Oorlogsjaren in Beusichem - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Oorlogsjaren in Beusichem

Gemeente Buren
1940-1945 in Beusichem
Door W. Bulten in Culemborg 40 jaar bevrijd, bijlage van de CC
Hoe was het?
De scholen waren gesloten. Men was terecht bang, dat kinderen onderweg het slachtoffer van beschietingen zouden worden.
Voorts moesten de scholen gereed gehouden worden om Duitse soldaten in te kwartieren. De inwoners bleven daarvan evenmin vrij. Voeg daarbij, dat onze dorpen met evacuees overspoeld waren. Eerst die uit de Bommelerwaard. Later die uit Ochten en Lienden. Januari 1945 mensen uit Tiel. De bevolking was verdubbeld. Die mensen moesten eten. Daarvoor werd met bureauhouder C.G. de Raad een commissie in het leven geroepen. Hij deed het uitstekend. Fungeerde als voedsel commissaris. Geen benijdenswaardige positie. Het onderwijzend personeel, dat toch niets te doen had, werd ingeschakeld.
De fornuizen der gaarkeukens moesten worden gestookt. Daar was hout voor nodig.
Hout kopen
Dat kon je aan de Bergkant kopen. Zo'n transport moest worden voorbereid. Dat deden P.J. Boskaljon en ik. Een aardige vent. Een knap onderhandelaar. We gingen op fietsen met massieve banden. Wanneer je nog een behoorlijke fiets had Iliep je de kans dat die door de Duitsers gevorderd werd. Ze wilden nog niet eens toegeven, dat ze die gestolen had den. Toen ik dat eens tegen een Duitse soldaat zei, blafte hij me toe: 'Ein Deutscher Soldat klaut nicht, er organisiert. Hij was gewapend met gemeentelijke mandaten. Geld zat! Door Stellvertreter Th. van de Pol in Den Haag gehaald. Toch met geld kon je niet alles.
Boskaljon praatte vier wagens stompen los. Behalve het geld moest er een wagen voederbieten tegenover staan. Zo is het gebeurd. Dan kwam terug in Beusichem, de regeling van het vervoer. Geen boer waagde zich in die dagen met paard en wagen op de weg. Bang ze aan de Duitsers, die in hun nadagen hun gemotoriseerd vervoer door de oorlog waren kwijtgeraakt, te verliezen.
Er was geen ontkomen aan. Wij legden uit dat wanneer je voor ons reed alles wat vervoerd werd aan eigen mensen ten goede kwam. We kregen het transport voor elkaar.

Lekker gegeten
Ik weet er nog van, dat Boskaljon en ik bij die houtverkoper bijzonder lekker en stevig aten. Hutspot met konijn. Dat in die tijd! De afwikkeling verliep vlot. Ik geloof dat de man het blijst met zijn bieten was.
Een andere keer moesten we in Driebergen takkenbossen halen. Zeven cent per bos. Op de dag van halen moest ik in Langbroek de eigenaar van dat pak hout ophalen. Daarna reden we samen naar het bos. Eerst gaf hij me een paar sneden brood met spek. Toch was ik in behoorlijke conditie. Ik woog nog 144 pond. Wij verdienden met spinnen de kost. Per knot f 15.

Spinnen
Of tarwe, spek, boter. Een knot vergde 7 uur arbeid. Dit terzijde. In onze dorpen was het in die dagen druk. Veel evacuees, waarvan er door de evacuatie van Tiel naar Friesland werden afgevoerd. Ze hebben het daar goed gehad. Doorlopend inkwartiering. Ons dorp leek een kleine bedrijvige stad.
Hoe zou 't gaan?
Velen hoopten dat de geallieerden Tiel maar gauw bevrijden zouden. Daarna doorstoten naar Utrecht. Gelukkig hebben ze het nooit gedaan. Dan hadden we in 't schootsveld gelegen. Was heel het dorp aan flarden geschoten. Verwoest! Weet je wat opviel?
Rust
Dat wanneer je Beusichem verlaat, de Lek over, je als het ware in het land der stilte kwam. Die deed weldadig aan.

Vorderen
Ik kwam bij het vorderen van paard en wagen bij een man, die zeer ernstig ziek was. Hij kronkelde als een worm in zijn bed van benauwdheid. Die werd natuurlijk  vrijgesteld. Ik was er ontdaan van. Hij voegde me nog toe Bulten zeg tege de Here dak nie kan. Zeg turbij, ak wel gekunneha, dakkut verdomd ha'. T Was Klaas Bosschaart van t later afgebroken Versendaal'. Ik zalt overbrenge Kloas. ’t Beste. Enkele weken later stierf hij. Achterlatend een vrouw met twee jonge kinderen.
Difterie
Waaraan? Difterie. Er zijn in die dagen veel mensen aan die besmettelijke keelziekte gestorven. Ik noem de PTT-er A. van Mourik, Henk Meerdink. Doodsoorzaak: gebrek aan serum. De Duitsers waren doodsbenauwd voor die ziekte. Langs de weg stonden de waarschuwingsborden met het opschrift Difterie. Ansteckende Krankheit'. Had ik een vergunning van Stellvertreter v.d. Pol, dan stond er ondersteund door een verklaring van dokter A. van der Wiel, dat hij geneesmiddelen, w.o. difterie-serum hard nodig had.
Naar Utrecht
Een Duitse soldaat trok zich daar niets van aan: Dann müssen Sie gesund sein, oder sterben. Hij liet me toch door. t Was meestal een goede zaak, als er een Ortscommandantur was om op de gemeentelijke Bescheiniging een Duits stempel te verkrijgen. Dan verliep alles vlotter. Zo ontstond als tweede taak een soort bodedienst per fiets naar Utrecht Toen de mensen er lucht van kregen dat ik naar Utrecht ging, kwamen ze met pakjes of brieven voor kennissen in de Domstad. Ik had zelfs nog een bagagedrager vóór op de fiets om alles te kunnen vervoeren. Meestal ging alles goed. Doch er deden zich ook wel eens haperingen voor. Wijlen C.J. van Koeverden gaf me meestal eieren en erwten mee. Tevens brieven van zijn evacuees. Die moest ik dan bij Pastoor v.d. Berg, Biltstraat 156, Utrecht brengen. Een broer van wijlen pastoor v.d. Berg uit Buren.
Alle twee aardige mensen. De Utrechtse pastor leidde de R.K. voedselorganisatie. Je kreeg altijd een buil tabak van hem. Liet b.v. ten bate van de hongerigen met Kerstmis koeien slachten. Die brieven waren zo erg niet, doch wat de mensen er in schreven.
Brieven
Eens was er op de Beusichemse pont brievancontrõle. De mijne lagen onder een plankje in mijn fietstas. Die mensen konden ze niet allemaal controleren. Dus ontliep ik het. Ik gat die soldaat een ei. Hij keek verwonderd Sprak: 'lch bin der Feind'. Antwoord: Wir sind auch Menschen. Hij keek de Bescheinigung door 'Richtig!
Liet me in beslag genomen brieven zien. lemand schreef: 'Ik wou dat die rot moffen maar gauw opdonderden. Ik moest hem gelijk geven. Zou in zo’n geval geschreven hebben: Ik hoop dat het spoedig vrede wordt. Dat kwam op hetzelfde neer. De soldaat voegde er aan toe: Morgen bin ich nicht hier.
Logies
Net zoals het uitkwam logeerde ik 's nachts bijwijlen notaris Mr. A.A. Mulder. Een man die tot zijn dood dankbaar bleef voor in de oorlog ondervonden voedselhulp. Zijn vrouw (90) nu nog. In zijn huis hing een grote kaart die de frontlijn aangaf. Dagelijks bijgehouden. Hij zorgde, dat wanneer ik in tijdnood kwam, de pakjes hun bestemming bereikten.
Brieven 2
De volgende morgen toog ik naar pastoor Van den Berg. Legde hem het geval van de brieven voor. Hij was zeer loyaal. Las de nieuwe helemaal voor. Geen gevaarlijke lectuur. Ik verstopte ze veiligheidshalve in mijn schoenen.
Geneeskundig Genootschap
Door de spoorwegstaking lag het O.P.G. drie maanden op het schema achter. De PTT was zeer ontwricht. Werkte wel. Daar konden de dokters niet op wachten. Stuurden hun boodschappers. Een PTT-er moest met een collega een kar met een postzak van Culemborg naar Vianen brengen. Dikke sneeuw. Een barre tocht
In Vianen werd de zak op het postkantoor geleegd. Inhoud twee oude kranten. Ik vertelde, dat ik diezelfde dag de Lek weer over moest. Het baatte niets.
Ik bekeek die door honger geteisterde mensen eens aan. Koos de magerste uit. Vroeg hem mee naar buiten te gaan. Gaf hem het receptenlijstje. Tevens wat erwten, een paar eieren en brood. Sprak, alsof was ik een veldheer. Vanmiddag om drie uur klaar. Zeker, mijnheer. Tik voortaan maar tegen het ruitje. 't Komt in orde! Kwam 't ook. Elke keer.
Eerwaarde zusters
Dan naar de zusters. Vrouw Van Wijk had een zuster in 't klooster. Die wilde ze niet laten verkommeren. Ik kreeg voedsel mee. Werd bij de zusters vriendelijk ontvangen. We bidden dagelijks om vrede. Die komt maar niet. 'Volhouden' ried ik aan. Ze gaven me, omdat ik pas getrouwd was, een paar babysokjes. Daar is ’t bij gebleven. Verder nog een paar voor de pater bestemde sigaren. Die kwam wel, maar bracht niets mee.
Vrouw Van Wijk, die met haar man veel voor de mensen deed, bakte die week een echt ouderwets boerenbrood voor me. De week was goed.

Naar huis
Bij het Beusichemse Veer trof ik een andere soldaat. Hij kwam niet met de pont, maar per roeiboot. Legde slordig aan. Ik moest per fiets, wadend door het water naar het bootje. Hij keek de papieren in. In orde. Hij zei niets. Ik evenmin. Hij bracht me veilig naar 't Gelderse. Ik trapte als een razende. Natte voeten!
Brieven
De brieven! Thuis gauw schoenen en kousen uit. Enkele brieven waren doorgelopen. Op de kachel gelegd. 's Middags naar de pastoor van Buren. Hij toonde begrip. Ik wist wat er in de brieven stond. Vulde het ontbrekende aan. Hij schreef het er bij. Ieder kwam aan zijn trekken. Zo ging dat in die dagen. Nog een geval dat Van Koeverden's eieren en erwten wonderen deden.

Hindernissen
Een Bescheiniging was aan tijd gebonden. Dus je moest onder alle weersomstandigheden gaan. Eens, 't was op een zaterdag, werd het onderweg glad. Ik kwam met mijn zwaargeladen fiets te vallen. ’t Viel mee. Ikzelf nog heel. De krank zat wat los. Utrecht kon ik nog halen. Doch noot de terugreis. Utrecht was in die dagen een wonderlijke stad. Weinig mensen op straat. Ze waren bang voor razzia's. Je kon wel met een kanon door de Nachtegaalstraat schieten zonder iemand te raken. Na vragen vond ik in een zijstraat een fietsenmaker.
Fietsenmaker
De ontvangst was niet bijster vriendelijk. Ik verd....het mijnheer. Ik werk al in geen drie maanden. Die rot oorlog. Daar schijnt maar geen eind aan te komen. Antwoord: Ik denk het wel. Tegen die tijd zijn we allemaal kapot van de honger. Met een vrouw en een kind van drie maanden, dat nog nooit een ei gezien heeft. Laat staan geproefd. Is 't anders niet. Daar kan ik je wel aan helpen. Ik haalde er een paar uit mijn tas. Wanneer jij nou zorgt dat die krank gemaakt wordt, krijg je er nog erwten bij.
De krank gemaakt
De man veranderde als een blad aan een boom. Dook onder oud roest op zoek naar een krank. Gloednieuw! Hij blonk als zilver. Zette hem er vakkundig aan. Ik was gered. De man keek blij. Wilde geen geld. Ik beloofde hem voor een volgende keer nog wat erwten en eieren. Die heb ik hem ook gebracht. Nog was de oorlog niet voorbij, doch de toestand der Duitsers werd steeds benauwender. Ze dachten niet meer aan de overwinning. Wel hoe ze er het leven af konden brengen. De fietsen, vooral de spaken, leden door de massieve banden zeer. Nieuwe waren er niet. Ik stak altijd maar wat oude spaken bij me. Die kon je er in schroeven. Mijn reis verliep vlot.
(wordt vervolgd)


Mocht u aanvullingen hebben of foto’s. Stuur een mail naar r.velde@hetnet.nl
Na het doorbladeren van dit document vindt u meer gedetailleerde informatie op: https://izi.travel/nl/4afd-beusichem39-45/nl, een historische wandeling van BeusichemLeeft.

Terug naar de inhoud