Diepenveen, roeier
Gemeente Buren > Verzet in regio Buren
Aan de Betuwse kant waren ook roeiers actief. De geboren en getogen Kampenaar Jan Caesar Diepeveen was één van hen. Hij was schipper toen hij op 6 mei 1944 moest onderduiken en in de Betuwe bij familie Wammes verzeild raakte.
Het waren vaak groepjes van 8 tot 12 man die Diepeveen in het donker moest over varen. In de kano was plaats voor drie man. Behalve de schipper konden telkens dus 2 man mee. Aan voor en achterzijde van het vaartuigje had Jan een lat waaraan benzineblikken bevestigd om het wankele ding meer stabiliteit te geven. Op deze wijze was het ook nog mogelijk een fiets over te brengen. Meermaals hadden de roeiers echter veel hinder van ijsgang en kon het ook gebeuren, dat tijdens de terugtocht de mist op kwam zetten. De af te leggen afstand was door het onder water staan van de uiterwaarden vrij groot en bij mist eiste het heel wat navigatiekunst om op de juiste plaats te landen.
Soms vervoerde Jan ook waardevolle papieren, films, zenders, munitie en wapens.
De overgebrachte personen werden eerst onthaald en verzorgd door de dochter van boer Wammes en verbleven daarna in de kelder van de boerderij. In het holst van de nacht werden de crossers vervolgens door handlangers van de Beusichemse BS-commandant Toon Beijnen via De Wiel aan de Lekdijk Oost en het Wielpad naar het knekelhuisje op de begraafplaats van Beusichem geloodst. Als de kust veilig was, kropen ze door de heg naar zijn aangrenzende villa Engelenburg. Daar werden ze of zolang in het kippenhok geplaatst of ze werden via een ladder aan de achterzijde van zijn huis naar binnengesmokkeld en naar de zolder geleid. Op een gegeven moment verbleven daar zelfs elf geallieerde militairen. Vanwege de koude rivieroversteek moesten de meesten daarvan hoesten en proesten. Nicht Riet Beijnen (69): ,,Oom Toon en zijn vrouw Ery waren verstokte rokers en probeerden dit voor de Duitse 'kostgangers' te verhullen door nog luider in huis te kuchen."
Naarmate de oorlog vorderde, maakten ook (Joodse) onderduikers, koeriers en ontsnapte krijgsgevangen gebruik van deze oversteek en werd het een steeds gevaarlijker activiteit.
Naarmate de oorlog vorderde, maakten ook (Joodse) onderduikers, koeriers en ontsnapte krijgsgevangen gebruik van deze oversteek en werd het een steeds gevaarlijker activiteit.
Brief van Jan Caesar Diepeveen:
Mijn werk bestond uit het overzetten van Airborn piloten in groepsverband over de Lek bij Den Oven in Beusichem. Dit gebeurde bij nacht. De mannen sliepen dan op onze boerderij, waar ik was ondergedoken. Ze werden dan onthaald en verzorgd door de dochter van de boer en gingen dan ’s morgens voor dag en dauw weer te veld, soms lopend soms per fiets, als wij daar over beschikten. Deze werden dan vervoerd naar Tiel ,waar zij de Waal overstaken en in bevrijd gebied kwamen. Op hun tocht werden zij begeleid door Jo van Koeverden of zijn koeriers, de dames Micky, Liesbeth of Mien welke ze ook brachten. Dit gebeurde bijna elk nacht na de landing in Normandië. Zij werden overdag verzameld bij Frans van Rooijen (alias Jan Oké) te Wijk bij Duurstede en werden dan door mij opgehaald wat zeer gevaarlijk was tussen de Duitse posten, vlakbij de veerpont van Beusichem-Wijk bij Duurstede.
De overgezette mannen waren zeer veel in getal. Het waren meest afgeschoten piloten. Ook waren er twee bij die uit het ziekenhuis in Utrecht waren ontsnapt.. (Namen: Pte. Joseph “Joe” Goodheart 868544 1e Parachute Brigade en Pte Peter J. Terret ook van 1e Parachute Brigade- 10 maart 1945- info Lambertus Jansen uit De Bilt-Tilburg, red.)
Verder vervoerde ik papieren en films, zenders, munitie en wapens.
Ik gaf les in het oefenen de Stengun en revolver. Ik was Stoottroeper Commandant.
J.C. Diepeveen
Bovensingel 54
Kampen.
Uit de Kamper Courant 1946:
Kamperjongen onderscheiden
Hij hielp ruim 100 piloten door de linies
Eigenlijk is de heer J. C. Diepenveen geen Kampenaar meer, maar toch kan Kampen trotsch zijn op dezen 27-jarigen jongeman, die hier geboren en getogen is. Trotsch op het feit dat ook deze stadgenoot in de bange jaren van strijd wist waar zijn plaats was en dat met de daad bewees.
Hij was schipper en toen hij op 6 mei 1944 moest onderduiken raakte hij in de Betuwe verzeild en zat al spoedig midden in het verzetswerk.
De omstandigheden leidden er toe, dat hij een belangrijke rol zou spelen in de uiteindelijke bevrijding van ons land en dat zijn arbeid ook naar waarde geschat wordt, blijkt wel uit de officiële oorkonde, welke hij dezer dagen van gen. Eisenhower, in opdracht van president Truman, ontving.
In september van datzelfde jaar hadden in de buurt waar hij ondergedoken was, de groote luchtlandıngen plaats. De bevrijding scheen nabij, maar nadien brak voor Diepenveen een periode van de grootste drukte aan. Hij werd commandant van een sabotage groep, kreeg veel achtergebleven airborne soldiers door de vijandelijke linies, te brengen. In het geheel zijn het er ruim honderd die hij aan den greep van de Duitschers wist te ontfutselen.
In alle gevallen moesten de geallieerde soldaten die bij hem aan huis afgeleverd, werden in een kano de rivier overgezet worden. Vaak waren het groepjes van 8 tot 12 man die hij en zijn jongens over te varen hadden.
In de kano was plaats voor drie man. Behalve de schipper konden telkens dus 2 man mee. Aan voor en achterzijde van het vaartuigje had Diepenveen een lat waaraan benzineblikken bevestigd om het wankele ding meer stabiliteit te geven. Op deze wijze was het mogelijk ook nog een fiets over te brengen. Meermalen hadden de jongens echter veel hinder van ijsgang, en het kon ook gebeuren dat tijdens den terugtocht de mist op kwam zetten. De af te leggen afstand was door het onder water staan van de uiterwaarden van een respectabele lengte en bij mist eischte het heel wat navigatiekunst om op de juiste plaats te landen. Zoo kon het eens gebeuren dat Diepenveen vlak bij de dichtstbijzijnde Duitsche wachtpost land bezeilde. Wonder boven wonder merkte men hem hier niet op en dit avontuur liep goed af. Behalve dit werk hield zijn ploeg zich bezig met overvallen.
Verscheidene NSB'ers die er warm hij zaten zijn door hen van wat overtollig geld ontlast, dat natuurlijk ten goede kwam aan het verzetswerk.
De kano van Diepenveen is op verzoek overgedragen aan het bureau voor oorlogsdocumentatie. Waarschijnlijk zal deze gebruikt worden voor tentoonstellingen in het buitenland.