Jack Davis Jack tijdens zijn opleiding in Dunedin in Nieuw Zeeland
Foto: Stiwot
De ouders van John Davis waren John Lunn and en Joan Davis uit Alexandra, Otago, in Nieuw Zeeland. Ze kregen samen zes kinderen.
Jack nam in 1941 vrijwillig dienst bij de Royal New Zealand Air Force (RNZAF). Na een basistraining in Nieuw-Zeeland werd hij naar Canada overgeplaatst, waar hij zijn wing haalde als gevechtspiloot. Jack kwam uiteindelijk terecht bij het 257 Squadron van de RAF. Dit squadron was uitgerust met de Hawker Typhoon 1b jachtvliegtuig. De sterkte hiervan was de hoge snelheid (602 km/h op 1600 m hoogte) die het op lage hoogte kon bereiken. Het was het eerste geallieerde toestel dat met raketten werd uitgerust (1943). Het speelde een belangrijke rol bij de voorbereiding en uitvoering van de landing in Normandië en vernielde in die periode tot 150 locomotieven per maand.
Bewapenen vmet raketten van de Hawker Typhoon (Bron: Wikipedia)
In oktober 1944 werd zijn RAF-squadron geplaatst op vliegveld Deurne bij Antwerpen, van waaruit missies boven Nederland werden uitgevoerd. Op 24 januari 1944 viel hij met succes twee spoorbruggen bij Woerden aan met vier andere Hawker Typhoons. Via Utrecht werd de terugreis aanvaard, maar boven Heukelum werd zijn jachtvliegtuig beschoten door Duits luchtafweer (FLAK), die waarschijnlijk was ingeseind door het Duitse radarstation Gorrila bij Schoonrewoerd. Zijn vliegtuig spat uit elkaar, stort naar beneden en komt in delen bij een rietput nabij de dijk bij Heukelum terecht.
Korte tijd later werd het bovenlichaam van Jack gevonden en met een bakfiets naar de Oude begraafplaats in Vuren vervoerd, waar hij werd begraven.
In mei 1916 werd in enkele kranten in Midden-Nederland melding gemaakt dat familie van Jack op zoek wilde gaan naar het vliegtuigwrak en naar de andere resten van zijn lichaam. De Stichting Eerbetoon Geallieerde Vliegeniers Lingewaal ging speuren en vond in oktober van dat jaar gespen van Lunns parachute. Stukje bij beetje werd duidelijk waar het toestel de grond had geraakt en waar ongeveer gegraven moest worden. De opgraving ging echter niet door, want de particuliere eigenaar van de grond wil om onduidfelijke redenen niet meewerken.
De zus van Jack Lunn en andere familieleden uit Nieuw Zeeland bezoeken regelmatig zijn graf in Vuren.