Dagboekverslag van Stolwijk - Oorlogsslachtoffers Betuwe-West

Westbetuwse oorlogsslachtoffers
Westbetuwse oorlogsslachtoffers
Ga naar de inhoud

Dagboekverslag van Stolwijk

Gemeente Culemborg > Gesn. Indiëgangers
Uit het dagboek van C J Stolwijk , sergeant-majoor instructeur (SMI) bij de Staf cie van de 7 December

Dinsdag 1 maart 1949

Gisterochtend is een patrouille van het PAG peloton met enige J.V.D. mensen uitgerukt in de richting van Karangtengah. ’s Middags omstreeks 14:30 uur is er hevig automatisch vuur gehoord in die omgeving.
Er is daarop niet gereageerd, daar werd aangenomen, dat een goed bewapende patrouille zichzelf wel redden kon. ’s Avonds om 23.00 uur was er echter nog steeds niets gehoord van de patrouille.
Er zijn toen twee patrouilles uitgezonden, waarvan één bestaande uit twee carriers van de Stafcie.
Deze patrouilles bleven zonder resultaat.
Vanochtend kwamen er verontrustende berichten binnen.
Een Loerah had gemeld, dat er 7 man gesneuveld waren en later kwam er van de Wedana een bericht, dat een Loerah bericht gestuurd had, dat er twee man gesneuveld waren.
Een patrouille ging hierop af en toen waren de geruchten niet van de lucht: de één zei ‘alle acht gesneuveld’, de ander 5.
De ziekenverzorgers moesten er heen, daar lijken gevonden waren en daar ze 5 draagbaren meegenomen hadden, nam men aan dat er 5 man gevonden waren. Later kwamen de mensen van de patrouille terug en hoorden we dat de gren. ekl. Döbken en de gren. ekl. V. Vliet gevonden waren bij de kampong Tjidenkol +/_ 2 km N van de grote weg tussen Karangtengah en Tjisaät.
Döbken was een man van de P.A.G. die bij de J.V.D. ingedeeld was. Zaterdagavond  hadden we (Hommes? en ik) nog met hem zitten praten bij de Wedana en had hij nog als tolk gefungeerd. Maar waarschijnlijk bij de TNI erg goed bekend doordat hij bij de JVD werkte en veel kerels verhoord heeft. Hij was gewapend met een “Owen gun” en van Vliet was de bren-schutter. Ze hebben waarschijnlijk als vuurdekking gezeten voor een omtrekkende beweging van de rest van de patrouille. Tot het laatst moeten ze geschoten hebben.
v. Vliet heeft een schot door zijn linker arm gekregen en is in het hart getroffen en op slag gedood.
Döbken heeft een kogel in zijn zij gehad, die er aan de andere kant uit kwam. Hierdoor is hij waarschijnlijk bewusteloos geraakt, is hij (waarschijnlijk) gewurgd, daar vingerafdrukken op zijn keel stonden. Ze werden gevonden op korte afstand van een zeer groot aantal lege hulzen. De lichamen waren naakt, alleen Döbken had een hemdje aan tot onder de oksels opgerold. Ze lagen in een kuil met wat aarde over hen heen. Van de anderen werd geen spoor gevonden. Het zijn de Sgt. majoor Treiture, gren. Broeksma en Middelkoop en 3 KNIL soldaten (Indon.) van de J.V.D.

Vanavond hoorden we een nieuwe ramp nl. dat de kpl v/d Hulst van de 4e Comp. vandaag ook gesneuveld was. Ook deze kpl kende ik persoonlijk zeer goed. De gren. Verburg is hierbij zwaar, de majoor Zwaans en de chauffeur  Freriks licht gewond. Het moet weer op de Barosweg gebeurd zijn, een beruchte weg naar Tjalindoeng.  De Siliwangi Divisie schijnt daar wel in ons gebied geïnfiltreerd te zijn.  

Woensdag 2 maart 1949

Vanmorgen belde de kapitein al vroeg op. Ik lag nog op bed en Eickholt riep me: de kapitein is begrafeniscdt en wilde mij mee hebben als zijn “adjudant”. Om even over acht kwam hij met de luit. Visser mij ophalen. Wij haalden de pater op en zijn assistent gren. Mol, die ook naar de begrafenis moeten, daar v/d Hulst RK was. In Soekaboemi gingen we eerst naar het Bat. Bureau, waar we een plan de campagne opmaakten met de majoor Polak. Daarna meldden zich de sgt Zwijnenburg met het vuurpeloton en de sgt Faas met het escorte. Het vuurpeloton van de derde cie  had zoiets nog nooit bij de hand gehad, zodat ik die eerst weer een kwartiertje moest oefenen en de bewegingen moest voordoen.
Daarna de nodige instructie aan het escorte en de dragers en vervolgens vertrokken we naar de Hp V.A.
Daar stelden ze 3 drietonners naast elkaar op, die de kisten moesten vervoeren en gingen we met de dragers naar binnen. Daar gaven we ze nog wat instructie. Onderwijl was de kolonel Blanken, de overste en andere off. gekomen.
Ik gaf de chauffeurs nog enige instructie terwijl de dragers de kisten en 16 bloemstukken opnamen.  Ze moesten ze nog een heel stuk dragen en toen de kisten buiten kwamen, werd de eregroet gebracht door vuurpeloton en alle anderen. Het formeren van de stoet ging vlot, ondanks de vele wagens, daar ik de chauffeurs vooruit geïnstrueerd had. Voorop reed twee man R.P.. Daarna de jeep met de kapitein en ik + chauffeur, één drietonner met vuurpeloton, drie drietonners met de kisten bloemen en vier dragers ieder, de wagen met kolonel, overste e.a. belangstellenden, en tenslotte de drietonner met het escorte.
We reden heel langzaam door Soekaboemi  naar de begraafplaats, die aan de andere kant een eind buiten de stad lag. Het formeren van de stoet op de begraafplaats en het opstellen bij de graven ging ook vlot. Eerst verrichtte de pater het nodige, daarna de dominee. Vervolgens spaken de maj. Zwijns en kap. v. Loozen (resp. e.- 4e eb Ostcie) daarna kwam de kolonel naar voren, hield een kleine speech en nodigde allen uit tot afscheid de eregroet te brengen, terwijl de trompetter van de RVA  “The Last Post” blies.
De kisten werden neergelaten en het vuurpeloton gaf zijn salvo, waarna de dominee het “Onze Vader” bad.
De kapitein dankte de aanwezigen voor de belangstelling namens de familie.
Hierna volgden de persoonlijke laatste saluuts en vertrokken we. De kapt dronk koffie in de mess en ik in de AMVJ, waarna we naar Tjibadak reden met o.a. de kolonel en de overste.
Bij het PAG peloton stopten we, waarin hij zeide dat we in deze tijd niet stil konden staan bij de verliezen en dat de jongens niet teveel moesten piekeren over wier lot nog geen zekerheid was, Ter ere van deze jongens en van de gesneuvelden had de kolonel zoals hij ze “een klein bloempje” meegebracht, dat ze maar op het bureau moesten zetten.
Hij had het zelf ’s morgens van zijn dochtertjes gekregen (naar later bleek voor zijn verjaardag)
Het was een grote tak witte orchideeën in een stenen vaasje. Zeer mooi.
Het toespraakje en deze mooie geste maakten grote indruk natuurlijk.  


Over de vermiste patrouille hoorden we, dat ze in enkele kampongs gezien waren als gevangenen van een grote troep TNI. Men spreekt van 75 à 150 man. Waarschijnlijk hebben ze zich overgegeven, toen de munitie op was. Volgens berichten zijn ze meegevoerd in de richting van de Gedek (N.O.). Ze waren spiernaakt uitgekleed en mishandeld en bij een kampong was de bevolking bijeen geroepen en werden ze vertoond terwijl de “ploppers” hen dwongen een vuist op te steken en ”merdeka” te roepen.
De 3e Cie zou er vanmorgen achteraan gaan met kapitein Eisma (?) maar ik weet verder nog van niets. Het is een zeer trieste geschiedenis en er is weinig hoop meer. Men wilde nog uitlevering vragen in ruil voor enige TNI officieren, die gevangen genomen zijn, maar het zal moeilijk zijn in onderhandeling te treden met zo’n zwervende troep.

Maandag 14 maart

In de nacht van 13 op 14 maart Soekaboemi aangevallen op vrij grote schaal. Zelfs Vickers mitrailleur op de Grote Postweg.
Kamp Delden geweldig beschoten en veel huizen aan de Vogelweg. Burgers reuze benauwd. Mortierpeloton met carriers uitgerukt, reed in kringen eerst om aloon-aloon en daarna grotere kringen om de locatie van vijand vast te stellen. Vrij spoedig verdwenen. Gehele actie ca een uur.
Eén man van het RVA gesneuveld door handgranaat in gepantserde ¾ tonner.

Gingen vanavond naar bioscoop en hoorden, dat in de vooravond de zes man van het PAG-JVD-patrouille herbegraven zijn, in stilte, op kerkhof.
Sergeant-majoor Treiture, grenadiers Middelkoop en Broeksma en drie man van het KNIL (Indon.) JVD.
Evenals de begrafenis van de anderen werd de omgeving van de begraafplaats beveiligd door carriers, want anders is er kans, dat men de begrafenis van de begraafplaats af schiet.
Begraafplaats ligt al een heel eind van de stad, ten zuiden.
Maandag 21 maart 1949

De sergeant Faber gesproken. Vertelde, dat de jongens van onze “verloren patrouille” ernstig mishandeld zijn, voor ze “afgemaakt “ werden.
De gehele kaak van Broeksma was weggeslagen en o.a. was bij Treiture het gezicht en vooral de mond geheel stukgeslagen.
Zoals bekend waren ze in verschillende kampongs “ten toon gesteld”

De PAG had vorige week een vent van die bende gevangen genomen, die na “behandeling” veel bijzonderheden verteld moet hebben. Hij heeft het niet plezierig gehad, naar men zegt (en begrijpt!).

Terug naar de inhoud