Dagboek van dhr. Van Vugt 5-7 RI
Gemeente West Betuwe > Gesn. Indiëgangers
Vrijdag 23 januari 1948
Het is 3 uur in de morgen, het tijdstip van de reveille voor 5-7 dat op deze dag naar Indië zal vertrekken. De uren daarvoor hebben de onderofficieren doorgebracht met rondgangen door de compagnies-gebouwen om orde en rust te bevaren. Maar alles is rustig, de orde en discipline is werkelijk goed te noemen. Gauw toilet maken en daarna ontbijten. De verdere tijd wordt benut met de inlevering van de dekens en strozakken en het inpakken van ransel en plunjezak. Voor onze compagnie is het aantreden om 7 uur voor appèl en om 7.30 uur vertrekken we met de auto’s naar het station. Daar aangekomen ontvangt iedere soldaat van het vertrekkende bataljon een reep chocolade en een pakje Engelse sigaretten van de Cadi. Dan is het wachten op de trein die ca. 8.30 uur arriveerde. Terwijl we staar te wachten op de trein* speelt het muziekkorps van de Stoottroepen vrolijke deuntje.
Ca. .00 uur vertrekken we als 2e contingent uit Den Bosch in de richting Rotterdam. Overal waar we langs rijden is het een gewuif en geroep tot afscheid dat steeds meer aangroeit hoe dichter we R'dam naderen. Hier bereikt het werkelijk zijn climax. Als de trein op station Maas aankomt moet hij achteruit rangeren om bij de loodsen van de R'damse Lloyd te kunnen komen. Hij reed zeer langzaam bijna tergend. Op alle treeplanken stonden burgers meest familieleden van hen die in de omgeving van R'dam wonen die nog even de laatste afscheidsgroet kwamen brengen. Er volgde menige tedere omhelzing en gezoend werd er allerwege. Af en toe werd er wel eens een traantje weggepinkt wanneer het sommige te machtig werd. Even voordat we de loodsen van de Lloyd bereiken wordt iedereen van de treeplanken verwijderd door de M.P.. Na ongeveer een i uur wachten betreden we omstreeks half 12 de loods van de R'damse Lloyd en ontvangen daar van de Cadi een kop warme koffie en wederom een pakje Engelse sigaretten
De tijd die we moeten wachten alvorens we de boot kunnen betreden brengen we door met het drinken van koffie het roken van sigaretten en schrijven van briefkaarten naar familieleden, vrienden en kennissen of kennisjes en natuurlijk niet te vergeten naar meisje of verloofde. Overal stonden groepjes bij elkaar gezellig te praten. De stemming was best. Iéder- een had het over de komende dingen vooral de bootreis werd druk besproken en voornamelijk de zeeziekte. Veel illusies werden gemaakt en enkele optimisten hadden het al over de plannen die ze hadden als ze weer uit Indië terug waren. Zo verstrijkt de tijd en moeten we zo langzamerhand aanstalten maken om aan boor d te gaan. Elke militair heeft een label in het knoopsgat van de revers van zijn overjas met een nummer. Een bepaald aantal nummers stonden onder commando van een sergeant of korporaal. Dit hadden we al gekregen tijdens het appel op de kazerne. Zodoende kon er niemand zoek, of verloren raken. Dan klinkt er een commando en passeren we groepsgewijze de controle. Het is rond 1 uur. Daar staan we dan gepakt en gezakt, ransel en broodzak op de rug en plunje zak op de nek. Wij worden helemaal niet gevisiteerd op geld of waardevolle voorwerpen. We stappen door de uitgang en vóór ons ligt de "Waterman" het troepenschip dat ons naar Indonesië zal brengen. Het is een schip van de Victorie-klasse evenals "De Grote Beer" en de "Zuiderkruis" Het meet 7617 Br.reg.t. en heeft een max. snelheid van 19,5 mijl, is ca. 35 km/uur.
Dan stappen we de valreep op; wat nog niet meevalt met al die bagage en zetten dan de eerste voet op de "Waterman".
Behalve ons bataljon bevinden zich nog boord de 37e comp. A.A.T., 50e Veldhospitaal Chirurgische Groep, een detachement Mariniers en Marineschepelingen en MP totaal ongeveer 1500 man. In elk der grote middenruimen zijn ongeveer 300 man gelegerd. Zij slapen op vastgemaakte opklapbare bedden, vier hoog, de matrassen zijn gevormd door strakgespannen linnen. De ligging is goed te noemen. Als hoofdkussen dient het zwem« vest. Wat de ventilatie betreft, deze is behoorlijk. De meeste onderofficieren liggen bij elkaar in het bovenste tussendek 1, afgekort B.T.D. 1, voor in de boeg. Wat ligging betreft, i.v.m. storm, is dit wel het slechtste gedeelte, maar daar tegenover staat, dat we meer ruimte hebben om ons te bewegen. Wij slapen met 8 sergeanten van de Onderst.Comp. bij elkaar, naast mij de sergeant Vergeer, boven mij sergeant Bovenkerk en de Vries en onder Walepoelt, Ermes en Van de Marck (onze latere S.M.A.) Allemaal toffe jongens stuk voor stuk.
Het eten aan boord is prima, witbrood, vlees, vis, aardappelen, roomboter, jam, groente, fruit en soms zelfs een ei. Ja, je moet op een troepentransportschip verblijven om in dienst een ei te eten. Het opstaan en eten gaat in ploegen, ook wel zittingen geheten. Om half 7 is het reveille voor de eerste zitting en 20 minuten later is het eten, waarna de 2e zitting reveille heeft. Dat gaat zo door tot alle 5 zittingen een beurt hebben gehad. Bij middag en avondeten gaat het precies hetzelfde. De zittingen rouleren om de week. Gedurende de middag tot aan het vertrek speelde het muziekkorps van de Stoottroepen vrolijke marsmuziek. De gehele tijd varen bootjes met familieleden en kennissen af en aan door de haven. Ze worden door de havenpolitie op enige afstand gehouden van het schip. Het vertrek is vastgesteld op 17. 00 uur. Even voor vijven gaat de valreep onder de tonen van het Wilhelmus langzaam omhoog en stroomt het publiek de haven op. Nog een klein kwartiertje en de "Waterman" wordt onder het geloei van de sirene en het oorverdovend geschreeuw van soldaten en burgers de haven uitgesleept. Dit was de eerste reis van het schip met Ned. troepen aan boord, naar Indië. Reeds na 2 km. vaart het schip op eigen kracht. Steeds worden we nog gevolgd door bootjes met familieleden. Maar het begint reeds te schemeren en ook deze keren naar huis terug. Bijna alle manschappen zijn aan dek en staan of zitten langs de reling te kijken naar het laatste stukje Holland. Zo stomen we door de Nieuwe Waterweg in de richting Hoek van Holland, dat we ca. 20.00 uur bereiken. Dan gaat het de Noordzee op en is het voor twee jaar vaarwel Holland!
We varen langs de Hollandse kust, daarna langs de Belgische. Af en toe zien we hier en daar een licht- of een vuurtoren. Velen zitten tot laat in de avond aan dek, maar langzamerhand ligt toch een ieder rond 22 uur onder de wol.
Zo eindigde de eerste dag van de grote reis naar het verre Indië.