Crossings bij Zennewijnen - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Crossings bij Zennewijnen

Gemeente West Betuwe > Waalcrossings
Toen Tiel geevacueerd werd, was het niet langer mogelijk via die stad te crossen. Er werd nu uitgeweken naar:

  • Zennewijnen. Hier had Gijs de Bie de leiding en vanuit zijn huis organiseerde hij de crossings. Gijs
    werkte veel samen met dorpsgenoot Toon van Heerewaarden, die hem al vroeg in de oorlog interesseerde voor verzetswerk.
    De Bie had als militair op de Grebbeberg gediend en zelfs met een mitrailleur van de grond af nog een Duits vliegtuig neergehaald. Hij voelde al snel voor verzet vanuit zijn militaire achtergrond.
    De crossers kwamen eerst terecht bij Anthon Sillevis, die in het landhuis 't Klooster in Zennewijnen woonde. Hij was een landheer met veel bezittingen en fel anti-Duits. Voordat ze overgezet werden bleven ze nog een paar nachtjes bij Gijs de Bie thuis. De vrouw van Gijs kookte dan voor ze.
    Gijs en Toon
    werkten steeds actief samen met buurman Leen Papo, die voor hen de crossers over de Waal roeide. Hij kreeg van de Geallieerden de
    erenaam "Tarzan", vanwege een vijf uur durende crossing waarbij hij continu bleef roeien.
    De Bie en de zijnen waren tussen september 1944 en maart 1945 actief aan de dijk.  Dit was een frontgebied, waar vrijwel iedere bewoner verplicht geevacueerd was en waar zo om de 200 meter een Duits mitrailleursnest was te vinden. Het doel was steeds de vluchtelingen daartussendoor te loodsen en de rivier over te brengen.
    Bij een interview van Rutger van der Zalm van 9 april 1994 met De Gelderlander, vertelde Gijs hoe zo'n crossing in zijn werk ging:
    “We liepen naar de rivier. Daar lag een roeiboot. Er lagen altijd wel roeiboten, die hoorden bij de schokkers, maar die visten niet in de oorlog, dat was veel te gevaarlijk. De Duitsers waagden zich meestal niet in de uiterwaarden. Toch gingen ze weleens naar de overzijde van de Waal en dat gebruikten ze soms ook die roeiboten. Je liep dus de kans al lopende door de uiterwaarden op Duitsers te stuiten.
    Die lagen
    om de tweehonderd meter
    met hun miltrailleur in hun schuttersput aan de binnenkant van de dijk. Wie van de overkant kwam, werd doodgeschoten. Mortieren hadden ze ook. Dag en nacht waren die posten bemand.
    Het doel was steeds de vluchtelingen daartussendoor te loodsen en ze de rivier over te brengen.

    De Bie en de anderen liepen ’s nachts gewoon over de dijk. "Nee, ze hoefden niet te tijgeren. Ze zagen ons toch niet, het was donker. Wel moest iedereen zijn schoenen uitdoen. Op het basalt aan de buitenkant kon je op je schoenen slippen, dat zou teveel lawaai geven. Ik was altijd degene die moest bepalen of het kon. Het is 's nachts enorm stil op de dijken en in de uiterwaarden. H
    et kruipen en sluipen onder de ogen van de Duitsers maakte het tot een uiterst risicovolle onderneming."

    Achteraf  gezien had hij weinig vrees gehad, want in de omgang met mensen was hij uiterst waakzaam en praatte hij nooit over het verzetswerk. Hierdoor zijn immers veel mensen ten onder gegaan.

De volgende personen maakten tussen september 1944 en mei 1945 deel uit van dit zgn. Waalcommando:

G.P. "Gijs" de Bie uit Zennewijnen
B. Folkerts uit Ophemert
E.G. "Eef" Grisel uit Tiel
A. "Toon" van Heerewaarden uit Zennewijnen
J. "Jo" van Koeverden uit Buren
P.J. "Piet" Noordam uit Varik
S. "Sem" van Oort uit Opijnen
H.M. "Hans" den Ouden uit Varik
L.J. "Leen" Papo uit Zennewijnen
A. "Anton" Sillevis uit Zennewijnen
G.A. "Gerard" Staal
J.W. "Jan" Stam uit Kesteren
L. "Leo" Wilkens uit Drumpt

De Waaloever tussen Ochten en Opijnen was één van de stroken die zich goed leenden om over te steken.
De Duitsers lagen om de tweehonderd meter in een schuttersput aan de binnenkant van de dijk. En met hun mitrailleur óp de dijk. Wie van de overkant kwam, werd meteen beschoten. Mortieren hadden ze ook. Dag en nacht waren die posten bemand.
De Engelsen lagen in het Land van Maas en Waal en in Leeuwen lagen zelfs pelotons van de Nederlandse Prinses Irene Brigade. Ze schoten met artillerie op elkaars linies en trokken met patrouilles de rivier over, wat een enkele keer tot bloedige confrontaties leidden. Denk dus vooral niet dat het voor crossers alleen een kwestie was van een paar honderd meter kanoën, roeien of zwemmen.
Er vielen ook doden en gewonden bij de crossers: ze vielen over boord en verdronken of ze gingen zwemmen, werden meegesleurd met de stroming en/of bevangen door de kou.

Een enkele crosser vroeg geld om Nederlanders over te zetten (piloten werden ontzien), maar de meesten deden dat niet.
In Zennewijnen verbleven de onderduikers eerst een paar dagen in het huis van Gijs de Bie. Hij regelde Waalcrossings, maar stak nooit zelf over. Dat deed zijn buurman Leen Papo en Anthoon van Heerewaarden. Zijn huis stond vlak onder de Waalbandijk, even voorbij de toenmalige herberg 'De Roode Molen', waar nu het beeld van 'De Roeier' staat. Leen was in deze zgn. Hongerwinter 28 jaar oud. Hij was lang en vooral sterk en moedig. ’s Zomers werkte Leen bij een boer in Ophemert, maar in de winter was er geen werk op de boerderij en had hij allerlei kortdurende baantjes om toch wat geld te verdienen. De Waal bij Zennewijnen was zijn terrein: hij roeide naar passerende boten om groenten en andere etenswaar te ruilen tegen onder meer tabak, steenkool en olie.

Voor de crossings gingen ze 's avonds tussen tien en elf uur gingen op pad. Om de voeten werden lappen gebonden om onnodige geluiden te voorkomen. Er mocht ook niet gepraat worden. De Duitsers waren heel waakzaam. Je moest in het donker goed thuis zijn in die uiterwaarden, want er waren overal sloten, watertjes, stenen en prikkeldraad.
De roeiboot waarmee ze op pad gingen, lag aan een krib zo ongeveer tussen het stuk dijk tussen de Roode Molen en de zgn. stoep van Chris van der Linden. Die roeiboten lagen daar altijd, want die hoorden bij de schokkers, de vissersschuiten. Die waren trouwens in de oorlog niet in gebruik.
Leen werkte met de crossings nauw samen met Toon van Heerewaarden. Om de dollen van de roeispanen zaten ook jute lappen om het geluid te dempen.
Ze zetten samen zo’n vijftien groepen over. Grote groepen zetten ze samen over, maar Toon ging ook wel eens alleen de Waal over.

Eenmaal hebben ze zelfs twee Engelse piloten, die door granaatsplinters verblind zijn, naar de overkant gebracht.
Bij een ander crossing is een zwangere verpleegster aanwezig. Ze wordt door "Tarzan" zoals de codenaam van Leen Papo is, mede overgezet. In Dreumel aangekomen maakt de dame gebruik van de verwarring en ontsnapt, ze wordt toch weer opgepakt in de Dreumelse kerk, en naar Wamel vervoerd. Daar is ze weer ontsnapt en ziet kans om met een kano naar Echteld te varen. Achteraf horen Gijs en Leen dat ze bij de Duitse Sicherheitsdienst werkte... Op onverklaarbare wijze heeft ze toch geen verraad gepleegd.

Zo’n crossing kostte meestal twee dagen. De ene nacht roeide Leen naar het Land van Maas en Waal en de volgende nacht weer naar huis. De Engelsen werden in Dreumel vooraf geïnformeerd over een geplande crossing. Vanwege de veiligheid werden bij aankomst de vooraf afgesproken wachtwoorden uitgewisseld.

Leen Papo (1916-1995) stond model voor het standbeeld van De Roeier. Het beeld staat in Zennewijnen aan de voet van de dijk, waar tijdens de oorlog het ouderlijk huis van Leen stond. Hier bevindt zich sinds 2007 een indrukwekkend gedenkteken met de tot de verbeelding sprekende naam De Roeier. De enorme mannenfiguur van viereneenhalve meter hoog, omklemt met zijn linkerhand twee roeispanen en heeft zijn rechtervuist gebald. Ook staat er op een informatiebord uitleg over de Waalcrossings en enkele oorlogsverordeningen van burgemeester Remmert van Culemborg.
Het bronzen beeld is door onbetaalde vrijwilligers gemaakt. Het was ontworpen door kunstenaar Willem den Ouden uit Varik en samen met beeldhouwer Aart Schonk gerealiseerd. Op de plaquette aan de sokkel staat de volgende tekst van dichter en romanschrijver Willem van Toorn:
“Toen lag de vrijheid aan de overkant
voor wie de moed hadden over te steken
Van hen staat een nu hier - waarschuwend teken
voor wie ze aantast in dit vrije land
de geest van vrijheid, de vrijheid van spreken.”

Kijk voor de slachtoffers van andere Waalcrossings bij Gemeente West Betuwe  bij knop "Buiten de Lijst". Helemaal onderaan staan deze personen vermeld bij "Slachtoffers Waalcrossings".

Bronnen:
De nieuwe Kroniekvan mei 2013, uitgave Oudheidkamer Tiel e.o.
Ophemert en Zennewijnen en de Tweede Wereldoorlog van Van Ooyen, Van Lenning en Gelens (1985)


Terug naar de inhoud