Dhr. K. W. van Boggelen uit Herwijnen
Gemeente West Betuwe > Buiten de slachtofferslijst
Achternaam: Boggelen
Tussenvoegsels: van
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Koenraad Willem
Voorletters: K W
Beroep: Plaatwerker Gasfabriek Feijenoord
Voorletters: K W
Beroep: Plaatwerker Gasfabriek Feijenoord
Rang: Sld. Ekl.
Onderdeel: KNIL, Art. (1e afd. Veldartillerie)
Geboorteplaats: Herwijnen
Geboortedatum: 27-12-1897
Overlijdensplaats: Op de Indische Oceaan nabij Benkoelen a/b Junyo Maru
Overlijdensdatum: 18 september 1944
Geboorteplaats: Herwijnen
Geboortedatum: 27-12-1897
Overlijdensplaats: Op de Indische Oceaan nabij Benkoelen a/b Junyo Maru
Overlijdensdatum: 18 september 1944
Begraafplaats: Zeemansgraf
Gedenkboek: 38
De ouders van Koenraad waren postbode Koenraad Willem van Boggelen (1856-1946) en Jantje Hendrika Verbeek (1860-1917) uit Haaften. Zij trouwden in 1882 in Haaften en kregen de volgende kinderen:
- Jacob Willem (1882-1883)
- Hester (1884-1960), getrouwd met Johannes de Bruin (1884-1949)
- Jacob Willem (1885-1886)
- Pieternella Jacoba Wilhelmina (1886-1887)
- Jacob Willem (1887-1888)
- Pieternella Jacoba Wilhelmina (1889-1889)
- Jacob Willem (1890-1945), getrouwd in 1912 met Drika Golverdingen (*1892)
- Jan Hendrik (1891-1891)
- Jantje Hendrika (1893-1974), getrouwd in 1915 met Pieter den Adel (1891-1967)
- Pieternella Cornelia (1895-1895)
- Koenraad Willem (1897-1944)
- Pieternella Cornelia (1896-1978), getrouwd in 1921 met Christiaan Walraven (1886-1928)
- Jan Hendrik (1898-1962), getrouwd met Annke Neeltje van Kooten (*1906)
- Wilhelmina Cornelia (1901-1901)
- Wilhelmina Cornelia (1903- Oosterbeek 1990)
Koenraad was geboren op 27 december 1897 in Herwijnen en heeft maar tot april 1906 daar gewoond. Daarna vertrok het gezin naar Gorinchem.
Hij meldde zich aan bij het KNIL en trouwde op 22 december 1926 in Batavia met Marie Christine Meyer. Zij woonden daar op Lowokwaroe gang 6 no. 43.
Koenraad werd op 11 maart 1942 op Java krijgsgevangene (pers.nr. 46955) gemaakt door de Japanners. In juni 1942 werd hij opgenomen in een ziekenhuis met chronische blindedarmontsteking.
In augustus 1942 kwam hij in een concentratiekamp terecht.
In augustus 1942 kwam hij in een concentratiekamp terecht.
Op 14 september 1944 lag in de haven van Tandjoeng Priok het Japanse vrachtschip Junyo Maru te wachten op de inscheping van duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. De Junyo Maru (5.065 ton) verkeerde in slechte staat en was slecht onderhouden.
Op 15 september dreven de Japanners 4200 Javaanse dwangarbeiders (romoesja’s) in de ruimen van het voorschip. De volgende ochtend arriveerden per trein 1100 Britse, Australische en Amerikaanse krijgsgevangenen plus nog eens 1100 Nederlanders. Deze laatste groep bestond vnl. uit personen uit het 10e Bataljon-kamp en uit het Kampong Makassar-kamp. Dit transport werd aangeduid als Java Party 23, oftewel het 23ste transport van krijgsgevangenen vanuit Java. In totaal waren er dus bij vertrek ongeveer 6400 man aan boord.
Van hygiëne was geen sprake, want water om zich te wassen was er niet. Op het dek stond wel een zoetwatertank, maar deze was uitsluitend bestemd als drinkwater voor de Japanners. Voor de gevangenen was er geen drinkwater en sanitaire voorzieningen waren niet aanwezig. Indien men in alle drukte het dek kon bereiken, deed men zijn behoefte door op houten kistjes te gaan staan die buiten boord hingen of over de rand van het dek.
Op de dekken en in de ruimen van het middenschip stonden vrachtwagens, kisten dynamiet en vaten benzine.
Onder begeleiding van twee Japanse corvetten vertrok de Junyo Maru op 16 september met 100 Japanse begeleiders uit de haven van Tandjoeng Priok in Batavia, richting Padang op de westkust van Sumatra. De eindbestemming was de Sumatra-spoorweg (Midden-Sumatra), maar de gevangenen waren daarvan niet op de hoogte. In de ruimen heerste een verstikkende hitte en stank door viezigheid en dysenterie.
Twee dagen later, op 18 september 1944 werd het schip voor de westkust van Sumatra (15 zeemijlen uit de kust van Benkulu) getroffen door twee torpedo's van de onderzeeboot HMS Tradewind, één in het voorschip en één in het achterschip.
Volgens overlevering sprongen veel krijgsgevangenen aan dek, overboord. De mannen in de ruimen zaten als ratten in de val door de in beweging gekomen lading. Er was geschreeuw en er ontstonden vechtpartijen, alles met slechts één doel, eruit komen en overleven. Vlotten werden overboord gegooid en kwamen terecht op de drenkelingen die al in het water lagen. De Japanse bewakers ondernamen geen actie en sprongen met geweer in de hand overboord.
De meeste romoesja’s bleven aan boord. Het merendeel van hen kon niet zwemmen en klampte zich vast aan het schip. Toen de steven van het schip omhoog kwam en het overige deel in zee dreigde te verdwijnen, brak paniek uit. Als trossen hingen de mensen boven aan het zinkende schip en stortten vervolgens van het dek in zee en werden met de Junyo Maru meegezogen in de diepte. Vanuit het water klonk het geroep en geschreeuw van de 2000 man die in zee lagen.
De drenkelingen op de vlotten trapte elkaar er vanaf. De Japanse korvetten begonnen direct met de reddingsactie. De gereddenen die aan boord kwamen van de korvetten moetsen uit lijfsbehoud wakker blijven. Zodra men in slaap viel of te verzwakt was, werd men door de Japanners overboord gegooid. De Japanners wilden uitsluitend gezonde dwangarbeiders.
Door de gebrekkige Japanse registratie zijn exacte cijfers van deze ramp niet bekend. Men vermoed dat 1626 krijgsgevangenen en ongeveer 4000 romusha’s, totaal ongeveer 5626 man, zijn omgekomen.
680 krijgsgevangenen en 200 romoesja’s werden gered. Zij werden ondergebracht in de Gevangenis van Padang. De daarop volgende weken overleden hier nog eens 8 krijgsgevangenen.
680 krijgsgevangenen en 200 romoesja’s werden gered. Zij werden ondergebracht in de Gevangenis van Padang. De daarop volgende weken overleden hier nog eens 8 krijgsgevangenen.
Enige dagen na aankomst in Padang werden de krijgsgevangenen in groepen overgebracht naar de Sumatra-spoorweg, eerst per trein naar Pajamkoemboe en vervolgens per vrachtauto naar Pakan Baroe, Kamp 3.
Uit de gegevens van de Japanse Kampkaart van Koenraad blijkt dat hij is omgekomen bij de torpedering van zijn schip:
- Nationality: Netherlands (蘭)
- Rank: (陸軍 高射砲隊 一等兵)
- Stamboeknummer: No.88285
- Place of capture: 爪哇; Java
- Date of capture: 17/03/11; 1942/03/11
- Remarks: Pers.46955
- Camp and transfer date 1: 爪哇 17/08/15; Java Pow Camp 1942/08/15
- Camp Branch Name and Reg No. 1: 爪IV(ジャワ俘虜収容所第4分所) 4352; No.4 Branch Camp of Java POW Camp 4352
- Camp Branch Name and Reg No. 2: 爪本(ジャワ俘虜収容所本所) 15845; Main camp of Java POW Camp 15854
- Other info 1: Hospitalized for Chronic colitis on 9 June 1942; the transport ship Junyo Maru was torpedoed by an enemy submarine on 18 September 1944 and he went missing; KA19 P.7-191 (Junyo Maru); Junyo-maru; 18:30-18:45; Location of wreck: 2°53′S 10°11′E; (昭和17年6月9日慢性大腸炎にて入院; 昭和19年9月18日スマトラ東海岸沖にて船舶輸送中; 敵潜水艦雷撃を受け行方不明; KA19 P.7~191 (順陽丸); Junyo-maru; 18時30分~18時45分; 遭難位置S2º53′ E101º11′; )
- Other info 3: 15845
Klik hier voor de aflevering van Andere Tijden over de ondergang van de Junyo Maru