Voornamen: Marinus Adrianus
Voorletters: M.A.
Beroep:
Machinist / Lid verzet
Geboorteplaats: Asperen
Geboortedatum: 31-10-1913
Overlijdensplaats: Utrecht
Overlijdensdatum: 31-03-1945
Begraafplaats: Gem. Begraafplaats
Gemeente: Heukelum
Vak: 1
Nummer: 1
De ouders van Marinus zijn Adrianus Visser (1887-1953) en Margaretha de Bie (1888-1964). Ze trouwden in 1913 in Alblasserdam en kregen samen twee kinderen:
  • Marinus Adrianus Visser (1913-1945)
  • Margaretha Visser (1915- Leerdam 1994). Ze trouwde op 18 augustus 1938 in Asperen met Cornelis van Zee (1910-1983)
  • Cornelis (*ong. 1920)


G. Lakerveld en rechts E. Nool (foto J. de Groot)

Evert Nool, commandant van een plaatselijke groep van de illegale 'Ordedienst' (OD) benadert in de zomer van 1943 Arend Zeemering. Laatstgenoemde krijgt de opdracht om voor door deze organisatie inlichtingen te verzamelen en geeft, na eerst zelf binnen de OD te zijn opgeleid, instructie aan anderen in het gebruik van explosieven. Ook werkt hij vanaf begin 1944 samen met mensen van de onderduikorganisatie (LO) in Heukelum. Daarnaast heeft Arend nog contacten met een knokploeg in de Betuwe en de spionage- en koeriersgroep 'Rolls Royce’.

Op initiatief van de uit Amsterdam afkomstige Hans Gerver wordt in augustus 1944 in Leerdam en omgeving een stootgroep gevormd, waar Arend Zeemering en Evert Nool ook deel vanuit gaan maken. Gerver introduceert op 15 januari 1945 een zekere Pieter Lahnstein als illegaal werker en specialist in overvallen.


Marinus Visser (Bron J. de Groot)

De plaatselijke verzetsgroep van de illegale 'Ordedienst' (OD) uit Heukelum bestaat uit: Evert Nool (jachtopziener), Arend Zeemering (opperwachtmeester van de Marechaussee), Marinus Visser (hulpmachinist van het stoomgemaal van Asperen), administrateur Jacobus “Co” van Beest, Gijsbert Lakerveld (politieman), Van Haarlem (politieman), Jan Kouw en tenslotte Henk Post en Pieter Lahnstein. Ze zijn niet op de hoogte dat Pieter Lahnstein voor de Amsterdamse Abwehr werkt. De 21-jarige 'Kleine Piet' Lahnstein krijgt de opdracht te infiltreren in de illegaliteit in Leerdam en omgeving. Contactpersoon Hans Gerver brengt hem onder bij de familie Zeemering. Om enige zekerheid te verkrijgen over zijn betrouwbaarheid, heeft deze familie nog zijn spullen doorzocht, maar niets verdachts gevonden.
Henk Post uit Heukelum is eerder gearresteerd geweest door de SD (Sicherheitsdienst), maar onder bepaalde voorwaarden vrijgelaten.

Op 17 januari 1945 overvalt de Heukelumse verzetsgroep een boerderij van NSB-boer J. van Z. in het Heukelumse Veld. Doel was voedsel te vergaren voor onderduikers.  De buit was slechts een geslacht varken.
Een dag later overvallen ze ook het distributiekantoor in het Oude Gemeentehuis aan het Walstraatje in Asperen.
De groep staat onder leiding van Evert Nool en bestaat verder uit Arend Zeemering, Marinus Visser, Jan Kouw sr. en jr. en Jacobus van Beest. Meteen na deze overval vertrekt Pieter Lahnstein met het excuus dat zijn chef ziek was geworden.
Ook Jan Willem Gerver maakt zich snel uit de voeten naar de woonplaats van zijn vader, Aerdenhout. Hier geeft hij de door hem meegenomen bonkaarten aan freule Van Randwijk, die bij het verzet zit.

Jan Gerver (collectie D. Filius)

Op advies van zijn vader duikt hij begin februari 1945 onder in Hoogwoud, nabij Hoorn. Ook hier sluit hij zich spoedig aan bij de illegaliteit. Dit lijkt verdacht, omdat kort tevoren een verzetsgroep is opgerold door de SD. Al snel ontstaan er spanningen in de verzetsgroep. Is er sprake van infiltratie? Verraad? Het gonst van de geruchten. Wie is nog te vertrouwen? Wie is die vreemde, die plotseling is aan komen waaien? De BS arresteren Jan Willem en hij wordt uitgebreid verhoord. Als de antecedenten van Gerver niet snel genoeg achterhaald kunnen worden, besluit de leiding van de knokploeg het zekere voor het onzekere te nemen en wordt Jan Willem op 19 februari 1945 op een weiland in Spanbroek door zijn eigen mensen gefusilleerd en aldaar begraven. Een half jaar later is hij met veel eerbetoon herbegraven op de RK Begraafplaats te Hoorn.

Arend Zeemering (J. de Groot)

Een week later op 25 januari 1945 valt de "Geheime Feldpolizei" uit Utrecht op adressen in Leerdam, Heukelum en Asperen binnen. Lahnstein wijst hen de weg, maar blijft zelf op de achtergrond en Arend Zeemering, Evert Nool en Marinus Visser worden oppakt. De dochter van Jan Kouw, Gé , zegt hier later het volgende over: "
Op de avond van 24 januari is er een Duitse inval in ons huis. De Duitsers komen aan alle kanten binnen: via de winkel door de gang naar de huiskamer en door het kantoortje naar de huiskamer, maar ook achterom door de poort die via onze buren naar de binnenplaats.
Later horen we dat de Duitsers daar al vanaf 5 uur hebben gezeten, maar niemand kon waarschuwen.
De Duitsers zijn gewapend en schreeuwen dat het hier een "terroristennest" is. Ze verspreidden zich door het hele huis, maar het enige belastende dat wordt gevonden is een radio, die in de keuken achter de deur staat en waarmee we clandestien naar de Engelse zender hadden geluisterd.
Radiobezit is streng verboden, alle radio's moesten al lang geleden worden ingeleverd. Achteraf blijkt dat onze onderduiker veel te loslippig is geweest, hoewel hij hiervoor herhaalde malen was gewaarschuwd.
Tijdens de overval komt Bep, Gé’s verloofde, nog binnen i.v.m. zijn werk had hij een "Ausweiss" dat hij in spertijd op straat mocht en onderweg naar huis kwam hij even langs. Na de huiszoeking gaan de Duitsers weer weg, maar ze nemen mijn vader en Bep mee.
Ze vertrekken met het dreigement dat ze nog wel terugkomen om de boel in brand te steken. Met de hulp van overburen brengen we nog gauw wat kleding in veiligheid in hun huis, maar er gebeurt verder niets.
Mijn vader en Bep werden die nacht op het politiebureau vastgehouden en verhoord. De volgende dag wordt Bep weer vrijgelaten, maar mijn vader wordt overgebracht naar de gevangenis op het Wolvenplein Utrecht."

Bij Arend thuis in de Gasthuisstraat in Heukelum worden een stengun, een radiotoestel en springstoffen gevonden.
Na de arrestatie van deze Heukelums KP-ploeg wordt korte tijd later Hendrik van Bezooijen in Minkeloos opgepakt en in Spijk (dat toen bij de gemeente. Heukelum hoorde) wordt de 62-jarige Co van Beest gearresteerd. Hij is werkzaam op een administratiekantoor te Asperen. Co is getrouwd met Gerri Eva Post, een tante van Henk Post.
Ze worden naar de strafgevangenis op het Wolvenplein in Utrecht overgebracht, waar ze vreselijk gemarteld worden. Arend, Evert, Marinus en twee anderen worden op 31 maart naar Fort De Bilt gebracht en daar gefusil­leerd.
Op 5 april worden in Zeist als represaillemaatregel tien mensen doodgeschoten, waaronder ook Jan Kouw (zie foto rechts, bron: J. de Groot).

Verzetslid Gijsbert Lakerveld, is getipt door de dochter van Noolen en is gevlucht naar het dijkhuis "De Gaddam" van Pieter Filius aan de Nieuwe Zuiderlingedijk. Hier heeft hij de nacht doorgebracht. Op advies van Pieter scheert Gijsbert zijn snor en sik af. Pieters oudste dochter brengt hem vervolgens naar boer De Graaff in Dalem. Tot het einde van de oorlog heeft hij daar gezeten. Wel hebben de Duitsers toen zijn 20-jarige zoon Dik meegenomen, maar na enkele weken weer vrijgelaten.
Wellicht mede als gevolg van het verraad wordt in de ochtend van 5 februari 1945 in Asperen een grote razzia door de Duitsers gehouden. De gevangenen worden ondergebracht in de garage van Kleijn en de volgende dag, nadat velen ontsnapt zijn, naar Duitsland afgevoerd. Het nieuws is al vroeg in Heukelum bekend en velen zoeken een veilig onderkomen hier en elders.
Verzetslid Van Haarlem kan bij deze razzia op tijd verdwijnen en zit o.a. drie maanden ondergedoken bij een schilder in Heukelum.

Merkwaardig is dat na de bevrijding maar één persoon als BS-er tevoorschijn komt: Henk Post (*1920-2006). Na enkele dagen bij de BS in Leerdam dienst gedaan te hebben, is hij door de POD gearresteerd op verdenking van verraad. Een memorandum dat door hem is ondertekend en waarop hij inlichtingen aan de SD belooft, is later door de Politieke Opsporingsdienst (POD) gevonden. Henk wordt later toch vrijgelaten bij gebrek aan bewijs. Kort na zijn vrijlating trouwt Henk in Utrecht met Elisabeth "Nikki" den Tex (1920-1906), wiens moeder Barones Taets van Amerongen is. Zij is hofdame geweest bij Koningin Wilhelmina en met een Amerikaan getrouwd. Nikki heeft hierdoor ook een Amerikaanse status, vandaar dat Henk Post eenvoudig naar de VS kan verhuizen. In 2006 is hij in New York op 85-jarige leeftijd overleden.

In 1948 hoort de 24-jarige Pieter Lahnstein vanwege zijn verraad een levenslange gevangenis over zich uitspreken door het Bijzonder Gerechtshof in Amster­dam. Deze straf wordt in 1952 omgezet in een gevangenis­straf van twintig jaar.
Gijsbert Lakerveld heeft na de oorlog weer zijn taak bij de politie opgenomen.

Na de oorlog worden de gefusilleerde Heukelummers herbegraven in een door de burgerij geschonken grafkelder op de oude begraafplaats.
Co van Beest te Spijk vindt zijn laatste rustplaats in een graf dat door de gemeente beschikbaar wordt gesteld. Op gezette tijden worden na de oorlog herdenkingen gehouden in de Heukelumse kerk, waarbij familie van de gesneuvelden en bekenden aanwezig zijn.
De gemeenteraad van Heukelum besluit bovendien een aantal historische straatnamen in de oude kern op te dragen aan de verzetslieden Zeemering, Nool en Visser.

Uit: Marechaussee Contact juni 2012, nummer 3. Auteur Henk G. Westland.
Kwartaalblad Oud-Hoorn 2011-1
Aanvullende info: D. Filius en J. van Steijn
Terug naar de inhoud