Gesn. NL-militairen - Oorlogsslachtoffers West-Betuwe

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Gesn. NL-militairen

Gemeente Geldermalsen
Gesneuvelde Nederlandse militairen uit Geldermalsen in de meidagen van 1940
 
Bekijk hier de aflevering van Andere tijden met o.a. de opkomst van Hitler en de meidagen van 1940

Achternaam: Doornhein 
 Voornamen: Jan 
Voorletters: J. 
Rang: Korp. Mil. onderdeel I-II-17 R.I. 
Geboorteplaats: Oss 
Geboortedatum: 22-02-1917 
Overlijdensplaats: Veghel 
Overlijdensdatum: 11-05-1940
Begraafplaats: Nieuwe Gemeentelijke Begraafplaats te Geldermalsen
Gemeente: Geldermalsen 
Provincie: Gelderland 
Vak: B1 
Nummer: 293
De ouders van Jan waren directeur van het plaatselijke postkantoor te Geldermalsen Pieter Doornhein (1884-1948) uit Alphen aan den Rijn en telefoniste Fenneke de Jongh (1888) uit Hatert-Nijmegen. Ze trouwden op 2 juni 1911 in Nijmegen en woonden vervolgens in Oss, Vught en vanaf januari 1937 in Geldermalsen.
Ze kregen twee kinderen: 
  • Petronella (*17-04-1913)
  • Jan (1917-1940)
Jan Doornhein was als tekenaar/bouwkundige sinds 31 maart 1939 in dienst bij het Centraal Beheer van de Staatsmijnen te Heerlen. Hier woonde hij op de Honingmanstraat 31.
In september 1939 werd Jan bij de algehele mobilisatie opgeroepen voor militaire dienst. Hij werd ingedeeld bij de infanterie.
 
Op de avond van 10 mei 1940 kregen troepen van de Peelraamstelling rond Boekel het bevel van de commandant van de Peeldivisie zich terug te trekken op de Zuid-Willemsvaart. Bij Veghel werd langs het kanaal een front met een lengte van 12 kilometer gevormd door drie infanterie-eenheden: I-13 R.I., 1-II-17 R.I. en 2-II-2 R.I. Op 11 mei 1940 bereikte de bezetter het kanaal. 

De 1e Compagnie vormde met twee stukken 6-veld de linkerkant van het bataljonsvak west van het gehucht Zijtaart. Het was een kilometer ten zuidoosten van Veghel dat de Duitsers de eerste doorbraak over de Zuid-Willemsvaart wisten te forceren, toen zij de ophaalbrug bij Keldonk wisten te herstellen en met enige pantserwagens, lichte tanks en motorrijders van de 9e Aufklärungsabteilung (verkenners van 9.PD) over de Vaart te komen. Later reed een Pz.III tank de brug kapot.
Daarmee traden zij aan de westzijde van het kanaal richting noorden op en rolden de Nederlandse defensie achter het kanaal op. Ondertussen waren aan de overzijde van de Zuid-Willemsvaart tanks druk bezig Nederlandse verdedigers te onderdrukken, daarbij gesteund door gemechaniseerd geschut. Uiteindelijk was dit de locatie waar de Zuid-Willemsvaart defensie werd doorbroken en de Duitse hoofdmacht in de avond met kracht zou doorstoten richting Eindhoven en Tilburg. De 1e Compagnie van II-17.RI werd voor een belangrijk deel uitgeschakeld door gevangenneming, terwijl andere delen van het bataljon haastig richting Tilburg trachten te ontkomen.
  • Zes man van 1-II-17.RI sneuvelden bij Veghel-Zijtaart: de luitenant Van Beers, de sergeant Van der Linden, de korporaal Doornhein en de soldaten Blankers, Van Oosterhout en Prinsen. Van de noordelijk aangeleunde compagnie (2-II-2.RI) sneuvelden nog twee man, de sergeant Trines en de soldaat Vogelsangs.
  • Jan Doornhein lag rond half zes n.m., vlakbij bij de brug te Veghel, met zijn geweer te schieten achter de dijk, maar werd van de overzijde van het kanaal door het hoofd geschoten, waarbij hij op slag werd gedood en zwaar verminkt raakte.
Er is een  'Monument voor Nederlandse Militairen'  langs het kanaal in Veghel geplaatst, ter nagedachtenis aan de zes militairen van het 17de Regiment Infanterie (I-II-17 R.I.) die hier op 11 mei 1940 in de strijd tegen de bezetter zijn gesneuveld. De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van oud-sergeant A.J. Hellemonds van het 17de Regiment Infanterie, een van de regimenten die het kanaal verdedigden nadat ze de zogeheten Peel-Raamstelling bij Boekel hadden moeten verlaten, vanwege de Duitse overmacht. Het monument is onthuld op 21 november 1941.
Bron: o.a. Zuidfront Holland

Lees hier de gedetailleerde gebeurtenissen die plaatsvonden nabij Veghel en waarbij Jan Doornhein om het leven kwam.
Bron: De Geldermalser 24 mei 1940
Achternaam Lang 
Tussenvoegsels de 
Voornamen Gijsbertus Cornelis 
Voorletters G.C. 
Geboorteplaats Geldermalsen 
Geboortedatum 13 mei 1902 
Overlijdensplaats: Dordrecht, gewond bij de Dokhaven
Overlijdensdatum: 12 mei 1940
Begraafplaats: Dordse Algemene Begraafplaats, graf geruimd in 1951   

De ouders van Gijsbertus Cornelis zijn landbouwer Aart de Lang en Gijsberta Verbeek, zij trouwden te Deil op 26-04-1899.
Ze kregen samen de volgende kinderen:
  •  Gerrit Gijsbertus (*1900) trouwde te Dordrecht 1926 met Willemina de Roo
  • Gijsbertus Cornelis (* 13 mei 1902 -12 mei 1940)
  • Sophia (*1904-1904)
  • Maria Petronella (*1911-1911)

Gijs trouwde op 30 augustus 1928 te Dordrecht met Harmina Cornelia van Dalen. Ze kregen samen vier kinderen.

In september 1939 werd Gijs bij de algehele mobilisatie opgeroepen voor militaire dienst. Hij werd ingedeeld bij de
85 Peloton Luchtdoel Mitrailleurs. In de eerste oorlogsdagen van 1940 was deze gestationeerd vlak naast de hefbrug voor de Spoorweghaven (Dokhaven) in Dordrecht, op korte afstand van de verkeersbrug. De batterij werd daar in de ochtend van 12 mei 1940 aangevallen door parachutisten van het 3e Peloton van 3./FJR.1, die in Zwijndrecht waren geland en de brug hadden ingenomen. Via de trappenhuizen kwamen parachutisten naar beneden en wisten onder dekking van kameraden op de brug, die het peloton in dekking dwongen, over de hefbrug te komen en van korte afstand de bezetting van de vier posities met handgranaten tot overgave te dwingen. Drie leden van het peloton verloren bij dit korte gevecht het leven. De soldaten Bour, Wildeboer en De Lang.  Laatstgenoemde raakte zwaar gewond en overleed op 13 mei in het Diaconessen ziekenhuis in Dordrecht. Hij was vermoedelijk een vrijwillig soldaat. Zijn lichting moet de lichting "1922" zijn geweest en die diende niet in 1940. Zijn graf op de Dordtse ABP werd al in 1951 geruimd. Hij wordt vernoemd op het monument voor gevallenen zonder (bekend) graf op Ereveld Grebbeberg. 

Bron: www.zuidfront-holland1940.nl
               
Achternaam: Ruiter 
Tussenvoegsels: de 
Voornamen: Willem 
Voorletters: W. 
Rang: Korp. 
Mil. onderdeel: St.-III-14 R.I. 
Woonplaats: Zaltbommel 
Geboorteplaats: Geldermalsen 
Geboortedatum: 12-02-1909 
Overlijdensplaats: Mill en St. Hubert Overlijdensdatum 14-05-1940 *
Begraafplaats: Gem. Begraafplaats te Zaltbommel
Gemeente: Zaltbommel 
Provincie: Gelderland
Vak: A 
Nummer: 242 a

*Op de overlijdensakte staat de datum 14 mei,  maar op zijn graf staat 11 mei.
 
Bron: http://www.mill1940.nl/
De ouders van Willem waren wegwerker bij de spoorwegen Dirk Jan de Ruiter (1872-1943) en Jenneke van Acquoy (1874-1917) uit Geldermalsen. Willem was de jongste, samen met zijn 6 jaar oudere broer Barend.
Moeder Jenneke overleed toen Willem 8 jaar was. Vader hertrouwde, maar zijn vrouw overleed nog geen jaar later. Hierna trouwde vader opnieuw en kreeg Willem nog 4 halfzussen/broers. Van de 19 kinderen van vader Dirk Jan overleden er 13 op jonge leeftijd.
Het gezin woonde in Geldermalsen, daar ging Willem in ondertrouw op 10-8-1935. Hij verhuisde vervolgens naar Zaltbommel en trouwde daar op 28-9-1935 met Petronella van Rixtel, (*1913-1974), uit Schijndel. Zij was arbeidster in de knopenfabriek. Ze woonden in 1939 in de Oenselschestraat 31 en kregen samen twee zoons:
  • Dirk Jan (*3-6-1938) 
  • Wilhelmus "Wim"  (30-9-1939) 
Op 25 juli 1940 werd bepaald dat de toeziend voogd over de toen minderjarige kinderen zou worden uitgeoefend door de oudere broer van Dirk Jan, Barend de Ruiter uit Meteren.
Willem was timmerman van beroep.

Uit de openbare raadvergadering van 25 juni 1940 te Zaltbommel. Bron: De Teisterbander 26 juni 1940

Willem was een dienstplichtig korporaal en maakte deel uit van het 3de bataljon-14de Regiment infanterie te Mill.
In het kader van de mobilisatie besloot de Nederlandse regering in juli 1939 tussen Griendtsveen en de Raam een defensieve waterweg aan te leggen, genaamd het Peelkanaal (ofwel het Defensiekanaal). Dit kanaal maakte deel uit van de Peel-Raamstelling, die vanaf Grave langs het riviertje de Raam en door het Peelgebied naar de Belgische grens ten zuidwesten van Weert liep. In die stelling vormde Mill een militair belangrijke plaats. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het kanaal gereed en in staat van verdediging gebracht. Op de westelijke oever waren met onderlinge afstanden van 200 tot 400 meter kazematten gebouwd. In de meeste sectoren lag achter deze kazemattenlinie nog een tweede lijn, opgebouwd uit hout en grond gemaakte veldversterkingen. Prikkeldraadversperringen, hier en daar aangevuld met mijnenvelden, versterkten de verdedigingslinie. Aanvankelijk werd de Peel-Raamstelling aangelegd in het verlengde van de Grebbelinie, maar toen men besefte dat de Peel-Raamstelling niet aansloot op de Belgische verdediging en er onvoldoende troepen waren om hen in volle sterkte te kunnen verdedigen, werd de stelling een zwak bezette linie, waarmee men de oprukkende vijandelijke troepen wilde vertragen, zodat in de 'hoofdverdediging' de laatste voorbereidingen konden worden getroffen.

Dwars door de stelling liep een van de weinige oost-west lopende spoorlijnen, namelijk van Goch (in Duitsland), via de Maasbrug bij Gennep naar Tilburg. Op 10 mei 1940 vond over dit spoor een opvallend transport plaats. In de vroege ochtend reed een Duitse pantsertrein, gevolgd door een troepentrein (bestaande uit een locomotief en 23 wagons), ongehinderd naar het dorpje Zeeland (ten westen van Mill), waar een infanteriebataljon (circa 1.000 man) werd afgezet. Het transport kwam als een volslagen verrassing voor de Nederlanders. In de sector Mill waren circa 2.000 Nederlandse militairen gelegerd, die deel uitmaakten van I-6 en I-3 Regiment Infanterie. Vlug werd de spoorlijn nabij het spoorbruggetje over het Defensiekanaal alsnog versperd met ijzeren balken en opgegraven landmijnen. Toen de pantsertrein even later terugreed, liep hij door de asperges met een donderend lawaai uit de rails. Verschillende wagons tuimelden van de spoordijk en de rails werden verwrongen. De Duitse soldaten nestelden zich ten zuiden van de spoorlijn en overmeesterden twee kazematten. Ten noorden van het spoor lukte dat niet. Daar ontstond een hevig gevecht met de zich standvastig verwerende Nederlanders. De Duitse soldaten werden gedwongen dekking te zoeken in de trein, waardoor een patstelling ontstond.

Het bij Zeeland uitgeladen Duitse bataljon viel in noordoostelijke richting aan, maar stuitte al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde III-20 Regiment Artillerie. Dit onderdeel was slechts bewapend met twaalf stokoude kanonnen uit het jaar 1880 (zogenaamde '8 Staal') en een klein aantal pioniers voor het leggen van landmijnen. Door het geschut snel te draaien, waardoor de vuurmonden over elkaar heen moesten schieten, lukte het de kanonniers het aanstormende Duitse bataljon terug te slaan. In de noordelijke richting gestuit, zochten de Duitse militairen hun heil in het zuiden en oosten. De zuidelijke aanval werd afgeslagen door een gemengd groepje infanteristen en keukenpersoneel. Een derde aanval in oostelijke richting langs de spoorweg had meer succes. Door een actie in de rug wisten de Duitse troepen een aantal kazematten te overrompelen, waardoor er een gat in de verdedigingslijn ontstond. Vervolgens probeerden ze opnieuw naar het noorden op te trekken, maar ze werden tegengehouden door het handjevol verdedigers van een compagniescommandopost.

De situatie bij Mill noopte tot ingrijpen. Die taak werd toegewezen aan het 2de Regiment Huzaren-Motorrijders, dat uit slechts 500 man bestond. Vroeg in de middag vielen de huzaren aan en wisten een gedeelte van het bezette stellinggebied, inclusief een aantal kazematten, te heroveren. Bij die actie werd ook de achtergebleven Duitse goederentrein in brand gestoken. Inmiddels waren de eerste Duitse troepen de Maas overgestoken en raakte de Peelstelling bij Mill in het nauw. Hier waren twee complete Duitse divisies (254ste en 256ste) gearriveerd, bestaande uit meer dan 30.000 man. Er ontstonden hevige gevechten, maar de Nederlanders hielden stand. Aanval na aanval werd afgeslagen. De Duitse troepen moesten ten slotte hun luchtmacht te hulp roepen. Van zes tot zeven uur 's avonds volgde een verschrikkelijk bombardement van de beruchte 'Stuka' duikbommenwerpers. Terwijl de Nederlandse militairen dekking zochten, maakten de Duitse soldaten met lichtkogels hun positie kenbaar om niet geraakt te worden. Direct na het bombardement vielen de Duitse troepen weer met grote kracht aan. De bezetter slaagde er in de late avonduren in bij Mill over het Defensiekanaal te komen en een bres in de verdediging te slaan. De divisie drong in nachtelijke gevechten door naar het noorden. De toestand werd hopeloos en er was ten slotte geen houden meer aan. Tot in de morgen van 11 mei moesten de Duitse troepen vechten om de laatste restanten Nederlandse militairen letterlijk uit hun bunkers te schieten.
28 uur nadat de eerste confrontatie een feit was, is de slag bij Mill voorbij. Een hele prestatie voor de Nederlandse verdedigers! De slag heeft aan 30 Nederlandse militairen en 9 burgers het leven gekost. De materiële schade is groot. 51 boerderijen, 33 woningen en één fabriek zijn geheel of gedeeltelijk verwoest. Bijna 10% van het totale inwonertal van Mill is dakloos. De volgende dag worden 700 Nederlandse krijgsgevangenen afgevoerd naar Duitsland.

Onderstaande stond vermeld op de persoonlijk kaart van Willem:
Plaats van sneuvelen: Tussen de boerderijen de Vorle en die van W. Meulepas, langs een heg. Bijzonderheden sneuvelen: "Samen met nog iemand lopend eigen stellingen, beschoten vanuit de boerderij van Meulepas, waarbij een soldaat werd getroffen." Getuigenverslag inwoner van Mill.
Aangever overlijden: H.W.J. van Hout, Fabrikant Gevonden op: 14-05-1940

Volgens kenner bij uitstek Willy Sweens is het volgende naar alle waarschijnlijkheid gebeurd:
"Daar Willem timmerman van beroep was, moest  hij met anderen een brug demonteren. Dit is nl. ook gebeurd bij zeven van de tien bruggen in de Peel-Raamstelling te Mill. Omdat korporaal Willem de Ruiter een paar kilometer voor de Peel-Raamstelling is gesneuveld, heeft hij in het voorfront op 10 mei 1940 zijn werkzaamheden moeten uitvoeren. De opdracht van de militairen in het voorfront waren wachtlopen bij bruggen en wegen en bij het uitbreken van vijandelijkheden direct versperringen stellen en bruggen opblazen. Hadden zij deze opdrachten uitgevoerd, dan moesten ze zich met gezwinde spoed begeven achter de Peel-Raamstelling, om daar ingezet te worden.
Door de onverwachte Pantser- en troepentrein, welke via Gennep richting de Peel-Raamstelling reed, hadden de Duitsers ook de gelegenheid tussen Gennep en het voorfront reeds kleine groepjes militairen te laten uitstappen en te voet richting Mill te laten lopen en daardoor de mogelijkheid de Nederlandse voorposten uit te schakelen.
De terugtrekkende Korporaal W. de Ruiter is hierdoor tussen zijn voorpost en de Peel-Raamstelling om het leven gekomen. Mogelijk is Willem de Ruiter de eerste Nederlandse soldaat die in het frontgebied van Mill die dag het leven liet. Dat hij pas op veertien mei 1940 na de middag om zeven uur is gevonden, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat in die dagen het koren al behoorlijk hoog was stond en het stoffelijk overschot zodoende pas later gevonden werd."

Bron foto: Willy Sweens, Begraafplaats Bernhardstraat


Korporaal De Ruiter is in eerste instantie op de Algemene begraafplaats aan de Bernhardstraat te Mill begraven. Op 28 augustus 1940 is hij opgegraven en herbegraven te Zaltbommel op de Gemeentelijke Begraafplaats.
Het oorlogsmonument in Mill (gemeente Mill en Sint-Hubert) aan de Langenboomseweg  is een keramisch beeld van een vrouwenfiguur. Het beeld is 2 meter hoog. Op het voetstuk is een plaquette bevestigd. Hierop zijn de namen aangebracht van vijftig Nederlandse militairen en burgers die op 10 mei 1940 tijdens het gevecht bij Mill zijn omgekomen. 
Foto: Willem Nabuurs
 
De tekst op de plaquette luidt:

'TER NAGEDACHTENIS AAN
DE HIER GESNEUVELDEN
OP 10 EN 11 MEI 1940'.
 
Bron: www.4en5mei.nl

Zie ook:
http://www.stichtingsporenvandeoorlog.nl/ en http://www.webridder.nl/slagbijmill/
  







<--------




 
 
Met dank Willy Sweens en aan de leden van het Stamboomvragenforum, met name Ludmilla van Santen
 
Zoeken op deze website
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu