Crash in Opijnen 30 juli 1943 - Oorlogsslachtoffers Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West-Betuwe
Ga naar de inhoud

Crash in Opijnen 30 juli 1943

Gemeente West Betuwe > Gesn. Geallieerde militairen > Gesn. Amerikanen

Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Keene Chadwick McCammon
Rang: Tweede luitenant
Legernummer: O-733681
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 12-11-1915
Overlijdensdatum: 22-10-2003
Staat: North Dakota
Befraafplaats: Roselawn Cemetery  Roseville, Minnesota
Plot: 9 X
Row: 204
Grave: 6
Keene staat op de foto in het midden afgebeeld. Hij was de piloot.

Naam: John Bruce   
Rang: Tweede luitenant
Legernummer: O-798961
Unit: 91st Bomber Group
Overlijdensdatum: 2007-08-01
John staat op de foto hierboven vierde van links afgebeeld. John Bruce was de co-piloot

Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Americo Cianfichi
Rang: Technical Sergeant
Legernummer: 36235813
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 30-08-1915
Staat: Wisconsin
Amarico kwam uit Milwaukee County, Wisconsin. Hij meldde zich op 24 februari 1942 bij de USAAF. Hij was Engineer/ Top Turret-schutter.
Hij was slechts twee dagen getrouwd toen hij omkwam.
      
Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Douglas Victor Blackwood             
Rang: Technical Sergeant
Legernummer: 31120200
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 15-04-1919
Staat: Rhode Island
Douglas Victor Blackwood kwam uit Providence, Rhode Island. Hij meldde zich op 5 juni 1942 in de USAAF. Hij was de radio-operator.
Zijn ouders schonken uit dankbaarheid voor de bevolking van Opijnen in januari 1947 een triptiek aan de N.H.-Kerk in Opijnen.

Bron foto: uswarmemorials.org

Name: Robert Urquhart Duggan
Rang: Eerste Luitenant
Legernummer: O-728186
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 22-09-1921
Staat: New York
Was enige zoon van Fairman Rogers Dick uit New York. Hij was een veelbelovende student aan de Harvard Universiteit en had zich als vrijwilliger opgegeven om de onderdrukte volken van Europa te bevrijden. Robert meldde zich bij de USAAF op 22 januari 1942. Hij was de navigator.

Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Daniel Victor Ohman
Rang: Tweede luitenant
Legernummer: O-735915
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 04-03-1918
Staat: Minnesota
Daniel meldde zich bij de USAAF op 8 augustus 1941 in Chicago, waar hij op dat moment woonde. Hij was de bommenrichter. Daniel was degene die door het dak van de boerderij aan de Esterweg was gevallen en heeft nog heel even geleefd.

Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Mike Anthony Perrotta
Rang: Staff Sergeant
Legernummer: 33273603
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 04-01-1921
Staat: Pennsylvania
Mike meldde zich op 17 juli 1942 bij de USAAF in Erie, Pennsylvania. Hij werd luchtschutter in de zgn. Ball Turret, bovenin.

Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Hermon Daines Poling
Rang: Staff Sergeant
Legernummer:35430053
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 28-10-1921
Staat: Ohio
Hermon kwam uit Gallia County,  Ohio en trad op 13 juli 1942 in dienst in de USAAF in Huntington,  West Virginia. Hij was de staartschutter.

           
Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: Harold Royce Sparks
Rang: Staff Sergeant
Legernummer: 39099394
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 10-11-1921
Staat: California
Harold woonde in de provincie  Alameda en trad op 13 augustus 1942 in dienst bij de USAAF in San  Francisco.
Hij was de luchtschutter aan de zijkant van het vliegtuig


Bron foto: uswarmemorials.org

Naam: George Richard Krueger
Rang: Staff Sergeant
Legernummer: 37307211
Unit: 91st Bomber Group
Geboortedatum: 06-06-1918             
Staat: North Dakota
Hij was de luchtschutter aan de zijkant van het vliegtuig

Crewverdeling aan boord van B-17:

Boeing B-17 Flying Fortress in Galveston, Texas. (Bron: Emgonzalez)

Op 30 juli 1943 nam luitenant Keene McCammon met zijn B17 41-24399 van het 323 Squadron of the 91st Bomb Group H (= heavy) deel aan de "Maximum Effort"-missie naar Kassel, in Midden-Duitsland. In totaal 186 bommenwerpers moesten daar de Messerschmidt-vliegtuigfabrieken bombarderen. Het was de eerste missie van deze bemanning. De heenweg bleef zonder hindernissen, want de formatie ontmoette geen Luftwaffe. Ook het weer was uitstekend en het doelwit werd zonder moeite gevonden en succesvol gebombardeerd. Op de terugweg naar hun thuisbasis Bassingbourn bij Cambridge, keerde het geluk zich tegen deze bommenwerper.

Enkele uren later om ongeveer elf uur 's morgens vloog een formatie B-17 Flying Fortress van de Amerikaanse 8th Air Force met als bijnaam 'Man-O-War', boven Waardenburg. De 7-jarige Hans Blom liet op dat moment net buiten het dorp zijn paard uit: "Ik was vlakbij het plaatselijk afweergeschut (FLAK) en zag en hoorde dat het één van die vliegtuigen raakte. Ik volgde het brandende vliegtuig zo lang mogelijk met mijn ogen en kort daarop hoorde ik een grote knal en zag even later zwarte rookwolken opstijgen. Dat gebeurde ver buiten ons dorp. Later hoorde ik dat het in Opijnen was neergestort."


Hans van Arkel wijst de plek van de crash aan op de Esterweg. Op de achtergrond de boerderij met rieten kap van de toenmalige familie Van de Salm. (Bron foto: R. van de Velde)

Verscheidene getuigen uit Opijnen en Varik hebben in de buurt van het aangeschoten 'Fort' ook twee Luftwaffe-jachtvliegtuigen gesignaleerd. Dat waren Focke Wulf 190-jagers van Jagdgeschwader (JG) 26, die in Deelen gestationeerd waren. Er volgde een hevig gevecht waarbij de 'MAN-O-WAR' en een tweede B17, de 'Yankee Dandy' die onder bevel stond van Ltn. Robert M. Miles, werden gedwongen de bommenwerpersformatie te verlaten. Ondanks de moed van de 10-koppige bemanning en minstens acht machinegeweren die strategisch van neus naar staart waren geplaatst, maakte deze aangeslagen logge reus geen schijn van kans tegen deze snellere en beter manoeuvreerbare jagers. De 'Man-O-WAR' werd voor het laatst gezien, terwijl hij de formatie verliet, brandend onder de vleugels en met twee uitgevallen binnenboordmotoren (nrs. 2 & 3) en in duikvlucht. Na een fel gevecht claimde de gevreesde Duitse gevechtspiloot Ltn. Johannes Neumann uiteindelijk de 'MAN-O-WAR' op drie kilometer ten zuiden van Est aan de Esterweg, dichtbij Opijnen.
De Luitenanten Keene C. McCammon, John P. Bruce en Daniel V. Ohman, respectievelijk de piloot, copiloot en bombardier, konden slechts enkele seconden, voordat het vliegtuig in de lucht explodeerde, naar buiten komen. Volgens een ooggetuige beschoten de Duitse jagers zelfs deze mannen, terwijl ze hulpeloos aan hun parachute bungelden.

Ook de toenmalige burgemeester Bart Formijne (1897-1979) van Est en Opijnen was getuige van deze crash:

"Het was net na elven toen we in ons dorp door een vreselijk geluid werden gealarmeerd. Een paar minuten later hoorden we een vreselijke klap. Ik was in het stadhuis en rende naar buiten en zag aan de rechterzijde een grote zwarte rookkolom. Ik pakte direct mijn fiets en reed er naartoe. Ik zag een brandend vliegtuig liggen, waarvan de boordkanonnen nog steeds vuurden.



De boerderij met rieten kap van de toenmalige familie Van de Salm.(Bron foto: R. van de Velde)

In de lucht zag ik twee kleine witte dingen, die langzaam naar beneden kwamen. Het bleken parachutes te zijn. Tegelijkertijd zag ik twee Duitse jagers cirkelen boven het brandende vliegtuig. Gedurende de tijd dat het vliegtuig brandde en vuurde, kon ik niet dichtbij genoeg komen om precies te zien wat er was gebeurd. Ik keek rond en zag een groot gat in het rieten dak van het boerderijtje van familie Van de Salm, dat ongeveer 50 meter verderop stond. Ik ging er zo snel mogelijk heen, klom naar boven en tussen het hooi vond ik een Amerikaanse piloot. Hij kon niet praten en kreunde nog steeds. Ik heb hem nog wat water gegeven. Ondertussen was er op mijn verzoek Dr. Weijsters uit Ophemert gekomen, maar die kon ook niets meer voor hem doen en korte tijd later stierf hij aan zijn verwondingen. Waarschijnlijk was zijn parachute beschadigd door kogels uit het Duitse vliegtuig en had hij een te zware val gemaakt. Na de oorlog hoorde ik dat hij Ohman heette en bommenrichter was geweest in het vliegtuig.

Toen het branden minder was geworden, ging ik weer terug naar de plaats van het brandende toestel en zag dat daaronder twee lijken van de Amerikaanse bemanning lagen. In een akker in de buurt vond ik tussen aardappelen en rode bieten nog vijf andere lijken. Diep onder de indruk van dit alles ging ik naar huis om hulp te halen om de acht stoffelijke overschotten naar het plaatselijke mortuarium over te laten brengen.
Kort daarna kwamen twee inwoners uit mijn gemeente met een piloot in hun midden, levend en wel. Zij vertelden mij dat deze man
met zijn parachute bij Varik in de rivier de Waal was gevallen, maar desondanks toch de oever had weten te bereiken.
Ik ging in gesprek met hem en hij vertelde mij dat hij uit het Amerikaanse St. Paul, Minnesota kwam, dat hij luitenant  McCammon heette en had gediend bij de plaatselijke politie. Het gesprek duurde niet lang, want kort daarop werd mijn hele huis omsingeld door Duitsers. Ik kon hem nergens meer verbergen. Ondertussen stond het hele dorp voor mijn huis om deze Amerikaan te begroeten en om te zien wat er nu zou gaan gebeuren. Iedereen moest tenslotte machteloos toezien hoe de Duitsers hem meenamen.
Even later ging ik met enkele dorpsgenoten naar de crashplaats om de stoffelijke overschotten op te halen. Bij een boerderijtje zagen we de Amerikaanse luitenant buiten staan en werd hij bewaakt door een Duitser. Het moet vreselijk voor hem zijn geweest om al zijn omgekomen kameraden te zien langskomen. Ik vroeg zijn bewaker of hij zo vriendelijk zou willen zijn om die luitenant zo lang naar binnen te laten gaan, maar daar wilde de Duitser niets van weten.
Vervolgens werden de lichamen van de mannen op een platte paardenkar geladen en naar het mortuarium vervoerd, waar mijn vrouw een groot boeket witte bloemen plaatste."
Hans van Arkel met de boordmitrailleur (Bron: H. van. Arkel)

Later bleek dat bij Varik ook co-piloot John P. Bruce zijn sprong uit het vliegtuig had overleefd. Hij kwam bij het neerkomen op de basaltblokken van de Waaldijk terecht en had problemen met zijn knie en enkel. Ook hij werd gevangengenomen en vervolgens naar het ziekenhuis in Tiel gebracht.
De destijds 12- jarige Hans van Arkel uit Opijnen woonde vlakbij de crashplaats en was als één van de eersten bij de resten van het vliegtuig. Hij zag kans een boordmitrailleur in een akker te verbergen. Hij haalde het loodzware ding later op en legde het op het erf. Toen hij de volgende morgen opstond, was het weg. In 1980 kwam bij graafwerkzaamheden voor een verbouwing het wapen weer tevoorschijn. Zijn vader heeft het vermoedelijk daar begraven om problemen mer de Duitsers te voorkomen. Het is nu te bezichtigen in het Flipje Museum in Tiel.

Nadat de burgemeester Formijne toestemming vanuit Berlijn had gekregen, vond op 1 augustus 1943 om 09.00 uur de begrafenis plaats. Op last van de Duitsers mocht op dat vroege tijdstip alleen de burgemeester daarbij aanwezig zijn. Desondanks kwam de hele dorpsbevolking opdraven bij de begraafplaats van de N.H.-kerk om naar zijn speech te luisteren. Na afloop opende de burgemeester het toegangshek en verdrong de bevolking zich bij de acht graven, die in een mum van tijd één grote bloemenzee werd.    

Bron foto drieluik: R. van de Velde

Burgemeester Formijne heeft zich enorm ingezet voor de omgekomen Amerikaanse bemanningsleden van de B-17. Hij was de Engelse taal machtig in woord en geschrift en stuurde een indrukwekkende brief naar zijn Amerikaanse ambtgenoot van de woonplaats van piloot McCannon. Een afschrift van die brief kwam bij alle nabestaanden van de acht bemanningsleden terecht. Korte tijd later ontving hij van bijna alle nabestaanden bericht waarin zij aangaven dat hun kinderen in Opijnen zouden blijven rusten.
In een bijzondere kerkdienst op 7 januari 1947 vond namens de ouders van technisch Sergeant
Douglas Victor Blackwood, de overdracht plaats van een indrukwekkend triptiek (drieluik) aan de kerkvoogdij van Opijnen. Dit uit dankbaarheid voor de door de Opijnse bevolking betoonde eer aan de omgekomen Amerikaanse vliegers. Het heeft altijd in het gemeentehuis van Opijnen en Est gehangen, maar na de herindeling van de gemeente kwam het terecht aan de muur van de gemeenschapsruimte van de N.H.-kerk in Opijnen.




Memorial Day op 30 mei 1949. Op de bovenste foto bad Ds. Baron van Tuyll van Serooskerken het onze vader in het Engels. Op de onderste foto leggen schoolkinderen bloemen op de graven. (foto Van Mourik-Deil)

   
(Bron foto: R. van de Velde)

Deze acht Amerikaanse bemanningsleden liggen nog steeds begraven op het N.H.-kerkhof van Opijnen. Dat is opmerkelijk omdat bijna alle andere Amerikaanse militairen in Nederland werden herbegraven op Amerikaanse oorlogsbegraafplaatsen of gerepatrieerd naar de VS. Op speciaal verzoek van de bevolking van Opijnen en de nabestaanden van deze slachtoffers bevinden deze graven zich nog altijd in Opijnen.

(Bron foto: R. van de Velde)

De grafstenen verschillen van de marmeren kruisen die op de Amerikaanse oorlogsbegraafplaatsen worden gebruikt. Ze zijn hetzelfde als die gebruikt worden op de "National Cemeteries" in de VS, zoals Arlington National Cemetery.

De American Women's Club of Amsterdam en The Betty MacDonald Foundation zijn sinds 1949 de grote sponsoren van activiteiten rond herdenkingen in Opijnen en altijd nauw betrokken bij de jaarlijkse 4 mei Dodenherdenking.
Net voor Memorial Day werd op 28 mei 1983 bovenstaand gedenksteen op de Oude begraafplaats onthuld door
de burgemeester van Neerijnen en de presidente van The American Women's Club of Amsterdam.
Hendrik de Kock uit Opijnen, die destijds één van de oogetuigen van de crash was, heeft zich zijn hele leven ingezet voor de Amerikaanse graven en ontving daarvoor het erelidmaatschap van de 91st Bomb group.

(Bron foto: R. van de Velde)

(Bron foto: R. van de Velde)

Op 4 mei 2006 is een monument onthuld door Bonney Jean McCannon, de vrouw van de piloot, en John Bruce, de Co-Pilot van de B17, die in Opijnen is neergestort.
(Bron foto: R. van de Velde)

In het midden van een park in een nieuwbouwwijk van Opijnen staat aan het McCammonplein een met baksteen gelegde patio in de vorm van een vliegtuig, met een uitstekende verticale stabilisator voorzien van een plaquette met de namen van de slachtoffers. Het is een eerbetoon aan de 8 omgekomen bemanningsleden van de B-17 "MAN-O-War" die bij Opijnen neerstortte. Het monument werd geschonken door de heer en mevrouw Keene McCammon, de heer en mevrouw John Bruce, de American Women's Club of Amsterdam, de gemeente Neerijnen en Lithos bouw & ontwikkeling.
De straten en voetpaden rond het monument zijn genoemd naar de bemanningsleden.
  • Brucestraat
  • McCammonplein
  • Blackwoodstraat
  • Dugganstraat
  • Cianfichipoort
  • Sparksstraat
  • Kruegerpad
  • Ohmanpad
  • Polingsstraat
  • Perrottastraat



Terug naar de inhoud