Dhr. A.J. Wijnen - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. A.J. Wijnen

Gemeente Culemborg > Burgerslachtoffers
Achternaam: Wijnen
Voornamen: Arnoldus Johannes
Voorletters: A.J.
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum: 24-03-1912
Overlijdensplaats: Duitsland
Overlijdensdatum: 12-04-1945

Algemene gegevens afkomstig van www.ogs.nl
Achter de oude spoorbrug en steenfabriek ligt de Leerdamsebuurt en Steenovenlaan. (Bron foto: onbekend)

 

Op een klassenfoto uit 1916-1917 van de zgn. Scheffelschool staan v.l.n.r.:  Arnold, Jan en Doris Wijnen

Arnolds vader was de sigarenmaker Willem Antonie Wijnen (*1876) die in 1901 trouwde met de Beusichemse Alida Drost (1879-1919). Het gezin was woonachtig in de Leerdamsebuurt op de Steenovenlaan 46, nabij de Veerweg. Ze kregen samen 12 kinderen, waarvan er zes niet vroegtijdig overleden:
  • Maria Geertruida (*1902),
  • Gerritje Elisabeth (1903-1904),
  • Doris (1904)
  • Gerritje Elisabeth (1905-1906)
  • Hermanus (1907-1908)
  • Hermanus (1908),
  • Otto Mateus (1910),
  • Arnoldus Johannes (1912-1945),
  • Hendrika Geertruida (1913)
  • Willem Antonie (1914-1917),
  • Johannes (1916-1917),
  • Maaike Ottolina (1918-1920)

Toen Alida in 1919 overleed, hertrouwde Willem op 3 februari 1922 in Culemborg met de weduwe Elisabeth van den End (1882-1944). Zij had vier kinderen uit haar eerste huwelijk. Op 30 mei 1930 verdronk haar 20-jarige zoon Cornelis Werps, metaalbewerker, in de Lek. Alie en Willem kregen samen nog twee kinderen: Alie en Leendert.
Nol speelde samen met zijn achterneef Jan bij de toenmalige Culemborgse voetbalvereniging Groen Witte Leeuwen aan de Beesdseweg, waarvan zijn broer Doris voorzitter was.
Arnoldus ("Nol")
woonde tot eind jaren twintig bij zijn ouders. Daarna vond hij werk nabij Gorinchem.


Nol was door de  Arbeidsdienst samen met nog 15 Culemborgers sinds 19 februari 1943 geplaatst bij de metaalgieterij firma Ruhrstahl AG, de zgn. Annerner gietstaalwerken, in de Duitse plaats Witten. Ze verbleven buiten werktijd in het nabijgelegen Annen-Nord, kamp Hamburger Platz. Dit waren ongeveer 20 barakken die plaats boden aan 8000 arbeiders uit diverse landen.
De zwakbegaafde Nol was hier veger op het kampterrein. Toen de bevrijding nabij was, braken de Russische gevangenen uit en richtten dagenlang vernielingen aan en plunderden Witten en omgeving. In dit machtsvacuüm is Arnold vermoedelijk op een of andere manier bij de Russen terecht gekomen en op 12 april 1945 om het leven gekomen. Geen van de andere Culemborgers uit het kamp heeft daarna nog iets van hem vernomen.

Lees hier een krantenartikel uit de CC over de bevrijding van het lager Witten.

Terug naar de inhoud