De ouders van Pieter waren de uit 's Gravenmoer afkomstige schipper Willem Kielen (*1862-1949) en Adriana Melsen (*1865-1912). Zij trouwden op 23 juli 1886 in ‘s Gravenmoer en kregen de volgende kinderen:
- Wouterina (1886- Rotterdam 1984), trouwde in 1918 in 's Gravenmoer met Gerard Reinier Brouwer (1885-1933)
- Cornelis (1887-1975) trouwde in 1927 in Rotterdam met Janna Gillesina Wakkee
- Jacoba (1890- Heelsum 1976) trouwde in 1930 in 's Gravenmoer met Pieter Zegers (1887-1970)
- Cornelia (1892-1976)
- Adriaan (1894-1991) trouwde in 1922 in Amsterdam met Annigje Ruijsenberg
- Antonia (1898-1905)
- Pieter (1900-1942), schipper,
Willem (1902-1999), schipper,
trouwde in 1938 in Rotterdam met Wouterina Adriana de Jongh
- Antonia (1906-2001) trouwde met Hermanus Rosenbrand (1903-1975)
- Bertus (1907- Geleen 1998) trouwde in 1940 met Baukje Visser (1912-1995)
Bron: Prov. Zeeuwse Courant 7 maart 1970 Bron: info@online-familieberichten.nl
Het vermoeden bestaat dat Pieter aan boord van zijn ouders schip in Hellouw is geboren en is aangeven in Haaften.
Pieter was schipper van beroep werkte voor Rijnvaartrederij Damco uit Rotterdam. Volgens bevolkingsgegevens verhuisde hij op 15 december 1930 naar Mainz.
Op het vrachtschip, waar Pieter in 1938 als knecht op werkte, waren altijd twee knechten. De andere knecht was een Duitse jongen, die actief was voor de Communistische partij. Hij had aan bord pamfletten en lectuur van die partij. Bij de Duitse grens vond een controle plaats en beide jongens werden door de grenspolitie aangehouden voor het in bezit hebben van Staatvijandelijke papieren. Er volgde een rechtzaak en daarbij schoof de Duitse jongen alle schuld in de schoenen van de onschuldige Pieter. Die werd tot drie jaar dwangarbeid veroordeeld en kwam in een berucht kamp bij Berlijn terecht. Twee van zijn broers hebben hem daar nog bezocht en mochten 20 minuten met hem praten. Pieter was in een erbarmelijke staat en vertelde hen welke verschrikkelijk dingen hij daar al had meegemaakt, zoals op commando bijna naakt over rollen prikkeldraad klimmen.
Toen hij weer vrijkwam, was er de restrictie dat hij nooit meer in Duitsland mocht komen.
Pieter was een wrak en had over zijn hele lichaam lidtekens. In Nederland aangekomen kwam hij weer als schippersknecht in dienst van oom Willem. Ondanks het verbod ging hij op een gegeven moment toch weer mee op een vaart naar Würzburg. In Duisburg kreeg hij last van een liesbreuk en werd daar opgenomen in een ziekenhuis. Toen oom Willem hem daar wilde opzoeken, bleek hij al te zijn overleden. Hij mocht hem toen wel begraven op het plaatselijke Ostackerfriedhof in Hamborn, een wijk in Duisburg.
Vreemd genoeg stond op de dag van zijn overlijden de SD ook weer bij het schip van oom Willem om Pieter weer op te pakken. Tevergeefs, want enkele uren later overleed hij al in het ziekenhuis.
Met dank voor informatie van Hilbrand, Willem en Jakobus Kielen.