Hr. F.C. van Wagensveld - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Hr. F.C. van Wagensveld

Gemeente Buren > Burgerslachtoffers > Rijswijk
Achternaam: Wagensveld
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Frans Catharinus
Voorletters: F.C.
Rang: Sgt.Stw.
Mil. onderdeel: KNIL.
Geboorteplaats: Rijswijk (Gld)
Geboortedatum: 03-06-1897
Overlijdensplaats: Prachuap Khiri Khan
Overlijdensdatum: 03-08-1945
Categorieën: Slachtoffer aanleg Merguiweg
Begraafplaats: Kanchanaburi War Cemetery
Gemeente: Kanchanaburi
Land: Thailand
Vak: 5
Rij: G
Nummer: 71

Bron graf: OGS


De ouders van Frans waren de in Lopik geboren hoofdonderwijzer Bart Johannes van Wagensveld (1869-1945) en Helena van Katwijk, geboren te Vianen (1860-1925). Zij trouwden op 23 april 1894 te IJsselstein. Rond de eeuwwisseling werd Bart hoofdonderwijzer in Rijswijk (Gld). Hij was tevens koster van de kerk en correspondent voor de Tielse Courant en de Nieuwe Tielse Courant.

Het zgn. 'Meestershuis' in Rijswijk                                                                           Bart en Helena van Rijswijk

Bart en Helena kregen samen vijf kinderen:
*1896 Maria, overleden te Utrecht op 11 april 1952, ongehuwd en was onderwijzeres in Rossum  
*3 juni 1897 Frans Catharinus
*21 oktober 1898 levenloos geboren zoon
*18 juli 1900 Annigje Bartje, overleden op 19 oktober 1953 te Oudenrijn, Utrecht, gehuwd met Bastiaan Pieter Kraaij. Was ook onderwijzeres.
*24 september 1904 Gijsbertus Johannes, werd later in Nederlands-Indië controleur Opiumregie


Na het overlijden van zijn vrouw Helena, hertrouwde vader Bart van Wagensveld op 8 maart 1927 te Utrecht met de 50-jarige Elisabeth de Vink uit Leimuiden.
Op 22 april 1910 vermeldt de Tielsche Courant: “Tot de voorbereidende klasse de Rijksnormaalschool te Wijk bij Duurstede is toegelaten F.C. van Wagensveld”. Frans haalde zijn hoofdakte als onderwijzer op 25 mei 1916.
In de Nieuwe Tielsche Courant van 15 september 1917 staat dat Frans door het Ministerie van Koloniën 'in het genot werd gesteld van een studiebeurs voor de hoofdakte, onder voorwaarde dat hij na het behalen dier akte naar Oost-Indië zal vertrekken.'  

Op 24 oktober 1921 komt volgens hiernaaststaande advertentie uit de Tielse Courant zijn aanstaande echtgenote C.J. Lammerts van Bueren in dienst bij zijn vader, die hoofd van de school was te Rijswijk.
Blijkens een artikel van zijn hand in de Amersfoortse Courant in 1924 was Frans erg geïnteresseerd in het weer en/of schaatsen. Dat was niet zo vreemd, want zijn vader was regenmeter voor het K.N.M.I. in De Bilt.

De Tielsche Courant 10 mei  1926 vermeldt:

Frans trouwt op 29-jarige leeftijd op 7 september 1926 te Amersfoort met de 24-jarige aldaar geboren Christina Jacoba Lammerts van Bueren (1901-1994). Zijn zwager Arie Lammerts van Bueren heeft tussen 1920 en 1926 in Nederlands-Indië bij het KNIL gezeten. Na zijn terugkomst trouwde Arie met een Tielse en werd journalist bij de Nieuwe Tielsche Courant. Mogelijk heeft hij Frans enthousiast voor Indië gemaakt. Blijkens een rouwadvertentie van de grootmoeder van Frans, woonden zijn oom Gijsbert met zijn gezin in Semarang in het vml. Nederlands-Indië:

Frans werd vader van dochter Helena Maria ("Helen") (1930-1999) en van dochter Kitty Pauline (1934-2013). Kitty werd getraceerd aan de hand van familieadvertenties, zoals onderstaande, in diverse dagbladen.

Bron De Sumatra Post  12-07-1939:


Klik  hier voor Frans' ambtenaren registratiekaart
Frans bleef tot 2 januari 1940 als onderwijzer werkzaam. Op het moment dat Frans in maart 1942 werd geïnterneerd door de Japanners, was hij sergeant-stadswacht bij het K.N.I.L. in Koetaradja op Sumatra. Onderzocht moet worden wanneer hij hierbij in dienst trad.
Op 7 december 1941 bombardeerden de Japanners Pearl Harbor. 's Morgens om half zeven hield de gouverneur-generaal een toespraak op de radio waarin het dit vertelde. Dit had tot gevolg dat behalve de U.S.A. en Engeland ook Nederland en dus ook Nederlands-Indië in oorlog waren met Japan. In Azië waren het de Japanners, die vanaf januari 1942 hun aanval richtten op Nederlands- Indië. De verdediging van Indië steunde vooral op de Koninklijke Marine en het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Het KNIL beschikte over 68.000  grotendeels inheemse militairen; de hulpformaties bestonden uit 53.000 man.

Na de verloren zeeslag op de Javazee op 27-28 februari 1942 moesten de strijdkrachten op 8 maart capituleren en moesten alle militairen in de kazerne afwachten wat de Japanners zouden beslissen. Twee dagen later moesten zij  hun geweren inleveren en mochten ze de kazerne niet meer  uit. Zij waren krijgsgevangenen. De Japanners hadden hiervoor geen begrip. Zij vonden het heel vreemd, soldaten werden geacht zich dood te vechten, overgeven hoorde niet. De Nederlandse soldaten werden dus met de grootste minachting door ze behandeld. Er was een Conventie van Genève over de behandeling van krijgsgevangenen, maar die had Japan nooit ondertekend. Op de dag van de capitulatie verschenen de Javanen in feeststemming in hun beste kleren op straat. De Japanners hadden als leus: "Azië voor de Aziaten".

De eerste drie maanden gevangenschap verbleven de militairen in hun eigen kazerne. Het regime was in het begin niet erg streng. 's Middags mochten vrouwen en kinderen van de gevangenen hen bezoeken. Je mocht ook brieven meegeven. Al snel werden de bezoekuren korter en minder frequent en na ongeveer een maand werden ze helemaal afgeschaft. Brieven versturen werd toen veel lastiger. Het kon alleen nog maar via het corvee dat dagelijks de stad in moest om voorraad voor de keuken te halen. Brieven versturen was verboden en als er iemand betrapt werd, volgde er een afranseling.  


Japanse kampregistratiekaart (bron: NL-HaNA, SAIP / Pensioenen  KNIL, 2.10.50.03, inv.nr. 457)

Uit bovenstaande kampkaart blijkt dat zijn vrouw (en dochters?) in Amersfoort verbleven. Frans werd op 19 maart 1942 (17 3 - 19) door de Japanners geïnterneerd en enkele maanden later overgebracht naar Birma, waar hij in eerste instantie met veel landgenoten aan de beruchte Birmaspoorweg moest werken. Volgens de Engelse getuige Simon Moss is Frans op een gegeven moment in het zgn. 12 kilo Kamp (Mergui Road) terecht gekomen en op 48-jarige leeftijd, door Rickettsia (tekenkoorts) en dysenterie, om het leven gekomen. Een andere bron noemt de plaats Pratchap Wiriken.
Toen het Japanse leger in begin 1945 in Thailand een  Britse invasie verwachtte, besloten ze een ontsnappingsroute aan te leggen van Zuid-Thailand door Burma (nu Myanmar) tot Mergui aan de kust. In mei 1945 werden 1000 man vanuit Nakhon Pathom krijgsgevangenkamp naar Pratchuap Khiri Khan (Zuid-Thailand) gebracht om deze zgn. Merguiweg aan te leggen (zie kaart hieronder).

 

De Birma-spoorweg is de spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de 'Dodenspoorweg'.
De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren.
In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven: In Thailand en Myanmar (het vroegere Birma) liggen de slachtoffers van de Birmaspoorweg begraven op een drietal erevelden, te weten in Thailand het ereveld Kanchanaburi (1896 Nederlandse oorlogsgraven) en het ereveld Chunkai (313 Nederlandse oorlogsgraven) en in Myanmar het ereveld Thanbyuzayat (621 Nederlandse oorlogsgraven).

Zie ook documentaire De Bezetting, vanaf ong. 19 minuten informatie over de Birmaspoorweg.
Klik hier voor kort filmpje uit de serie De Bezetting over deze beruchte spoorweg
Klik hier voor een aflevering van De Oorlog over de oorlog in Indië
Klik hier voor een uitgebreide getuigenverslag van Dick van Zoonen

 
Bron:
R.A.R in Tiel
Mevr. Vorage van de S.A.I.P. te Heerlen
Dhr. M.R. Thijsen uit Rijswijk
H. Beekhuis (www.japansekrijgsgevangenkampen.nl)


Met dank aan leden van het Stamboomvragenforum, m.n. Ludmilla van Santen voor al haar intensieve speurwerk.
Terug naar de inhoud