Zoelen- E.M. Allbright - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Zoelen- E.M. Allbright

Gemeente Buren > Gesn. geallieerde militairen > Gesn. Amerikanen
Crash  Thunderbolt P-47-D  op 17  september 1944 tussen Buren-Zoelen


Deze Thunderbolt P-47-D crashte (zie nr.!) Photo: USAAF

Edward Albright

Op 17 september 1944 kwam de 28-jarige Amerikaanse piloot en 1ste luitenant Edward ("Eddie") Albright (serial nr. O-790606) van het 56e Sqdr. om het leven, toen zijn Thunderbolt P-47-D (typenr. 44-19786) bij zijn 55e inzet vanuit de richting Rijswijk een noodlanding maakte in een veld aan de toenmalige Noordeneindschesteeg (nu Avezaathsesteeg), nabij uitspanning Den Os tussen Buren en Zoelen.


                                                  Ouderlijk huis in Norfolk (Google Maps)

Edward ("Eddie") Matthew Albright Jr. werd geboren op 26 augustus 1916 in Norfolk en was enig kind van de prominente zakenman Edward Matthew Allbright (1883-1961) en moeder Olivia Lee White (1885-1964) uit Norfolk, Virginia. Ze trouwden op 5 augustus 1908 in Norfolk. Zijn vader was van beroep bloemist, maar was ook secretaris-penningmeester van Albright-Hopkins Flower Meelfabriek. Het gezin woonde daar aan de sjieke 2614 Chesterfield Boulevard.
Edward was tijdens zijn pilootopleiding in Alabama op 3 december 1942 getrouwd met Gladys Edith Brown (1921-2016) uit Flomaton. Klik hier voor een brief van haar.

Peter van  Malsen (*1934) uit Rijswijk is de laatste geweest die de piloot nog levend heeft gezien: “Ik woonde toen met mijn ouders op de Veldweg, vlakbij het  Amsterdam-Rijnkanaal. Ik hoorde schieten en ik liep naar buiten en zag die  Amerikaanse jager met sputterende motor op vijftig meter hoogte over ons huis vliegen, richting Zoelense Veld. Ik kon de piloot zelfs zien zitten.”
Getuige  Piet Hofman (*1930) vult het verhaal verder aan: “Het huis van mijn ouders was de villa “La Vita Nuova“, net buiten de bebouwde kom van Buren naar Tiel. Mijn vader en ik hoorden het afweergeschut bij Wijk bij Duurstede ratelen en liepen snel naar boven naar de slaapkamer. Met een verrekijker volgden wij een aangeschoten vliegtuig. Op een gegeven moment zagen we de piloot nog tijdens  zijn vlucht uit de cockpit klauteren richting de stukgeschoten brandstofleiding, om die met poetswatten o.i.d. te dichten. Helaas verloor het toestel snel hoogte. Al landend probeerde hij uit de cockpit te klimmen, toen zijn landingsgestel in een plotseling opdoemende sloot terecht kwam en over de kop sloeg. We zagen de piloot niet meer, dus gingen we er met de fiets snel heen. We namen een regenjas voor de piloot mee om hem zonodig te kunnen verbergen. Bij aankomst bij het toestel lag de piloot echter onder het toestel en was al dood. Zijn gezicht was gelig van kleur. Mijn pa heeft de vliegkaart, die bevlekt was met olieafdrukken van zijn vingers, veilig gesteld. Andere persoonlijke bezittingen werden na de bevrijding aan een officier meegegeven ter verdere verzorging. Zijn naamplaatje
Het militair boekje en kaart hebben we zelf opgestuurd naar het adres, dat erin stond. Later kregen we de vliegkaart teruggestuurd als herinnering voor ons.
Het bewuste toestel werd, toen wij daar weggingen, afgeschermd door andere  Amerikaanse jagers, om te voorkomen dat de Duitsers erbij kwamen. Er werd om ons heen geschoten met mitrailleurvuur. Na een vlaggensein van mijn vader, konden wij ongestoord naar huis fietsen. Bij ons vertrek vanaf dit toestel, kwamen mensen van de Ondergrondse uit Zoelen om de overgebleven kogels uit het vliegtuig in een kist mee te nemen. Zelfs de kerosine en wielen werden meegenomen.”


Rood kruis=crashplaats

De pijl wijst naar de woorden Den Os op de gevel van deze boerderij aan de  Avezaathsesteeg. Op deze  plaats stond in de oorlogsjaren nog de uitspanning Den Os. Zo'n 300 meter hier tegenover, ongeveer bij de pijl, richting Burensedijk, stortte op 17 september 1944 de Thunderbolt neer. Door een ruilverkaveling in de zestiger jaren is de bewuste dwarssloot verdwenen.
   

Volgens een in het Burense archief bewaard gebleven proces verbaal, kwam Eddy bij de landing onder zijn eigen toestel terecht en werd vervolgens doodgedrukt. Toegesnelde omstanders haalden hem onder het toestel vandaan en legden hem onder de vleugel. Het stoffelijk overschot werd de volgende middag pas overgebracht naar de kapel op de begraafplaats te Zoelen. Omdat het midden in de periode van Operatie Market-Garden was en er toen nog de hoop was dat Nederland snel zou worden bevrijd, werd met de begrafenis gewacht. Toen bleek dat de bevrijding toch nog langer op zich zou laten wachten, is Eddie op 23 september begraven op  het nieuwe kerkhof aan de Beemdsestraat in Zoelen. Bij de plechtigheid waren aanwezig Dominee Israëls, de burgemeester van Zoelen, gemeentesecretaris Vermeulen en enkele politieagenten.
Het gecrashte vliegtuig lag nog maandenlang aan de Avezaathsesteeg en werd langzaam maar zeker door de plaatselijke jeugd grondig ontdaan van alles wat lost en vast zat.

In oktober 1946 werd Edwards stoffelijk overschot op het Amerikaanse oorlogskerkhof in Neuville, nabij Luik in België, herbegraven. Vervolgens werd op 14 mei 1949 zijn stoffelijk resten, op verzoek van zijn ouders, naar Amerika overgebracht. Hier werd Edward jr. een dag later herbegraven op de Elmwood Cemetery in Norfolk, Viginia. Zijn grafsteen is daar nog steeds te zien:
     
Bron graf: Billion Graves
                               
Edward is gedecoreerd met de Silver Star, Distinguished Flying Cross, Air Medal en met de Air Medal with the Three Oakes Clusters.
Ltn. Edward Albright was vanaf juli 1942 als instructeur in dienst van de USAAF te Gunter Field. In juni 1944 trad hij toe tot de 56e Fighter Group en werd gestationeerd in Boxted in Engeland, waar ze vanuit Halesworth i.v.m. de D-day landingen naartoe waren gedirigeerd. Hij was een week voor de crash commandant  van de 63e Fighter Sqdr.B geworden. Op 17 september 1944 leidde hij zijn zgn. Red Flight voor een aanval op de rangeerterreinen in Amersfoort. Door Duits afweergeschut raakte zijn brandstoftank in brand en explodeerde. Zijn wingman Ltn. Frank Ogden zag Edwards vliegtuig optrekken in een wolkenformatie waarin hij verdween zonder meer te worden gezien. Hij werd in eerste instantie als 'Killed in Action' opgegeven.
De missie waar hij bij betrokken was, duurde van 10.30 uur tot 15.45 uur. De vliegroute was Amersfoort-Leersum (beschieting van gronddoelen) -Ede (waarbij een locomotief met twaalf wagons beschadigd raakte)- vliegveld Soesterberg- en dan via Rotterdam weer terug naar de basis in het Engelse Boxted.  
 

In 2013 ging webmaster Van de Velde op zoek naar familieleden van deze piloot. Na een digitale speurtocht van enkele maanden door de VS, kwam hij uiteindelijk in telefonisch contact met de 90-jarige weduwe van Eddie, die nog steeds in de zuidelijke staat Alabama woonde. “Ze was enorm verrast dat ik kans had gezien haar te traceren en dat ze in de nadagen van haar leven weer nieuws hoorde over haar ‘eerste grote liefde’. Ze vertelde mij dat Eddy dol was op accordeon spelen en dat hij vanuit zijn basis in Engeland elke dag een brief naar haar stuurde. Toen die op een gegeven moment niet meer aankwamen, vermoedde zij het ergste. Pas in 1946 vernam zij officieel van de Amerikaanse regering dat hij bij een crash in Nederland was omgekomen. Daarna heeft ze van geen enkele instantie meer iets vernomen, zelfs niet waar Eddie precies was neergestort. Zij hertrouwde op 11 oktober 1947 in Flomaton met de bekende advocaat Woodford Wyndham Dinning (*1916) uit Alabama en kreeg drie kinderen.”

56 Fighter Group embleem
Het Sqdn. werd opgericht op 15 januari 1941 in AAB Savannah in de USA. Hierna verhuisden ze in mei 1941 naar AAB Charlotte in North Carolina. Ze waren toen uitgerust met een klein aantal Bell P-39 en P-40 vliegtuigen. Hierna volgde in december 1941 een intensieve training op MAP Charleston in South Carolina en van januari tot juni 1942 op vliegvelden in New York. Hier vlogen ze patrouilles voor de  luchtverdediging. Uitverkoren om met de nieuwe P-47B te trainen, kregen ze het eerste vliegtuig in juni 1942. De groep verhuisde vervolgens op 7 juli 1942 naar MAP Bridgeport in Connecticut  om verder te testen en te trainen met de eerste P-47. In december 1942 kregen ze te horen dat ze werden ingezet aan het front in Europa en voeren ze op 6 januari 1943 met de Queen Elizabeth naar Gourock, in Schotland waar ze op op 11 januari 1943 arriveerden.

De 56e sqdr. trainde eerst enkele weken, voordat het actief aan de strijd deelnam in het gebied rondom Saint-Omer op 13 april 1943. Het squadron was ook betrokken bij missies tijdens de invasie van Normandië in juni 1944. Zij ondersteunden o.a. de geallieerde strijdkrachten bij de doorbraak bij St Lo in juli 1944. Ook namen ze deel aan aan de zgn. Battle of the Bulge van december 1944 tot januari 1945. Zij leverde ook hun bijdrage aan de luchtverdediging van het bruggenhoofd bij Remagen in maart 1945.
De commandant van de 61e Fighter Squadron, Luitenant-kolonel Francis Gabreski, vernietigde 28 vijandelijke vliegtuigen, een ongeëvenaard record voor een Amerikaanse gevechtspiloot in Europa. Op 20 juli 1944 maakte Gabreski met zijn P-47 Thunderbolt een buiklanding, na beschietingen van een Duits vliegveld in de buurt van Koblenz. Nadat hij zich vijf dagen lang had schuil gehouden werd hij uiteindelijk toch gearresteerd door de Duitsers en begroet met de woorden: 'Hallo Gabby, we hebben lang op je gewacht!"
Het sguadron had haar laatste gevechstmissie op 21 april 1945. De 56e bleef in Engeland tot oktober 1945, waarna zij terugkeerde naar Camp Kilmer in New Jersey.  Het werd gedemobiliseerd op 18 oktober 1945.
Met 647 luchtoverwinningen stond de unit  in haar categorie aan de top van de 8e Air Force en eindigde ze tweede achter de 4e Fighter Group v.w.b. gecombineerde lucht- en grondoverwinningen. De groep eindigde met een gemiddelde van acht op een overledene.

Squadrons van deze 56 Fighter Group:
61e Fighter Squadron: HV
62e Fighter Squadron: LM
63e Fighter Squadron: VN
Toegevoegd aan de 8e AAF op 12 januari 1943
Wing / Command Opdracht
VIII FC 12 januari 1943
FC VIII, 4 ADW 30 juni 1943
FC VIII, 65 FW 7 augustus 1943
2 BD, 65 FW 15 september 1944
2 AD, 65 FW 1 januari 1945
Gevechtsvliegtuigen:
P-47C 5 februari 1943 tot april 1943
P-47D januari 1943 tot maart 1945
P-47M januari 1945 tot september 1945


Halesworth airport in WOII  (Thanks to Buzz Took)  

Vliegvelden
Kings Cliffe 13 januari 1943-5 april 1943
Horsham St. Faith 5 april 1943 aan 8 juli 1943
Halesworth 8 juli 1943-18 april 1944
Boxted 18 april 1944-9 september 1945
Little Walden 9 september 1945-10 oktober 1945

Groepscommandanten:
Col Hubert Zemke 1 september 1942-30 oktober 1943
Col Robert B. Landry 30 oktober 1943-11 januari 1944
Col Hubert Zemke 19 januari 1944-12 augustus 1944
Col David C. Schilling, 12 augustus 1944-27 januari 1945
Luitenant-kolonel Lucian A. Dade Jr 27 januari 1945 tot augustus 1945
Luitenant-kolonel Donald D. Renwick augustus 1945 tot oktober 1945

Eerste missie: 13 april 1943
Laatste missie: 21 april 1945
Totaal aantal missies: 447
Vermiste vliegtuigen MIA: 128

Claims: In de lucht: 674. Aan de grond: 311.

Eervolle vermeldingen:
Twee belangrijke vermeldingen:
20 februari 1944-9 maart 1944:  98 vijandelijke vliegtuigen vernietigd
18 september 1944: ondersteuning van luchtlandingstroepen in operatie   Market-Garden

Bijzonderheden van deze eenheid:
  • Heeft meer vijandelijke vliegtuigen vernietigd dan alle andere 8e AF   Fighter Group.
  • Had meer zgn. 'azen'  dan alle andere Fighter Group.
  • De top azen: Francis Gabreski en Robert Johnson vlogen beide bij de 56e  Fighter Group.
  • Vlogen als eerste USAAF-groep met de Thunderbolt P-47.
  • Alleen de 8AF Groep vloog de gehele oorlog met de Thunderbolt P-47.


Een plaquette nabij het museum van Halesworth vliegveld
Terug naar de inhoud