K.K. de Jong
Gemeente Culemborg > Gesn. Indiëgangers
Achternaam: Jong
Tussenvoegsels: de
Tussenvoegsels: de
Voornamen: Kasper Karel
Voorletters: K.K.
Rang Korp.: 1-5- R.I.
Mil. onderdeel: KL.
Geboorteplaats; Culemborg
Geboortedatum; 22-01-1913
Overlijdensplaats: Padalarang
Overlijdensdatum: 31-07-1946
Begraafplaats: Nederlands ereveld Pandu Gemeente Bandung
Land:Indonesië
Land:Indonesië
Vak: II Nummer 226
Bron graf: OGS
Karel woonde, voordat hij zich aanmeldde als oorlogsvrijwilliger (OVW), aan de Veerweg 60 in Culemborg. Zijn ouders waren sigarenmaker Arnoldus de Jong (*1886) en Cornelia Maria Bleijenberg (*1886).
Bron foto: CC 27 mei 1947
Tijdens het eeuwfeest in mei 1947 van de N.V. Van Gaasbeek & Van Tiels machinale stoelenfabriek, houtzagerij en houthandel stond de directeur in zijn speech even stil bij de omgekomen Karel de Jong:
"In gedachten gaat aan ons voorbij, wijlen den heer K.K. de Jong. Als jongen vanaf de schoolbanken kwam hij bij ons. Gedurende 20 jaar is hij een zeer harde werker geweest, dit was hem geen last doch een lust. Hij was één van onze beste machinale houtbewerkers. Hij voelde zich geroepen als vrijwilliger naar Indië te gaan en heeft zijn leven daar gelaten. Diep waren wij onder de indruk toen wij het bericht ontvingen, dat 31 juli 1946 te Padalaran gesneuveld was Kasper Karel de Jong, vrijwillige soldaat 1e klas, Compagnie 1-5 R.I, in de ouderdom van 33 jaar. Karel, de directie en personeel vergeten je niet. Je was een held. Rust zacht onder de palmen. Wij hopen, dat God je in genade heeft aangenomen."
Karel maakte ook deel uit van de Boeaja's en was ingedeeld bij de zware mortieren. Op 31 juli 1946 wordt hun legeringcomplex in Padalarang (15 km nw van Bandung) door de T.N.I.(Tentara Nasional Indonesia) aangevallen en o.a. zwaar beschoten door zware mortieren. Tijdens die gevechten waren zijn laatste woorden: "Geef ze van katoen." Hierna werd hij door een vijandelijke scherpschutter dodelijk getroffen in zijn hoofd. Na een felle strijd, met vele gewonden aan Nederlandse kant, werd de aanval afgeslagen, maar maakten de vrijheidsstrijders zich wel meester van het station. Door de inzet van twee pelotons van de tweede compagnie gelukte het de Boeaja's om de T.N.I. daaruit te verdrijven, met achterlating van 17 doden en twee gevangenen.
Het eerste graf van Kasper was in Tamansari bij Bandung en werd in 1960 herbegraven op de Erebegraafplaats Pandu.