Dhr. J.W. Ringelenstein
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers: > Enspijk
Achternaam:
Ringelenstein
Tussenvoegsels:
van
Voornamen:
Johannes Willem
Voorletters:
J.W.
Beroep:
Bakker
Geboorteplaats:
Enspijk
Geboortedatum:
31-07-1917
Overlijdensplaats:
Dortmund
Overlijdensdatum:
13-11-1944
Categorieë: Burger
Begraafplaats: Nederlands ereveld Loenen
Gemeente:
Apeldoorn (ereveld)
Provincie:
Gelderland
Vak:
E
Nummer:
484

De ouders van Johannes Willem waren bakker Gijsbertus Jan Willem van Ringelenstein uit Almkerk en Johanna Cornelia van Overhagen uit Hoogblokland. Ze
kregen in Deil samen acht kinderen:
- Gerrit (*1915)
- Jan Willem (*1916)
- Gloria
(*1917)
- Johannes "Jo" Willem (*1918)
- Trijntje
Johanna Cornelia (*1921)
- Aalbert Pieter (*1923)
- Gijsbert Jan Willem (*1925)
- Nicolaas (*1928)
In de oorlog werden Nederlandse mannen en jongens vanaf 16, 17 jaar opgeroepen om in Duitsland te werken; sommigen voor de ‘Arbeitseinsatz', zij kwamen in werkkampen terecht; anderen als ‘Zivilarbeiter', zij kwamen in dienst van particuliere bedrijven.

Jo
van Ringelenstein (Bron: W. Bronk en S. den Hartog)
Het gezin van bakker Van Ringelenstein uit Enspijk telde zes zoons en twee
dochters. Jo, de vierde in de rij en 24 jaar oud, en Aalbert, het zesde kind, 19
jaar oud, vertrokken in 1942 naar Duitsland. Aaldert moest werken voor de
Arbeitseinsatz, in een werkkamp bij Dortmund, Jo werd tewerk gesteld als
Zivilarbeiter in een bakkerij in Hagen bij Dortmund. Jo was eigenlijk het beste
af. In feite deed hij het werk dat hij thuis ook deed: helpen in de bakkerij en
brood bezorgen. Hij had een eigen kamer, hield per post contact met thuis.
Hij
kwam zo nu en dan met verlof en nam dan voor het Duitse gezin weer koffie en
andere levensmiddelen mee uit Nederland. En misschien had het zo wel tot het
einde van de oorlog door kunnen gaan. Maar er gebeurde iets anders. Jo luisterde
naar de Engelse radio, wat natuurlijk streng verboden was. De berichten die hij
ontving over het verloop van de oorlog wilde hij doorgeven aan de Nederlandse
jongens in de kampen. Hij deed dat door die berichten op briefjes te schrijven
en die briefjes te verstoppen in de broden. Door de broden waarin de briefjes
verstopt zaten te merken, kon hij die op het goede adres afleveren. Op een
gegeven moment kwam zijn sabotagedaad aan het licht. Sindsdien is niets meer van
hem vernomen. Zijn laatste bericht was uit 1943.
Toen hij na de bevrijding nog steeds niet thuis kwam, is de familie op onderzoek uitgegaan. Via via is toen duidelijk geworden dat hij in een strafkamp in Dortmund heeft gezeten, waar hij heeft moeten werken aan het uitbikken van tramrails. Een mevrouw uit Hagen, die Jo nog kende uit de tijd dat hij bakkersknecht was, heeft hem daar vaak aan het werk gezien. Jo moet van uitputting gestorven zijn. Pas in 1946 was de familie zeker van zijn overlijden en kon
de rouwkaart verstuurd worden. Die
mevrouw uit Hagen heeft later zijn broers geholpen bij hun zoektocht naar het
graf van Jo. In 1954 hebben ze zijn graf gevonden op een grote begraafplaats in Dortmund.
Het was niet meer dan een paaltje met het nummer 156. De familie heeft er toen
een echt graf van gemaakt door een plankje met zijn naam. Later is het
lichaam van Jo overgebracht naar het ereveld in Loenen.
Toen hij na de bevrijding nog steeds niet thuis kwam, is de familie op onderzoek uitgegaan. Via via is toen duidelijk geworden dat hij in een strafkamp in Dortmund heeft gezeten, waar hij heeft moeten werken aan het uitbikken van tramrails. Een mevrouw uit Hagen, die Jo nog kende uit de tijd dat hij bakkersknecht was, heeft hem daar vaak aan het werk gezien. Jo moet van uitputting gestorven zijn. Pas in 1946 was de familie zeker van zijn overlijden en kon

De 40er jaren waren zware jaren voor de familie van Ringelenstein, Aaldert kwam wel terug, maar zijn gezondheid had blijvende schade
opgelopen; hun 7e kind, Gijs, diende in Nederlands-Indië, waar hij
het bericht van het overlijden van Jo ontving en de jongste zoon Nico zou
als soldaat naar de West (Curaçao) gestuurd worden. Dit laatste is uiteindelijk niet doorgegaan.
Bron: informatiebulletin Monument Enspijk